Duitse ISP jaagt P2P-piraten schrik aan
De dochter van Deutsche Telekom zegt informatie te hebben ontvangen van een niet nader genoemde Amerikaanse organisatie die heeft uitgezocht vanuit welke IP-adressen de software is aangeboden. Gebruikers van Morpheus en KaZaA zien alleen een – doorgaans verzonnen – gebruikersnaam van degene die bestanden aanbiedt, maar de achterliggende IP-nummers zijn door deskundigen zonder al te veel moeite te achterhalen. T-online mag de identiteit van de gebruikers van die IP-adressen niet doorspelen aan de Amerikaanse organisatie. Daarvoor zou – net als in Nederland – eerst een rechtszaak gevoerd moeten worden. Ook de ontvangers van de brief zullen niet aan extra controles onderworpen worden, stelt een T-online-woordvoerder. Maar wel is het denkbaar dat de ISP van hardnekkige overtreders de internetaccount afsluit. Grens Hans Leemans, directeur van de NLIP, de Nederlandse koepel van internettoegangsverschaffers, vindt dat T-Online een grens heeft overschreden. “Als er een strafbaar feit is gepleegd dan moet dat via de geëigende weg afgehandeld worden, dus via opsporingsinstanties en het OM. Wij hebben hetzelfde effect een beetje. De Business Software Alliance heeft ons niet direct benaderd, maar de stichting Brein wel. Die zegt heel graag te willen dat providers helpen bij het verstrekken van accountinformatie. Dat kan dus gewoon niet en geen enkele provider zal dat doen.” De stichting Brein (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland) heeft NLIP volgens Leemans op ‘civielrechtelijk’ niveau om medewerking gevraagd. “Die massale zaken hebben natuurlijk bij het OM niet veel prioriteit.” Leemans stelt zich formeel op het standpunt dat het moeilijk is of er echt sprake is van een overtreding en of een klager wel echt rechthebbende is. “Je raakt in moeilijke dingen verzeild. Het OMis de enige weg.” Leemans denkt dat organisaties als BSA en Brein hopen op de preventieve werking van enkele losse acties.