Consumentenbond wekt toorn van NLIP
Het gaat om brokjes informatie met een lengte van zo’n 5 kilobyte. “Veel en veel te weinig, vooral als je gebruik maakt van een uiterst snel medium zoals ADSL. In zo’n geval kost het opbouwen van de verbinding al meer tijd dan het binnenhalen van de eigenlijke informatie”, zegt René Post van de Leidse firma Iping Research. Dit bedrijf houdt zich al een jaar of vijf bezig met het professioneel meten van de snelheid van internetverbindingen en providers. “Ik vergelijk het met een autotest, waarbij je het gaspedaal maximaal 1 seconde ingedrukt mag houden. Vervolgens wordt dan de conclusie getrokken dat geen van de onderzochte auto’s sneller kan rijden dan zo’n 50 kilometer per uur”, aldus NLIP-baas Leemans. Surfgedrag “De door ons vergaarde cijfers bieden vooral een relatief beeld van de providers, aangezien ze allemaal volgens dezelfde methode zijn bekeken”, stelt woordvoerder Ewald van Kouwen van de Consumentenbond. “We hebben ook bewust gekozen voor een testmethode die zo dicht mogelijk ligt bij het normale surfgedrag. Dat wil zeggen dat mensen kleine hoeveelheden data binnenhalen. Het gaat erom dat we in zo’n situatie de snelheid van een provider vaststellen.” Het meten van de snelheid in situaties waarin grote tot zeer grote files worden binnengehaald (zoals MP3-bestanden of video) is een optie die de Bond niet afwijst. “Zo’n onderzoek kunnen we best opstarten, we staan open voor overleg. Wat nu inderdaad blijkt, is dat surfen via ADSL of de kabel sneller gaat dan via een telefoonverbinding. In het verleden hebben we op dat vlak wel andere geluiden gehoord. Diverse gebruikersgroepen riepen een jaar terug nog dat hun internet via de kabel langzamer werkte dan via de telefoon. Die voorstelling van zaken hebben we nu uit de wereld geholpen”, aldus Van Kouwen. Kritiekpunten De Consumentenbond gaat nader onderzoeken hoe het staat met de kritiek van NLIP dat bepaalde providers ten onrechte slecht uit de test komen. “Ook werden in twee gevallen snelheden gemeten die hoger waren dan het theoretische maximum van een bepaald abonnementstype”, zegt Leemans. Van Kouwen: “We varen min of meer blind op de gegevens die onze testers verstrekken. Iemand met een Basic-abonnement die bijvoorbeeld zegt dat hij een Premium-aansluiting heeft, zorgt dan voor een foute interpretatie. Als dat zo blijkt te zijn, dan erkennen we die fout en rectificeren we zo snel mogelijk.”