‘Eigenwijsheid is een lastige eigenschap’
Wat is het leukste aan je werk?“De afwisseling: het ene moment werk ik met Photoshop, het andere moment zit ik code te typen. Soms schakel ik wel zes keer per dag.
”
Welke eigenschappen komen je in dit werk van pas?“Flexibiliteit in ieder geval, vanwege dat schakelen. En je moet ook wel goed tegen een beetje druk kunnen. Verder moet je je goed kunnen inleven in de klant. Een lastige eigenschap is eigenwijsheid.”
Waar kun je beroepshalve van genieten?
“Als ik mijn eigen ideeën heb kunnen uitvoeren, en er is een website uitgekomen waar iedereen blij mee is. Ik vind het ook leuk dat ik verschillende stijlen kan toepassen.”
Als je één ding in je dagelijks werk zou kunnen veranderen, wat kies je dan?
“Over het algemeen heb ik zelf geen contact met de klant. Het zou eigenlijk handig zijn als de projectmanager de startvergadering op video zou opnemen. Dan krijg ik toch net iets meer gevoel bij wat de klant wil. Want een beetje ruis komt er altijd in.”
Sluit de opleiding die je hebt gedaan aan op het werk dat je nu doet?
‘Ik heb reclame en presentatie gedaan in Zwolle, tot 1999. Webdesign zat toen nog niet in de opleiding, ik werd eigenlijk opgeleid voor DTP’er. Omdat ik internet heel interessant vond, ben ik me er zelf in gaan verdiepen. Websites bouwen heb ik mezelf geleerd. Voor mijn afstudeerproject heb ik een website gemaakt in destijds Flash III. Een website met beweging: iedereen vond het geweldig! Daarna ben ik meteen gaan werken als webdesigner. De ‘concurrentie’ komt nu eerder met een basisbagage van school; ze leren op de opleiding de dingen die ik mijzelf heb geleerd of tijdens mijn werkervaring tegen ben gekomen.”
Wat wil je hierna doen?
“Ik zie mijzelf nog wel een poosje meedraaien met de internetbusiness. Misschien ga ik meer naar klanten. Zo lang het creatieve maar in mijn werk blijft, dat vind ik het belangrijkst.”
Wat is er prettig of onprettig aan je werkplek?
“Het is hier allemaal goed geregeld. Het kan wel druk zijn als er drie mensen om me heen zitten te bellen, maar ik kan gelukkig goed ‘in mijn schulpje kruipen’. Verder zitten we hier in centrum Rotterdam, vlakbij de Witte de Withstraat. Daar kunnen we gezellig met z’n allen de kroeg in, of lunchen. Het is traditie om bij elke nieuwe klus de scheepsbel te luiden: dan gaan we met z’n allen lunchen en de opdracht bespreken. De club is nu echter zo groot geworden dat we nu bij twee nieuwe klanten uit lunchen gaan.”