Filtersoftware kan nog sterk verbeterd worden
De Australische Broadcasting Authority (ABA) publiceerde eind maart tests van diverse filtersoftware, met als conclusie dat ze onvoldoende werkt. In de VS stapten de associatie van bibliotheken en de unie voor burgerrechten naar de rechter, omdat de Children’s Internet Protection Act filtersoftware op pc’s in scholen en bibliotheken verplicht. De software werkt vaak onvoldoende en is bovendien een vorm van censuur, zo betogen zij. Surfcontrol is een leverancier van filtersoftware. CEO Steve Purdham is het gedeeltelijk met de kritiek eens. “Filtersoftware werkt nooit optimaal. Net zomin als anti- virussoftware alle virussen tegenhoudt. De belangrijkste vraag is: is het effectief? En dat is het wèl. Ik gebruik deze software om ongewenste e-mail te weren. Dankzij onze filter kreeg ik afgelopen week 70 procent minder mail, terwijl daar één bericht tussen zat dat ik wel had moeten krijgen. De vermindering is zodanig dat ik zo’n klein risico aanvaardbaar vindt.” De meeste kritiek is er op filtersoftware voor thuisgebruik, maar ISP’s en het bedrijfsleven zijn de grootste afnemers van (de serverversies van) deze software. Voornamelijk in de VS, in Nederland wordt het nog weinig toegepast. Filtersoftware werkt volgens Purdham in bedrijven wel, omdat het wordt beheerd. Dat is volgens hem de essentie: er moet ‘filterbeleid’ zijn. “Onze klanten vullen zelf in welke URL’s toegankelijk zijn. Dit alles voor beveiliging, bescherming van de capaciteit van het netwerk en de productiviteit van de medewerkers voor het bedrijf.” De meeste leveranciers van filtersoftware werken met zogenaamde zwarte lijsten van URL’s met mogelijk ongewenste content. Webcrawlers speuren op het net, waarna medewerkers de gevonden sites bekijken en de definitieve zwarte lijst opstellen. Deze sites worden in categorieën (porno, alcohol, gokken) ingedeeld en de gebruiker vinkt zelf aan welke geblokkeerd moeten worden. Nieuwsgroepen, chatten en het versturen van mail worden gecontroleerd door te screenen op woorden of plaatjes (bijvoorbeeld de hoeveelheid huid op een afbeelding). De selectie van ongewenste content wordt steeds vaker ondersteund door kunstmatige intelligentie: lerende programma’s die door de context van een tekst of plaatje kunnen vaststellen of het om bijvoorbeeld porno of een badpakkenreclame gaat. Deze techniek moet de accuraatheid van de software vergroten. De software laat nog teveel ongewenste content door en blokkeert gewenste sites, concludeerde de ABA. Ook Cyberpatrol van Surfcontrol kwam er niet best uit. “Maar dat was een oude versie voor de thuismarkt, die ‘default’ werd getest. Geen beheer, dus. Die oude versies zijn niet representatief voor de nieuwe generatie filtersoftware, aldus Purdham.