Eind goed, al goed?
Daarin beweerde een distributeur van diagnostische apparatuur, bijgestaan door hét grote gerenommeerde nationale onderzoeksbureau, dat de voor het apparaat ontwikkelde software zulke fouten bevatte, dat het gebruik daarvan letterlijk levensgevaarlijk zou zijn. Daarom was besloten de distributieovereenkomst te ontbinden en de betalingen aan de softwarebouwer te staken.
De rechtbank slikte die conclusie voor zoete koek. Gaande die procedure was het bedrijf van de softwarebouwer teloorgegaan en waren ook zijn particuliere reserves uitgeput. Met hulp van de participatiemaatschappij die hem ook bij de oprichting terzijde had gestaan, werd hoger beroep aangetekend. Daarin maakte het hof in november 2007 brandhout van de beslissing van de rechtbank, die gebaseerd was op leugens en bedrog die niet als zodanig door de rechtbank herkend waren.