Compuware zoekt grenzen testgemak
Om ook de kwaliteit van de software in het oog te houden, levert het bedrijf ook al geruime tijd testhulpmiddelen. "Maar wat we van klanten vaak hoorden, was ‘Ik heb een testprocés nodig’", zegt Michael Feord, Europees verkoopdirecteur voor deze hulpmiddelen. Compuware presenteert zijn oplossing, de Compuware Application Reliability Solution (CARS), als een simpele reactie op die behoefte, maar zo makkelijk was het niet, valt op te maken uit het betoog van Michael Feord. Kwaliteitsbeheersing is nu eenmaal niet zo makkelijk tot een ‘product’ te maken. Methode Uitgangspunt voor CARS is de methode QualityPoint van het bedrijf. Die methode bestaat overigens al langer en is een van de diverse methoden die er zijn voor het in een zo vroeg mogelijk stadium van het ontwikkelproces in de gaten houden van de kwaliteit. TMap en het Rational Unified Process zijn andere voorbeelden. Met Quality Point worden de testmiddelen ingezet op de onderdelen van een applicatie die de hoogste prioriteit hebben. "Als je de zaak op zijn beloop laat, worden de stukken code die het eerst af zijn het best getest en voor de complexere stukken die wat langer vergen is er dan nauwelijks meer testcapaciteit over." Aan de hand van de methode kunnen ontwikkelaars inschatten wat het bedrijfsrisico is van bepaalde applicatiefouten, hoeveel risico er getolereerd kan worden en hoeveel testen er nodig zijn om dat tolerantieniveau per onderdeel te behalen. Testers hebben vervolgens bijvoorbeeld de juiste testgevallen bij de hand als bepaalde applicatiedelen of routines klaar zijn om getest te worden. Feord: "Software moet alleen vrijgegeven worden als de 30 procent belangrijkste delen voor 100 procent zijn getest. Je weet van tevoren dat je nooit genoeg tijd hebt om alles volledig te testen." Administratie Het probleem dat Compuware met CARS wil ondervangen is dat van de administratie. "Iedere requirement in het ontwikkelproces heeft een ‘log’ en die levert veel werk op. Er zit zoveel administratie in een methode dat die heel afleidend werkt. Het gebruik van losse tools daarvoor, zoals Excelspreadsheets, tast ook nog eens de productiviteit aan." Door de kwaliteitsprocessen rond softwareontwikkeling meer ‘op technologie te zetten’, zoals Feord het zegt, heeft Compuware dat willen ondervangen. Enkele gereedschappen, de integratietechnologie en de portal zijn samengevoegd en voorzien van workflowfunctionaliteiten waarmee de testmethodologie in zekere zin geautomatiseerd wordt. "Elk ontwikkelteam krijgt nu een ‘inbox’ op de portal. De administratie wordt nu gewoon voor de ontwikkelaar gedaan. De zo nodige discipline hoeft niet meer afgedwongen te worden." Maar er zijn grenzen aan het ‘productizeren’ van zo’n aanbod, merkte Compuware. CARS is uitgeprobeerd bij vier Amerikaanse klanten. "Het bleek daar alleen goed te gaan als een team van Compuware zelf verantwoordelijk is voor het begin." Een kort en intensief programma zonder discussies door externen voorkomt volgens Feord dat de gebruikelijke culturele barrières gaan opspelen. "Als je interne mensen zelf vraagt processen op te starten, gaat het mis." In het gemiddelde geval komt een ‘quality assurance’architect van Compuware de bestaande ontwikkel en testpraktijk in kaart brengen. Daarop wordt vervolgens de QualityPointmethode losgelaten, aangepast aan de rapportagebehoeften van de klant. Compuwares aanbod dient nu vooral als aanzet voor een doorlopende dienstenrelatie, maar klanten kunnen een CARSproject ook aangrijpen als middel voor het opzetten van een eigen testcentrum. "Testmanagers doen er jaren over hun wensenlijst samen te stellen, dus het opzetten van zo’n testcentrum is erg kostbaar."