Dotcommers zagen ontslag aankomen

Meestal kregen zij het slechte nieuws te horen van hun directe leidinggevende of de afdelingschef. Ongeveer een kwart hoorde het nieuws van een P&O-functionaris of een andere medewerker. Een enkeling ontdekte de ontslagronde via de media. Het merendeel van de ontslagen dotcommers moest op de dag dat ze het nieuws te horen kregen het pand verlaten. Bij 30 procent moest dit zelfs binnen een uur gebeuren. In enkele gevallen waren de spullen van de betreffende persoon al ingepakt op het moment dat hij of zij bij de baas op het matje werd geroepen. Ruim 25 procent van de dotcom-ontslagen kreeg geen financiële regeling aangeboden, simpelweg omdat hun werkgever zijn deuren moest sluiten. Ongeveer 40 procent kreeg maximaal een maand doorbetaald. De helft van de ondervraagden zei geen begeleiding te hebben gehad bij het verwerken van het nieuws. Zeven op de tien ontslagen dotcommers vroegen – meestal nog in diezelfde week – een uitkering aan. Circa 15 procent deed dit niet, ook al hadden zij er recht op. Ook bij het zoeken naar een andere baan boden weinig werkgevers hun hulp aan. Degene die dit wel kregen aangeboden, bestempelden de hulp als ‘absoluut niet nuttig’. In Nederland hebben zich de afgelopen maanden vergelijkbare taferelen voorgedaan. Zo kregen vertalers bij Lernout en Hauspie in Eindhoven een uur voordat ze konden inpakken te horen dat hun halfjaarcontracten niet verlengd zouden worden. In januari bereikte het aantal ontslagen bij Amerikaanse internetbedrijven een nieuw record: 12.828. Een stijging van 23 procent ten opzichte van december, toen 10.459 mensen op straat kwamen te staan. Dit blijkt uit onderzoek van het outplacement-bureau Challenger, Gray & Christmas. Vanaf het moment dat het bureau begon met het bijhouden van het aantal ontslagen dotcommers, in december 1999, zijn in totaal 54.343 werknemers bij 610 Amerikaanse internetbedrijven ontslagen.