De werkdruk blijft maar stijgen
Aan het onderzoek deden beheerders/helpdeskmedewerkers, ontwikkelaars en programmeurs, ICT managers, afdelingshoofden en andere leidinggevenden mee. Werkdruk kan op verschillende manieren ontstaan. De deelnemers aan het onderzoek is gevraagd binnen een aantal clusters van stress-oorzaken een aantal stellingen te beoordelen. De stellingen hadden betrekking op zaken als taakinhoud, de relatie met collega’s, de waardering die ze krijgen en hun toekomstverwachtingen. Maar ook over de organisatie van hun werk, de kwaliteit van de leiding, de mate van (geestelijke) inspanning, waar men zich zorgen over maakt en de invloed van het werk op de privé-situatie. Naarmate er meer hoge scores op meerdere van deze stress-factoren worden gemaakt neemt het risico van spanningsklachten toe. De uitkomsten voor 2004 laten zien dat op veel van de afzonderlijke stress-factoren de scores, net als vorig jaar, aan de hoge kant zijn. Dat levert in combinatie met elkaar dus opnieuw de conclusie op dat de werkdruk verder toeneemt. 63 procent van de ondervraagden vindt dat de werkdruk is toegenomen. Men is wel zeer positief over de mate van opleiding en over de afwisseling in het werk. Ruim 90 procent van de respondenten vindt het werk boeiend en plezierig en roemt de onderlinge sfeer. Maar op een reeks van andere stressfactoren zijn de scores heel wat minder positief. Uitspraken Slechts drie procent van de ondervraagden vindt dat de werkdruk is afgenomen. Een greep uit de verklaringen die ze daar voor geven: ‘Nieuwe betere collega, die twee [2!] ex-collega’s vervangt.’ ‘Het stuk wat mij betrof is aan een outsourcingstraject bezig.’ ‘We hebben net een groot project afgerond.’ ‘Een betere organisatie.’ Veel respondenten maakten gebruik van de mogelijkheid aan te geven wat volgens hen de oorzaak van de toenemende werkdruk is. Het meest gegeven antwoord daarbij is : ‘we moeten meer doen met minder mensen’, maar er is ook een variëteit aan andere opgegeven redenen. Een kleine bloemlezing: ‘Meer werk, meer zieken en allerlei projecten die van hogerhand over de schutting worden gesmeten’‘Door een reorganisatie weer minder personeel voor minstens dezelfde hoeveelheid werk’‘Het bedrijf groeit wel, maar mijn afdeling niet!’‘Teveel projecten in te korte tijd’‘Steeds strakkere deadlines en invloeden van buitenaf waar je zelf geen invloed op hebt’‘We hebben een aantal bedrijven overgenomen en teveel mensen ontslagen.’‘Veel projecten hebben dezelfde prioriteit gekregen en dienen tegelijk ‘live’ gezet te worden’‘Er moeten steeds meer applicaties worden ondersteund’‘Even een nieuw uitwisselingssysteem met 3000 kantoren implementeren’‘Procesmatig werken vraagt meer inspanning, terwijl het operationele werk niet afneemt’‘Er is onvoldoende kwaliteit bij de medewerkers en er zijn te weinig medewerkers’‘Het gevoel dat de dienstverlening op een hoger niveau is komen te liggen’‘Onder druk van de markt moet hetzelfde werk sneller en goedkoper worden gedaan’‘Meerdere trajecten moeten nog voor het eind van het jaar worden afgerond’‘Het management heeft niet in de gaten dat er niet genoeg gekwalificeerde medewerkers zijn’‘Te snelle implementaties die maar half worden afgemaakt’‘De overdracht van taken van het Rijk naar de gemeenten, zonder het benodigde budget’‘Achtergebleven investeringen en dus nu instabiliteit’‘We zijn overgenomen door een Amerikaans bedrijf zonder scrupules’’Toename van het aantal part-timers (na het krijgen van kinderen) en jonge collega’s die minder werkdruk aankunnen’‘Veel extra avondwerk om de gebruikers te ontzien’‘Er landen steeds meer problemen op mijn bureau’Personeelsomvang De trend die in het onderzoek van vorig jaar al werd gesignaleerd zet zich verder door: er wordt steeds meer gedaan met minder mensen. De personeelsomvang is bij 35 procent van de ondervraagden afgenomen. Er lijkt wel een zekere afvlakking van de personele krimp op te treden. Vorig jaar meldde nog 42 procent van de ondervraagden een teruglopende personeelsomvang. De formaties lopen het sterkst terug bij ICT-afdelingen in de non-profit sector (37 procent). Dat lijkt een inhaaleffect ten opzichte van vorig jaar toen de personele krimp in de non-profit sector veel kleiner was (11 procent) dan in de andere onderzochte sectoren. Hoeveelheid werk Volgens 71 procent van de respondenten is de hoeveelheid werk het afgelopen jaar toegenomen. Vorig jaar meldde 62 procent een groei. De hoogste score hebben de ICT-afdelingen bij de overheid. Acht van de tien daar werkzame ICT-ers melden een toename van de hoeveelheid werk. Bij de ICT dienstverleners meldt 66 procent een toename van de hoeveelheid werk, maar dat vertaalt zich nog niet in een positieve balans voor de personeelsomvang. 35 procent van de respondenten werkzaam bij een ICT-dienstverlener meldt dat de personeelsomvang (nog steeds) afneemt, 25,5 procent maakt melding van een toenemende personeelsomvang. Zorgen Een voornaam zorgenkind van de ICT-leidinggevenden vormt de kwaliteit, de stabiliteit en de veiligheid van de systemen. Opmerkelijk is dat bijna de helft (49 procent) van de ICT-managers en afdelingshoofden zich het allermeest zorgen zegt te maken over onbegrip bij hun directie. Het grootste zorgenkind van de CIO’s zijn de razendsnelle ICT-ontwikkelingen. 48 procent geeft aan zich daar het meest zorgen om te maken. Organisatie van het werk Zes van de tien directeuren zeggen dat het werk goed georganiseerd is, maar de helft van de ICT-managers en afdelingshoofden vindt dat juist niet. Van de ontwikkelaars en programmeurs is ruim 55 procent daar negatief over, terwijl op het niveau van de beheerders en de helpdeskmedewerkers zelfs bijna 60 procent vindt dat het werk slecht is georganiseerd. Als wordt gekeken naar de verschillende sectoren waar ICT-werk wordt verricht scoren vooral de ICT-afdelingen binnen de overheid hoog in hun kritiek op de organisatie. Een ruime meerderheid (58,3 procent) is het niet eens met de stelling dat hun werk goed is georganiseerd. Bij de non-profit organisaties is 53,6 procent negatief over de organisatie van het werk, in het bedrijfsleven is dat bijna 52 procent, evenals bij de ICT-dienstverleners. In het werkdrukonderzoek van vorig jaar was over-all 54 procent van de respondenten ontevreden over de organisatie van het werk. Nu is dat iets lager, 52,8 procent. Overwerk Frequent en langdurig overwerken kan leiden tot een hogere werkdruk. Gemiddeld genomen werken de ICT’ers uit het onderzoek zo’n vier uur per week over. Dat is een lichte toename ten opzichte van vorig jaar. Maar er zijn grote verschillen tussen de verschillende functiecategorieën. Beheerders en helpdesk medewerkers werken het minst over. 45 procent geeft aan minder dan vier uur per week over te werken. Voor ICT directeuren en algemeen directeuren ligt dat heel anders. Bijna de helft daarvan geeft aan 10 uur of meer over te werken. Ten opzichte van de meting van vorig jaar zijn overigens de algemeen directeuren gemiddeld minder gaan overwerken, alle andere beroepsgroepen meer. Bezien per branche valt op dat met ten opzichte van vorig jaar alleen bij de ICT-dienstverleners (nog) meer is gaan overwerken, bij alle andere branches iets minder. Onverwachte situaties Bijna zeven van de tien respondenten geeft aan dat het werk vaak wordt belemmerd door onverwachte situaties. Ruim driekwart van de mensen die bij een ICT-afdeling binnen een non-profit organisatie werkt klaagt daar over. Beheerders en helpdeskmedewerkers (62,9 procent) en ICT-managers/afdelingshoofden (62,6 procent) geven aan dat ze in het werk worden gehinderd door gebreken in het werk van anderen, met als uitschieter de ICT-afdelingen binnen de overheid. Binnen de ICT-afdelingen van het bedrijfsleven (63,8 procent) en bij ICT-dienstverleners (63,5 procent) blijkt het werk vaak bemoeilijkt te worden door de afwezigheid van anderen. Goede dagelijkse leiding De niet-leidinggevenden die deelnamen aan het onderzoek zijn niet zo erg te spreken over hun dagelijkse leiding. Van de beheerders en helpdeskmedewerkers is bijna 53 procent het niet eens met de stelling dat ze onder een goede dagelijkse leiding werken. Het beeld bij de ontwikkelaars en de programmeurs is wat beter, maar ook daar is de waardering voor de kwaliteit van de baas niet al te hoog. Maar net de helft (51,4 procent ) vindt dat men een goede dagelijkse leiding krijgt. Gemeten naar sectoren is men vooral in de non-profit sector negatief over de kwaliteit van de leiding (57,3 procent) Het meest positief over de baas is men binnen de ICT-afdelingen van de overheid. Daar vindt bijna 62 procent dat men een goede dagelijkse leiding krijgt. Over-all is 50,3 procent van de respondenten negatief en 49,7 procent positief over de leiding van zijn baas. Dat is nauwelijks een verbetering ten opzichte van vorig jaar toen ook maar 48 procent de dagelijkse leiding in orde vond. Slechts een kleine meerderheid (53,5 procent) vindt dat de dagelijkse leiding en goed beeld heeft van zijn of haar werk. Binnen de non-profit organisaties is dat zelfs een minderheid (45,3 procent). Inspannend Op de vraag of het werk lichamelijk erg inspannend is antwoordt de overgrote meerderheid ( 91,9 procent) ontkennend. Dat is anders als het gaat om de geestelijke inspanning. Erg inspannend zegt 83,6 procent, waarbij de kroon wordt gespannen door ontwikkelaars en programmeurs (86,4 procent). Een nog grotere groep (86,8 procent) geeft aan geregeld onder tijdsdruk te moeten werken. Dat is het meest het geval binnen het bedrijfsleven (87,4 procent) en bij de ICT dienstverleners (89,7 procent). Dat is een toename ten opzichte van de meting van vorig jaar toen het algemeen gemiddelde op 83 procent uitkwam. Privé -leven Bijna 54 procent vindt dat met het eigenlijk wat rustiger aan zou moeten doen. Bij de ICT managers en de afdelingshoofden is dat zelfs 58,6 procent. 56,8 procent vindt dat er omstandigheden zijn in het werk die een ongunstige invloed hebben op het privé -leven. Algemeen directeuren en ICT managers vinden dat het meest en die opvatting tref je het meest aan bij mensen die werkzaam zijn bij een ICT dienstverlener. Waardering en vooruitzichten Mensen voelen zich in de organisatie meer (voldoende) gewaardeerd naarmate ze een hogere functie vervullen. 45,3 procent van de beheerders en helpdesk medewerkers vindt zich onvoldoende gewaardeerd. Bij de algemeen directeuren is dat maar 22 procent. De tevredenheid over de beloning is uiteraard ook een goede maatstaf voor de mate waarin mensen zich gewaardeerd voelen. Uit het onderzoek blijkt dat maar 53,6 procent zijn beloning in overeenstemming vindt met het werk dat wordt gedaan. Vorig jaar was dat nog 60 procent. Een meerderheid van de beheerders en helpdesk medewerkers (53,5 procent) vindt de beloning niet in overeenstemming met de geleverde inspanningen. Dat was ook de score vorig jaar. Opmerkelijk is dat de tevredenheid ten opzichte van vorig jaar ook in de andere functiegroepen terugloopt. Bijna de helft van de ICT’ers bij non-profit instellingen vindt de beloning te laag en 47,9 procent van de mensen die werkzaam zijn bij de ICT dienstverleners. Bijna de helft van de respondenten die werkt bij non-profit instellingen twijfelt aan zijn vooruitzichten bij die werkgever. Binnen de overheid is dat 46,7 procent. Van degenen die bij een IC- dienstverlener werken vindt 64,5 procent zijn vooruitzichten bij die werkgever goed. De redactie van Automatisering Gids en het bureau Leeuwendaal danken de respondenten voor hun medewerking.