Boekenrubriek: iPod-snobisme voor iPod-fetisjisten
Leander Kahney is een schrijver die grossiert in ‘iconolatrie’ oftewel het afgodisch vereren van beelden. Dat weten we sinds deze auteur eind 2004 de Cult of Mac van de persen liet rollen. Het boek werd besproken in de Automatisering Gids van januari 2005. Dit zeer appetijtelijk vormgegeven koffietafelboek verraadde destijds al de schrijvers ongekende ijver en diens deraillerend enthousiasme ten aanzien van het bedrijf Apple. Wetende dat Kahney zijn brood verdient als medewerker van het niet onaanzienlijke Wired News zou je van deze schrijver toch een gezonde journalistieke aanpak verwachten. Maar dat was tot op zekere hoogte dan toch buiten de waard gerekend. Kahney liet in zijn mateloze geestdrift ten aanzien van alles wat met Apple te maken heeft ouderwetse journalistieke kwaliteiten zoals distantie varen. Dat de journalistiek met de Cult of Mac maar matig gediend was, zal de rechtgeaarde Appleholics worst geweest zijn. Een beetje Machead koestert immers de devote subcultuur van Apple als geen ander. Anders gezegd: Kahney kende zijn pappenheimers. Hij wist ze op hun weken te bedienen. Aanbidding Natuurlijk kon een nieuw koffietafelboek maar dan over de succesvolle iPod niet uitblijven. Niet toevallig valt de verschijning van The Cult of iPod samen met de viering van het vijfjarig bestaan van de iPod. De eerste iPod werd gelanceerd op 23 oktober 2001. Enig gevoel voor commercie is de auteur niet vreemd. Hoe dan ook, de Macheads kunnen alweer likkebaardend naar de boekhandel. Want ook de Cult of iPod wil in alles de voorbeeldige combinatie bieden van aanbidding en devotie. Maar wat is het eigenlijk dat de fervente incrowd van dit boek mag verwachten? Dat varieert nogal. Over het algemeen kan de Cult getypeerd worden als een overijverige, bijbelachtige verzameling van wetenswaardige weetjes en futiele wissewasjes. De actieradius van de schrijver reikt van gedegen informatiewinning tot aan overenthousiast iPod-snobisme. Zo weet Kahney wel degelijk interessante informatie op te dissen over het gebruik van de iPod als harde schijf, over de eenvoud van gegevensdiefstal door middel van de iPod en wat dies meer zij. Maar al met al blijft dit boek, hoe sympathiek ook, wat de informatievoorziening betreft, redelijk onder de maat. Je verwacht als lezer veel meer spit- en graafwerk van een medewerker van Wired. Kahney slaagt er wel in een aantal onthullende feiten over de ontstaansgeschiedenis van de iPod in de steigers te zetten, maar hij maakt zijn werk niet af. Een groot deel van het ontwikkelwerk aan de hardware van het zo fel begeerde muziekdoosje, zo weet Kahney, werd geleverd door het onbekende bedrijfje PortalPlayer. Volgens Kahney zou Apple momenteel grootaandeelhouder zijn van PortalPlayer. De suggestie van de schrijver luidt hier dat ze dat de mond heeft gesnoerd naar de pers toe. Zodat alle fans zouden geloven dat het geniale brein van Steve Jobs andermaal wonderen heeft verricht. Ook de software zou niet binnenshuis geschreven zijn, maar door het eveneens onbekende externe bedrijf Pixo. Ook dat bedrijf lijkt nagenoeg met de noorderzon verdwenen te zijn. Maar waarom of hoezo? Geen harde informatie Kahney kan zijn beweringen en suggesties niet hard maken noch ondersteunen. Natuurlijk heeft hij de pech dat het bedrijf Apple ten aanzien van de pers een bijzonder gereserveerde houding aanneemt, maar dan nog. Dat heeft een aantal andere Apple-auteurs niet verhinderd om zich wel goed in het bedrijf te verdiepen en er zich kritisch over uit te laten. Van een aantal andere beweringen die Kahney doet, is niet duidelijk of ze toe te schrijven zijn aan de overijverige fan die zo schaamteloos in hemzelf opleeft, dan wel of ze gewoon waar zijn. Dat de iPod zo luid is, komt doordat Steve Jobs halfdoof is! Beweert Kahney. Als lezer blijf je echter achter met de vraag of dat wel waar is. Het blijft kortom onduidelijk waarom Kahney zijn lezers zijn argumentatie onthoudt. De Cult of iPod is soms net iets te veel lover en soms veel te weinig stam. Voor wie evenwel genoegen neemt met bevallige twijgjes en fraai sprokkelhout, is er werkelijk geen ene smet aan de lucht. Leander Kahney, The Cult of iPod, 150 pagina’s, Uitgeverij No Starch Press, ISBN 1 59327 066 6, € 24,45Leander Kahney, The Cult of Mac, 268 pagina’s, No Starch Press, ISBN 1 886411 83 2, € 37,55 In The iPod & iTunes Pocket Guide staat het jaartal 2006 naast het copyrightteken. Dat is bedrieglijk. Het boekje zelf hadden we begin november 2005 al in bezit. In deze pocket - toch nog net iets groter dan de iPod zelf - is van de jongste videoversie geen sprake. Kopers moeten dus op hun hoede zijn. Het fiasco van veel computerboeken is dat ze sneller verouderen dan de ééndagsvlieg. Nog een echec waar de auteur zich bewust van is: ‘It seems you can’t buy something as simple as a toaster these days without also gaining mounds of accompanying documentation.’ Vervolgens krijgt het bedrijf Apple nog een pluim omdat het de iPod-koper niet overlaadt met ‘useless paperwork.’ Wat een parmantige paradox van deze overijverige auteur. Enerzijds geeft hij af op een teveel aan handleidingen. Anderzijds verblijdt hij de mensheid ongegeneerd met een eigen handleidinkje waarin hij niet verzuimt uit te leggen hoe je het mysterieuze ‘play/pause’ knopje van de iPod dient te gebruiken. Dat is het knopje waar de gemiddelde iPod-gebruiker echt niet van weet waar het voor zou kunnen dienen en daarom kopen ze natuurlijk boekjes vol useless paperwork om het te weten te komen. Christopher Breen, ‘The iPod & iTunes Pocket Guide, all the secrets of the iPod’, Pocket Sized, 210 pagina’s, Uitgeverij Peachpit Press, ISBN 0 321 40968 X, € 9,15 Geen eigen lof Sinds ongeveer vijftien jaar verzorgen Theo Mulder en zijn zonen Arno en Hans (on)regelmatig bijdragen voor het tweede katern van deze krant. Onder het pseudoniem B.A. Lans is vader Mulder bij de lezer ook bekend als columnist. Vader Mulder heeft een opzienbarende carrière achter de rug in de wereld van de automatisering. Als ondernemer - hij lag aan de basis van Multihouse -, als hoogleraar zonder universitair diploma en tot slot ook als mediator, gerechtelijk deskundige en als risicokapitalist. De veelzijdigheid van deze bevlogen man is niet gering. Zijn zonen traden min of meer in zijn voetsporen. Het boek dat dit triumviraat heeft uitgegeven in eigen beheer is een soort liber amicorum geworden, maar dan door eigen hand. Het boek biedt reflectie over de afgelopen periode, ten behoeve waarvan een groot aantal artikelen uit deze krant wordt gerecycleerd. De auteurs weten zich behendig uit de buurt te houden van de voorspelbare valkuilen van de hagiografie. Integriteit is een woord dat nergens valt, maar dat deze schrijvers past als een epitheton ornans. In het kielzog van deze bijzonder fraai vormgegeven oblong uitgave verscheen overigens op vergelijkbare wijze ook het proefschrift van Hans Mulder. Beide boeken kunnen besteld worden via de website eenvoudincomplexiteit.nl. Arno, Hans & Theo Mulder (redactie Henk Ester), Eenvoud in complexiteit, de passie van een ondernemersfamilie, 252 pagina’s, uitgave in eigen beheer, ISBN 0 9020235 8, € 49,62 J.B.F. Mulder, RED Rapid Enterprise Design, Uitgave in eigen beheer, ISBN 90 810480 1 5, € 27,61.Levensgevaarlijke consumentenelektronicaVolgens schattingen van de Amerikaanse belangenbehartiger Consumer Electronics Association mag de omzet in gadgetry dit jaar geschat worden op een duizelingwekkende 130 miljard dollar. George Bailey en Hagen Wenzek wijzen er al meteen in het eerste hoofdstuk van Irresistible op dat de explosieve expansie in deze sector geen enkele garantie biedt. ‘Levensgevaarlijk’, noemen beide auteurs de bestaande situatie. Volgens Bailey en Wenzek gaat een derde van alle bedrijven binnen deze sector binnen vijf jaar in rook op. Maar waar moeien deze auteurs zich mee? Beide mannen werken voor IBM en dat is helemaal geen speler in de markt voor consumentenelektronica. IBM is ook geenszins van plan om het te worden. De verklaring is dat beide auteurs voor big blue actief samenwerken met de producenten van consumentenelektronica. IBM speelt het spel zelf niet mee, maar wil het wel scheidsrechteren, sturen en dirigeren. Het mag duidelijk zijn dat IBM wel degelijk van plan is om goud geld over te houden aan een inspirerende outsider rol.George Bailey & Hagen Wenzek, Irresistible, Markets, Models, and Meta-Value in consumer electronics, 240 pagina’s, Uitgeverij IBM Press (Prentice Hall), ISBN 0 13 198758 5, € 24,99