E-culturele revolutie blijft uit
Bovendien heeft het tijdperk van informatisering volgens de onderzoekers Jos de Haan en Frank Huysmans niet tot de door sommigen verwachte tijdswinst geleid. Daarnaast zijn de efficiency-baten door de toepassing van ICT in het arbeidsproces vooral ingezet voor vergroting van de productiecapaciteit en het productaanbod en niet of nauwelijks voor meer vrije tijd. Gedragsverandering Alle maatschappelijke domeinen zijn weliswaar in meerdere of mindere mate door nieuwe ICT van gedaante veranderd en termen als e-commerce en e-government hebben ingang gevonden in het spraakgebruik, maar ICT heeft nog tot weinig gedragsverandering geleid. Op scholen zijn steeds meer pc’s met internet voor onderwijsdoeleinden beschikbaar, maar deze worden in de lessen nog relatief weinig gebruikt. Hoewel consumenten zich al regelmatig oriënteren op het web, zijn er nog steeds maar weinigen die daadwerkelijk kopen. Burgers kunnen gaandeweg meer informatie van de overheid op het web raadplegen, maar gaan niet in groten getale met de overheid in digitaal debat. Digitaal stemmen is nog steeds toekomstmuziek. Wel groeit geleidelijk de nog kleine groep mensen die digitaal contact onderhoudt met producenten en overheid. Op verzoek van het ministerie van OC&W heeft het SCP in kaart gebracht wat er op basis van in de laatste vijf jaar verzameld materiaal kan worden gezegd over de opkomst van e-cultuur. De ontwikkeling van een e-cultuur is volgens het SCP onder meer afhankelijk van een gunstig oordeel over ICT. Een meerderheid van 68 procent van de Nederlanders denkt positief over digitale technologie. De ICT-liefhebbers voegen de daad bij het woord. Het pc-bezit steeg van 18 procent van de Nederlandse bevolking in 1985 naar 70 procent in 2000. Het percentage personen dat thuis toegang heeft tot internet is gestegen van 16 in 1998 naar 57 in 2001. Achterstand Eind 2001 had ongeveer 6 procent van de Nederlandse huishoudens een breedband-internetaansluiting (kabel of adsl). In 2000 had 45 procent van de bevolking in een bepaalde week ten minste een kwartier van de vrije tijd achter de computer doorgebracht. Vijf jaar eerder was dat 23 procent. Bij het gebruik van de pc lopen vrouwen en ouderen achter bij mannen en jongeren en de laatsten lopen uit, zo constateert het SCP. Toch zal de achterstand van ouderen verdwijnen met het ouder worden van de huidige jongere generaties. De toegenomen waardering van digitale technologie wijst er volgens het SCP op dat de Nederlandse cultuur zich geleidelijk in de richting van een e-cultuur ontwikkelt. Groepen die bij die groeiende waardering van ICT voorop lopen zijn mannen, jongeren, hoger opgeleiden en personen met hogere beroepen. Het planbureau wijst erop dat de ervaringen in het recente verleden nog niet veel zeggen. ‘Pas over enkele decennia zullen we weten hoe die e-cultuur daadwerkelijk vorm heeft gekregen.’