Overslaan en naar de inhoud gaan

Digitale trapvelden verspreiden zich als een olievlek

Het aantal digitale trapvelden is in 2003 gestegen tot 447. Dat zijn er 203 meer dan in 2002. De trapvelden lijken vooral op het gebied van integratie van allochtonen goede diensten te bewijzen. Dat blijkt uit de monitor Digitale Trapvelden 2003 die vorige week vrijdag tijdens de Landelijke conferentie Digitale Trapvelden in Emmen werd gepresenteerd.
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Op 6 april 2000 verrichtte toenmalig minister Roger van Boxtel voor Grotesteden- en Integratiebeleid de aftrap van het project Digitaal Trapveld. De doelstellingen van het project zijn verkleining van de digitale kloof, verbetering van de arbeidsmarktpositie van kansarme groepen en het versterken van de sociale cohesie. Oorspronkelijk was gedacht dat er 34 digitale trapvelden zouden komen. Het aantal bezoeken wordt geschat op 1 miljoen. Dat cijfer leiden de onderzoekers af uit de gegevens die ze kregen van 51 trapvelden. Deze waren gezamenlijk goed voor 150 duizend bezoeken per jaar. Extrapolatie naar de 447 trapvelden leidt tot een totaal van ruim 1,3 miljoen bezoeken, dat voorzichtigheidshalve door de onderzoekers naar beneden is bijgesteld. Verdrievoudigd In totaal worden op de 447 trapvelden die Nederland nu rijk is, 118 verschillende cursussen voor een groot aantal verschillende doelgroepen gegeven. Het aantal cursussen is bijna verdrievoudigd ten opzichte van vorig jaar. De doelstelling ‘leren omgaan met ICT’ is voor de meeste trapvelden nog steeds de belangrijkste. Het ‘versterken van de sociale cohesie’ wordt ook steeds belangrijker. Het ‘versterken van de arbeidsmarkt-positie’ blijft achter, maar stijgt wel licht. Wat sociale cohesie betreft blijkt volgens de onderzoekers vooral op het gebied van integratie- en inburgeringsprojecten een grote slag te zijn geslagen, dit vormt de grootste groep aan projecten. Ook blijkt dat allochtonen het meest als doelgroep worden genoemd. 59 procent van de trapvelden ontplooit activiteiten gericht op allochtonen, 54 procent richt zich op kinderen en 44 procent op senioren. De belangrijkste successen van de trapvelden zijn volgens de ondervraagde stedelijke coördinatoren: het bereiken van specifieke doelgroepen, als allochtonen, en het wegnemen van computervrees. Als belangrijkste knelpunten noemen zij de financiën, het gebrek aan vrijwilligers en de beperkte professionele begeleiding. Bijna 64 procent van de medewerkers op de digitale trapvelden is vrijwilliger. Dat is een daling van 9 procent ten opzichte van vorig jaar. Daartegenover staat een ruime verdubbeling van het aantal tijdelijke medewerkers van 4 naar 9 procent en verder kleine stijgingen bij de categorieën betaald, gesubsidieerd en overige. Hoewel 64 procent van de medewerkers vrijwilliger is, draaien zij samen slechts 37 procent van het aantal gewerkte uren. Betaalde en gesubsidieerde medewerkers beslaan 21 procent van de medewerkers, maar doen 53 procent van het werk. Het gemiddeld aantal medewerkers per trapveld daalde van 11,5 naar 7,3. De digitale trapvelden kampen onder andere met de bezuinigingen van het kabinet Balkenende op gesubsidieerde arbeid. Gefinancierd Van de 447 worden er 177 (mede)-gefinancierd via de bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Van Boxtel stelde voor de digitale trapvelden begin 2000 eenmalig 20 miljoen gulden aan dertig gemeenten beschikbaar voor een periode van drie jaar. Het geld dat na drie jaar nog van het initiële bedrag over is, mag worden doorgeschoven naar 2004. Ingewijden melden dat de huidige verantwoordelijke minister Thom de Graaf zich nog beraadt over extra geld voor de digitale trapveldjes. De 270 buiten het project gestarte trapvelden blijken voor hun middelen vooral aangewezen op hun gemeente. 65 procent van de trapvelden noemt de gemeente als inkomstenbron en de helft daarvan als grootste inkomstenbron. 77 procent van de trapvelden is op dit moment verzekerd van continuïteit in 2004. Bij de overige 23 procent bestaat om verschillende redenen nog wel onzekerheid. Opmerkelijk is dat van de door Binnenlandse zaken gefinancierde trapvelden 31 procent nog onzeker is over het voortbestaan in 2004. Een mogelijke verklaring is dat deze trapvelden door de beschikbaarheid van geld en voorzieningen nog niet geleerd hebben op eigen benen te staan.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in