Boeken
Van Google, waarvan de oprichters luisteren naar de namen Larry Page en Sergey Brin, tot en met iMode, waarvoor de illustere Takeshi Natsuno mede verantwoordelijk was. In ‘Designing Interactions’ van designer Bill Moggridge komen ze allemaal tot hun recht. Designing Interactions is een verbluffende, bijna encyclopedisch te noemen verzameling geworden van kennis en feiten over modern, technologisch design. Het boek is een soort van Wikipedia van Who’s Who in designland. De inzet is fenomenaal. Moggridge moet een ongelofelijke liefde voelen voor dat vak van hem, of anderszins misschien wel een niet te stelpen soort van vaktechnische dwaasheid (laat die dwaasheid vooral bloeien), anders begin je natuurlijk nooit aan zo’n absurde, gigantische onderneming als het in kaart brengen van alle ins en outs van ons modern design. Want dat is in wezen waar ‘Designing Interactions’ op neerkomt.
Bekend en onbekend
Het werk dat Moggridge heeft verricht is ronduit indrukwekkend. Het is werk dat bovendien getuigt van groot historisch belang. Moggridge heeft werkelijk iedereen die er toe doet in deze technologische Umwelt inzake design geïnterviewd, beschreven en geportretteerd. Daar moet jaren werk in zijn gaan zitten. De kans dat iemand hem dat ooit nog een keer nadoet, laat staan beter, moet vrijwel volledig worden uitgesloten. Niet iedereen heeft immers toegang tot zo’n uitgebreide collectie technologische bollebozen als Moggridge heeft gehad. Hoe hem dat allemaal gelukt is, is niet duidelijk. Maar het moet de auteur zeer ten goede worden aangerekend dat hij onwaarschijnlijk druk bevraagde mensen als de oprichters van Google tot voor zijn microfoon heeft weten te slepen; al moet daaraan toegevoegd worden dat het interview met Page en Brin alweer uit 2004 dateert. Of dat hij zo’n weliswaar relatief onbekende, maar vanuit historisch oogpunt onmetelijk belangrijke uitvinder als Doug Englebart, die ons de computermuis schonk heeft, heeft weten te interviewen. Voor een deel is de informatie die Moggridge heeft verzameld absoluut nieuw. Voor een ander deel ook niet. Doet dat laatste afbreuk aan de portee van het boek? Wel nee, het is juist een verademing om te zien dat ze allemaal eens een keertje bij elkaar gebracht zijn: de bekende zowel als de onbekende namen. Het verrassende van dit boek is dan ook dat al die onderling zeer gemêleerde namen juist bij elkaar staan.
Nivellering?
Er gaat een heel vertederend soort van nivellering uit van dit zorgvuldig door Moggridge bereide samenraapsel van de hoge omes en de lage pieten; van het precieuze bladgoud en de solide briljanten. In dit boek komen ze naast elkaar voor, waardoor ze juist niet boven of onder elkaar te staan komen. Juist deze ontuchterende gelijkschakeling van de bekende en de onbekende namen, die de inmiddels wereldberoemde en buitensporig rijke oprichters van Google plaatst naast de briljante, bescheiden en allerminst rijke ingenieur die Doug Englebart is, maakt van Designing Interactions zo’n boeiend geheel. Het maakt dat Englebart gewoon de plaats krijgt die hem op grond van zijn historische verdiensten toekomt. Terwijl Page en Brin zeker niet van hun voetstuk vallen, al wordt dat voetstuk gelukkig vreselijk afgepoeierd en als dusdanig – terecht – ontdaan van de kapitalistische bravoure. Dat neemt overigens niet weg dat juist ook de vele, zeer onbekende namen op die manier ook weer kunnen rekenen op hun rechtmatige plaats onder de historisch zon. Het houdt geen steek om al die namen te noemen. Designing Interactions is dan ook veel meer dan the place to be voor een pedant spelletje name dropping. Designers zullen hier vooral de crux van modern design uit leren. Wat de essentie is van vruchtbaar, werkbaar, genotvol, waardevol en aantrekkelijk design. Voor wie daar lol in heeft: Bij het aantal verwijzingen overtreft Apple zijn rivaal Microsoft veruit.
Bill Moggridge, Designing Interactions (met DVD), 766 pagina’s, Uitgeverij MIT Press, ISBN 0 262 13474 8, €25,95
En ook nog...Bien étonné de nous trouver ensemble
Gefeliciteerd! U weet het inmiddels zelf ook wel. Samen stonden we eind vorig jaar op de cover van Time Magazine als ‘Person of the Year 2006’. Tenminste, u stond er ook op, als u blogt, podcast, youtubet of anderszins in enigerlei mate ‘user generated content’ creëert. Samen maken we deel uit van de digitale elite die thans geschiedenis schrijft. Soms zelfs letterlijk op Wikipedia bij voorbeeld. Mocht u vooralsnog onwennig staan tegenover een en ander, dan zijn er genoeg publicaties om u over die koudwatervrees heen te helpen. ‘Publish & Prosper’ bij voorbeeld, een titel die de auteurs hebben gebaseerd op het idee dat u uit weblogging een interessant commercieel slaatje kunt slaan voor uw bedrijf. Maar ‘Podcasting and Blogging’ verdient hier ook een vermelding, al was het maar voor de uitzonderlijk mooie en functionele vormgeving, een groot goed en een genot.
D.L. Byron & Steve Broback, Publish & Prosper, Blogging for your Business, 188 pagina’s, Uitgeverij New Riders, ISBN 0 321 39538 7, € 23,21
Robin Williams & John Tollet, Podcasting and Blogging with GarageBand and iWeb, 166 pagina’s, Uitgeverij Peachpit Press, ISBN 0 321 49217 X, € 18,35
Who’s who: de gerontocratie
Volgens Jan Mertens, destijds voorzitter van het NKV, was de economische macht in dit land in 1968 in handen van hooguit 200 mensen. De Volkskrant heeft bijna veertig jaar later geturfd wie thans aan de touwtjes trekt. Dat blijken overwegend oude, blanke mannen te zijn. Van ons soort mensen is Gerard Kleisterlee, ‘Philips-man in hart en nieren’, de eerst genoemde op de negende plaats. Ad Scheepbouwer, ‘selfmade topman’, volgt op 15. Ton Risseeuw, ‘bijgenaamd de generaal’, mag inmiddels dan al ruim tien jaar oud-president-directeur van Getronics zijn, hij figureert vooralsnog op de 45e plaats. Ben Verwaayen is vast beteuterd over zijn notering op 83. Maar neem dan Roel Pieper: de stakker wordt niet eens genoemd.
Wilco Dekker & Ben van Raaij, De Elite, De Volkskrant Top 200 van invloedrijke Nederlanders, 264 pagina’s, Uitgeverij De Volkskrant/Meulenhoff, ISBN 90 290 7861 8, € 12,50
Vastberaden en hardnekkig op weg naar de top
Op 18 januari verwerft Wouter Teepe aan de Rijksuniversiteit te Groningen de titel van doctor in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Teepe zal onder meer de stelling verdedigen dat privacybescherming en terrorismebestrijding goed verenigbaar zijn. De oplossingen van Teepe ‘bieden beleidsmakers de ruimte om de bescherming van de privacy enerzijds, en het uitwisselen van persoonsgegevens voor terrorismebestrijding anderzijds, goed samen te laten gaan’. Een andere stelling van hem luidt dat de stemadviezen van de Stemwijzer methodologisch gesproken slecht zijn. ‘Daarmee is de Stemwijzer een gevaar voor de democratie.’ Markant: Teepe was mede verantwoordelijk voor de stemwijzers van onder meer Planet Internet, Kennisnet en De Standaard.
Wouter Teepe, Reconciling Information Exchange and Confidentiality, A Formal Approach, 238 pagina’s, Universiteit van Groningen, ISBN (13) 978 90 367 2810 2, € 50, over te schrijven op giro 5540819 te Groningen o.v.v. ‘bestelling proefschrift’. Op http://www.teepe.com/phdthesis staat een elektronische versie van het proefschrift.