Bedrijfsontwikkeling Fokker Services verdraagt geen mainframe-applicaties
Een groot deel van het IT-budget gaat overigens nog steeds op aan het mainframe. “In 2007 gaan we het laatste restje afbouwen, maar de basiskosten zijn er nog”, zegt ICT-directeur Andries Tieleman van Fokker Services. “We draaien op het T-systems-mainframe in Stuttgart en dat is gewoon duur.” Het systeem voor de publicatie van technische manuals en een systeem waarop de leveranciersdocumentatie wordt beheerd moeten nog worden gemigreerd naar Teamcenter.
Krimpende markt
Er vliegen nog ongeveer 930 Fokker-vliegtuigen, waarvan de jongste inmiddels 10 jaar oud is. Veel bestaande Fokkers kunnen nog 30 jaar mee, maar desondanks is het Fokker-onderhoud een krimpende markt. Een van de nieuwe activiteiten die de neergang moeten opvangen is het modificeren van bestaande vliegtuigen voor speciale doeleinden, zoals de twee Gulfstreams die vorig jaar zijn omgebouwd tot reddingsvliegtuigen. Ook het onderhoud van vliegtuigen van andere bouwers (Boeing, Airbus en de JSF) is een activiteit waarop Fokker Services inzet.
Het werd dus al enkele jaren geleden duidelijk dat Fokker Services niet meer was geholpen met alleen software voor ‘product data management’ (PDM), het beheer van alle informatie over vliegtuigonderdelen, software die ook nog eens was toegespitst op Fokker zelf. Wat dat betreft heeft de ontwikkeling van het bedrijf parallel gelopen aan de ontwikkeling van de software op dit gebied. PDM werd PLM, de software voor alles wat te maken heeft met het ontwikkelen, voortbrengen en onderhouden van materieel, tot aan het einde van de levenscyclus. De ontwikkeling van Teamcenter van UGS (dat voortkomt uit de door EDS samengevoegde bedrijven Unigraphics en SDRC) weerspiegelt overigens die transitie.
Abonnement
Elektronische datauitwisseling met leveranciers en afnemers wordt steeds belangrijker. Een deel daarvan geschiedt via een nieuwe webportal bovenop de software, waar klanten informatie over producten kunnen inzien. “Je kunt ook een abonnement nemen op informatie in Teamcenter, om te voorkomen dat iemand met verouderde informatie werkt”, aldus Tieleman.
Binnenshuis is het gebruik van Teamcenter overigens in eerste instantie beperkt. “Een belangrijk punt van PLM-systemen is dat je gebruikers niet zo gek krijgt ermee te werken zolang er niks inzit. Je hebt eerst auteurs nodig en die groep is relatief klein. Maar zodra er content is willen anderen er ook in kijken.” Daarnaast was er de overstap van een terminal- naar een Windows-systeem, maar dat hoopt Tieleman te hebben ondervangen. “PLM is best complex, maar door een webclient te gebruiken kun je de informatie die je niet nodig hebt nu wegfilteren.”
Een jaar of tien geleden werd ook Baan-software aangeschaft – Boeing was al klant van Baan) – voor de ERP-kant van de functionaliteiten, maar “uiteindelijk zijn we daar minder ver mee gekomen dan we gedacht hadden. Van de 3 units gebruiken het ingenieursbureau en het onderhoudshangaar Baan, maar de reparatie- en magazijnfunctie die kon met Baan niet goed worden uitgevoerd. Er zijn heel veel specifieke aerospace-eisen die niet in Baan zaten. Dat hebben we vorig jaar gemigreerd naar een zeer branchespecifiek pakket.”