Boze scholen zetten licentieovereenkomst op scherp
Boos Scholen in het regulier onderwijs kregen vorige week te horen dat zij per 1 februari te maken krijgen met een nieuwe licentieovereenkomst voor de producten van Microsoft. De prijzen gaan hierdoor fiks omhoog, wat voor sommige scholen zelfs tot kostenstijgingen leidt van meer dan duizend procent. De prijsverhoging maakte hen boos, maar ook het feit dat ze maar drie weken krijgen om over te stappen riep hun woede op. De Stichting ICT op School, die de besturen van vrijwel alle scholen uit het basis- en voortgezet onderwijs vertegenwoordigt, schreef een boze brief waarin zij dreigde met “eventuele acties richting Microsoft.” Dat lijkt te hebben geholpen. Het gehele Nederlandse reguliere onderwijs wordt voor de standaardpakketten bediend door drie organisaties. SLBdiensten dat de licenties heeft voor scholen uit het middelbaar onderwijs. Surf, dat de licenties heeft voor universiteiten en hogescholen en APS Diensten dat de licenties heeft voor het basisonderwijs. Zij hebben de licentieovereenkomst gesloten met Microsoft. Vooral SLB toonde zich vorige week verbaasd over de verontwaardiging van de scholen. Immers, er was toch met hen overlegd? Resellers Van Krimpen van ICT op School denkt daar anders over:“SLB en APS zijn in feite resellers. Zij spreken niet namens het onderwijs. Wij wel. Zij stellen dat ze overlegd hebben met de scholen. Ongetwijfeld hebben ze hun licht opgestoken bij enkele scholen, maar dat zijn er maar een paar.” T. van Nood, directeur van SLBbevestigt dit. “Maar wij wisten ook geen precieze prijzen voor 7 januari. Wel hebben wij al voor de zomer vorig jaar laten weten aan de scholen dat we weer in onderhandeling waren en in september hebben we een brief gestuurd dat het in elk geval duurder zou uitvallen. Van Krimpen:“Zij zijn geen officiële onderwijsorganisatie en wij wel. Ik wil niet om ze heen gaan en zelf afspraken maken met Microsoft. Tot nu toe hebben ze altijd goed werk geleverd. Maar over deze uitkomsten waren wij niet tevreden. Gelukkig zijn ze opnieuw om de tafel gaan zitten. Dit keer volgen wij dat nauwlettend.” Dat de Nederlandse scholen zo lang van zulke lage prijzen hebben kunnen profiteren heeft een aantal oorzaken. De eerste is WordPerfect. Deze ooit zeer succesvolle softwareleverancier sloot ruim tien jaar geleden een voor het onderwijs uiterst gunstige overeenkomst met SLBdiensten en Surf. Tegen een zeer laag bedrag konden de scholen de software aanschaffen van WordPerfect, dat toen marktleider was in Nederland op het gebied van tekstverwerking. Tegenover de lage inkomsten stond voor WP een groot voordeel: het bedrijf had nu in één klap vrijwel de gehele onderwijsmarkt in handen. Microsoft kon alleen maar tandenknarsend toekijken. Drie jaar later sloot het bedrijf een soortgelijke overeenkomst met SLBdiensten, tegen dezelfde bodemprijzen. Dat contract, met die gunstige voorwaarden, is uiteindelijk twee keer verlengd. Nu er echter vrijwel geen concurrentie meer te vrezen valt, is de onderhandelingspositie van SLBdiensten aanzienlijk slechter. Van Nood van SLB, beaamt dit. Dat er bij de Office-software nu vrijwel geen concurrentie meer is voor Microsoft voelen de scholen nu in hun portemonnee. Logistiek Om de prijzen laag te houden zorgen SLB, Surf en APS zelf voor de gehele logistiek rondom de software. Ze laten zelf de software op CD’s persen bij Sony in Oostenrijk. Voor de boeken hebben ze contracten afgesloten met uitgevers. Scholen bestellen en betalen bij SLB, dat de gehele levering verzorgt. Microsoft levert alleen de zogeheten Select-programmatuur die de basis vormt voor de te persen CD’s. Ook het feit dat het Nederlandse onderwijs met een beperkt aantal inkooporganisaties werkt, waardoor die een flinke slagkracht hebben, heeft er tot nu toe voor gezorgd dat de prijzen laag bleven. Van Nood: “Microsoft noemt òns monopolisten. Zo hebben wij tien jaar lang de prijzen zeer laag kunnen houden. Dat gaat niet meer.” Zie ook de Opinie- rubriek op pagina 12