Doemscenario nadert voor mobiele telecomindustrie
De afvlakking van de groei was echter te voorzien. Het lukt niet om aan meer dan acht van de tien mensen een mobiele aansluiting te slijten. Het grote probleem voor de telecomindustrie is dat gebruikers niet erg bereid blijken te investeren in de nieuwe diensten en toestellen die de terugval in omzet moesten compenseren. Tegelijk moeten telecomaanbieders meer investeren in marketing en klantenservice om het verloop in het klantenbestand, de churn, tegen te gaan. Ook drukt een enorme schuldenlast op de industrie. De uitweg die beide marktvorsers zien voor de industrie, verschilt nogal. Forrester’s analist Lars Godell denkt dat de telecombedrijven te veel blijven proberen meer omzet te halen uit de huidige klanten. Dat gaat gepaard met torenhoge investeringen. Een 3G-netwerk bouwen kost vijftien keer zo veel als een GPRS-netwerk bouwen. Meer abonnees zal 3G niet opleveren in een verzadigde markt. Er vindt hooguit een vervanging plaats. Bovendien blijft het aantal diensten dat abonnees willen en kunnen gebruiken, gering. Een mens heeft immers een beperkte hoeveelheid tijd om te besteden aan mobiele diensten. “Het is een gok met een prijskaartje van 300 miljard euro en een magere return on investment”, stelt Godell cynisch. De communicatie tussen machines zonder menselijke tussenkomst biedt uitkomst, meent hij. Die communicatie bestaat nog nauwelijks, maar kan uitgroeien tot honderden miljarden verbindingen binnen twintig jaar. Auto’s, verkoopautomaten, liften en allerlei apparaten die regelmatig onderhoud nodig hebben kunnen via sensoren zelf melden wanneer een beurt nodig is. Een automobilist kan per dag hooguit dertig gesprekken voeren, maar de auto zelf kan per dag honderden korte GPRS-sessies opzetten met bijvoorbeeld de garage, routeplanners, belastingdienst en de leasemaatschappij, redeneert Godell. Hij denkt dat de mogelijkheden onbeperkt zijn. Een chip in het dekentje over een ziek kind registreert de temperatuur en meldt de verpleging in het ziekenhuis wanneer de koorts stijgt. En een fabrikant kan zijn goederen met een goedkope radiochip in de verpakking volgen. Groeipotentieel Gartner’s Nigel Deighton ziet de interactie tussen machines ook als een groeipotentieel. Hij verwacht echter niet dat de ontwikkelingen zo snel verlopen dat de omzetval in de telecomindustrie daarmee te keren valt. Als het fenomeen al aanslaat, bedraagt de hoeveelheid data die de apparaten genereren een fractie van het spraakverkeer. “Op zijn best levert dat verkeer tussen machines een omzetverhoging van 10 procent”, meent Deighton. Hij adviseert de industrie zich te richten op de diensten die nu goed lopen. De telecombedrijven moeten bijvoorbeeld SMS uitbreiden met extra functionaliteiten, zoals picture messaging maar ook de ‘churn’ terugdringen. Het creëren van nieuwe dienstverlening die de klanten aantoonbare waarde bieden, blijft essentieel voor groei in de nabije toekomst, meent Deighton. “Zij moeten uitkijken niet te verworden tot de leveranciers en loodgieters van ‘bitpijpen’.” Het bouwen van een netwerk heeft immers een lange terugverdientijd. Het ontwikkelen van diensten levert veel sneller omzetresultaat. Maar dienstenontwikkeling is ook complexer, stelt Deighton. Telecombedrijven kunnen onmogelijk thuis zijn in al de niches waar diensten voor te ontwikkelen zijn. Zij moeten daarom de regie in handen nemen van het bouwen van een ‘ecosysteem’ van kleine, alerte dienstenontwikkelaars, waarbij het telecombedrijf de bindende factor is die zorgt voor facturering en een sterke relatie met de klant. Of telecombedrijven in staat zijn de omslag te maken, weet Deighton niet. “Het interessante moment komt als de omzet werkelijk gaat terugvallen. Wat gaan ze dan doen?”