ICT-architect wil te veel
De rol van architectuur hierin is de ontwikkeling van algemeen aanvaarde manieren van bouwen en implementeren van systemen. Design patterns, component architectures, nieuwe standaards, allemaal zijn ze gebaseerd op een visie, vastgelegd in een architectuur. Steeds vaker zien we dan ook functieomschrijvingen waarin het woord ‘architect’ voorkomt. We kennen nu al de ICT-architect, de data-architect en de business-architect. In de Verenigde Staten zien we functies als chief-architect, enterprise-architect, strategic-architect, network-architect en software-architect. Zijn deze beoefenaars van het vak ICT mensen die een architectuur bedenken of zijn het functies die te vergelijken zijn met die van een bouwkundig architect? Spraakverwarring Het ICT-vak wordt vaak vergeleken met de bouwwereld. Het is niet voor niets dat de term architectuur zo vaak wordt gebruikt. De vraag is echter of de vergelijking tussen de bouwwereld en die van de software-ontwikkeling wel valide is. Van de functie van architect worden in de ICT twee tegenstrijdige interpretaties gegeven, die een spraakverwarring veroorzaken. Architectuur wordt meestal gebruikt om een technische infrastructuur te beschrijven, en met een architect wordt iemand bedoeld die een technisch solide raamwerk voor een te bouwen systeem ontwerpt. Een bouwkundig architect is iemand die, rekening houdend met de kennis over constructies, materialen, standaards en bouwmethoden, een ontwerp maakt voor een gebouw dat er niet alleen goed uit moet zien, maar waarin plezierig gewerkt of geleefd kan worden en dat een betrouwbare kwaliteit heeft. Daartoe begeleidt de architect het project vanaf het ontwerp tot en met de oplevering. Hij is dus tegelijkertijd ontwerper, kwaliteitscontroleur en projectbegeleider. Deze traditionele rol van de architect begint ook in de bouwwereld geleidelijk aan te veranderen, vaak veroorzaakt door de wens tot productieverhoging en kostenbeheersing. Vanuit zijn kennis en ervaring zorgt de architect ervoor dat er een oplossing komt waarin de doelstellingen van de klant in balans worden gebracht met de beschikbare financiële middelen en de vereiste kwaliteit. Deze interpretatie van een architect is veel breder en heeft juist geen technische betekenis, maar is meer gericht op het realiseren van een goede functionaliteit. Deze brede interpretatie van de architect kennen we in de ICT veel minder. In het ICT-vak wordt onder het begrip ‘ontwikkelen onder architectuur’ dus iets technisch verstaan, dat veel meer te maken heeft met de manier waarop de toepassing wordt gebouwd en onderhouden dan de eisen die aan de totale toepassing worden gesteld. Er heerst grote verwarring over de betekenis van architectuur in de ICT-wereld, getuige het groeiende aantal functies met het woord ‘architect’ erin. Het is van groot belang om duidelijkheid te krijgen over de betekenis van de rol van architect in ICT-toepassingen. Professionals De afgelopen eeuw heeft de industriële revolutie op dramatische wijze afgerekend met de ambachten en gilden en deze vervangen door een tweetal nieuwe disciplines, de ingenieur en de arbeider. De ingenieur is een goed opgeleide theoreticus die veel afweet van productieprocessen en een geheel proces of een apparaat kan ontwerpen. De arbeiders zijn goed geschoolde uitvoerders die ervaring hebben met het bouwen van dingen. Deze tweedeling heeft bij de opzet van massaproductie zijn nut gehad maar zorgt er nu vaak voor, dat ingenieurs leren om vooral op theoretische basis dingen te ontwerpen. Er is in de werktuigbouw de laatste jaren een trend zichtbaar om naast het theoretisch ontwerp en het bouwen van simulatiemodellen ook daadwerkelijk prototypes te maken, omdat het besef groeit dat de praktijk maar al te vaak verrassingen in petto heeft, die voor een goed ontwerp een groot verschil kunnen maken. De vakman, die tegelijkertijd ontwerper en uitvoerder is, is op veel plaatsen uit onze maatschappij verdwenen, maar in de ICT is dit juist de gangbare manier van werken. Vakmensen als bakkers, advocaten en vioolbouwers bijvoorbeeld onderscheiden zich doordat ook zij zo’n tweedeling niet kennen. Dergelijke groepen worden vaak gekenmerkt als ‘professionals’. Software-ontwikkelaars maken vaak het ontwerp en zorgen tegelijkertijd voor de uitvoering. Daar is op zich niets mis mee, maar daardoor ontstaat er wel een begripsverwarring omdat de rolverdeling, zoals die bij de bouwwereld bestaat in de ICT dus nauwelijks voorkomt. Het gevolg hiervan is ook, dat er een te grote kloof is ontstaan tussen de software-ontwikkelaars en gebruikers. Er is niemand, die expliciet de rol heeft toebedeeld gekregen om de wensen van de gebruiker goed te verwoorden, dat wordt in de meeste gevallen direct aan de gebruiker zelf overgelaten. Met andere woorden, het gebouw dat er goed moet uitzien en waarin plezierig geleefd en gewerkt moet worden, is ondergeschikt gemaakt aan de uitvoering. Ontwikkelaars willen zich eigenlijk vooral concentreren op het neerzetten van een solide en goed onderhoudbaar ICT-gebouw. Wat in de ICT ontbreekt is een manier om de rol zoals die van de bouwkundig architect, op een andere manier in het ontwikkelingsproces te integreren. De laatste tijd wordt de rol van interaction designer naar voren geschoven, om de interactieve aspecten van een systeem goed te ontwerpen en af te stemmen met de gebruiker, maar daarmee wordt maar aan een enkel aspect van het geheel gewerkt. Met benaderingen als extreme programming en agile methods worden de kwaliteit van de software-ontwikkeling en de businessaspecten wel meer benadrukt, maar opnieuw vanuit een technische achtergrond, de klant moet zelf de functionele aspecten in de gaten houden. Psychologie Veel ICT-projecten mislukken en meestal is de oorzaak gebrekkige communicatie of verschil in kennis tussen de ontwikkelaars en beoogde gebruikers van een toekomstig systeem. Ondanks dat, proberen ICT’ers nog steeds om alle aspecten van de ontwikkeling van een toepassing te controleren en te beheersen. De scheiding van functies die in veel andere beroepen is doorgevoerd is in de ICT nog ver te zoeken. Als we de bouwkundig architect als voorbeeld nemen, zien we dat er globaal gesproken een drietal aspecten zijn waar de aandacht op is gericht: 1. Een gebouw moet er aantrekkelijk uitzien. 2. Het moet de functies voor de gebruiker goed vervullen. 3. Het moet goed en solide zijn gebouwd. Ook in de ICT kennen we dezelfde drie aspecten. We zien echter dat ICT’ers te veel proberen al deze aspecten zelf uit te voeren. De toepassingen zijn vaak te complex om in de meeste gevallen uitsluitend door ICT’ers uitgevoerd te worden. ICT-beoefenaars zullen moeten leren, dat belangrijke aspecten van een toepassing veel beter kunnen worden opgezet door mensen met een niet-technische achtergrond. De vormgeving en de manier waarop een gebruiker met een systeem omgaat heeft veel meer met psychologie te maken en heel weinig met techniek. Daarom kan dit deel van het ontwerp van een systeem veel beter worden overgelaten aan interaction designers, die zowel de gebruikersinterface als de manier waarop gebruikers met een systeem omgaan kunnen beoordelen en ontwerpen. Het vak van interaction designer is vrij jong en omvat het totaal van alle aspecten die van belang zijn voor het goed kunnen werken met het beoogde systeem. Hieronder valt onder meer ook de definitie van de functionele eisen die aan het systeem gesteld moeten worden. Om te kunnen bepalen wat een gebruiker nodig heeft om de bedrijfsfuncties goed te kunnen vervullen, zijn bedrijfskundigen beter toegerust omdat die vanuit hun opleiding een goed inzicht hebben in de businesskant van de toepassing en een goede gesprekspartner vormen voor de gebruikers van een systeem. Het terrein van de ICT’er omvat voornamelijk het derde deel, het goed en solide bouwen van de toepassing. Daarvoor is het nodig een goed inzicht te hebben in de beschikbare technieken, bouwstenen of componenten en het kiezen van een technische opzet die betaalbaar is en solide genoeg is om dit gedurende de beoogde levenscyclus van het systeem op een aanvaardbare manier operationeel te houden. All-round Voor veel kleine projecten is het echter niet haalbaar om drie verschillende disciplines in te zetten, nog afgezien van de overhead aan communicatie die dat kan veroorzaken. Daarom is het nuttig als er meer all-round-ICT’ers zijn die voldoende verstand van alle drie de aspecten hebben om te kunnen bepalen wanneer het inschakelen van een specialist gewenst is. Voor grotere projecten is het echter zonder meer aan te raden ervoor te zorgen dat alle disciplines in voldoende mate beschikbaar zijn. Vooral in Amerika zien we de opkomst van de business-architect en de enterprise-architect, die zich niet langer meer concentreren op technische zaken maar veel meer bepalen wat de functionaliteit van een systeem moet zijn en hoe de klant of de gebruiker de beste oplossing krijgt. Hewlett Packard en Microsoft samen hebben een programma opgezet ter certificering van deze ICT-architecten. In Nederland kennen we de SCIA, die informatiearchitecten certificeert en waarbij de rol van de ICT-architect overeenkomt met die van een bouwkundig architect. De GIA, het Genootschap van Informatie Architecten is een vereniging van verschillende ICT-informatiearchitecten. In 2004 start Daan Rijsenbrij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen een opleiding van ICT-architecten. De nadruk ligt op de rol van de architect in ICT-projecten ten opzichte van de gebruikersbehoefte, analoog aan die van een bouwkundig architect (zie Automatisering Gids 3 oktober). Kloof Kortom, de rol van een ‘echte’ architect in de ICT zou vergelijkbaar moeten zijn met die van een bouwkundig architect: het in kaart brengen en goed afstemmen van de gebruikerseisen en het begeleiden van een compleet project van ontwerp tot oplevering, waarbij kennis van materialen, componenten en technieken een belangrijk aspect is. Het is van groot belang dat bij de opleiding van zowel ICT’ers als van interaction designers en bedrijfskundigen aandacht wordt besteed aan de specialismen van die verschillende vakgebieden. ICT’ers zal geleerd moeten worden welke aspecten van interaction design tot een ander vakgebied dan de ICT behoren en wat de rol is van een bedrijfskundige en waarom die functies bij voorkeur niet door ICT’ers moeten worden vervuld. Tegelijkertijd is het nuttig om interaction designers en bedrijfskundigen meer vertrouwd te maken met de specifieke vakkennis van de ICT’er om op die manier tot een betere afstemming van de verschillende vakgebieden te komen. Voor een dergelijke opzet zijn momenteel bijna geen opleidingen en er is met zo’n benadering onvoldoende ervaring. De verschillende soorten ‘architecten’ die de ICT momenteel kent zijn vaak vakmensen, die een verregaande vorm van specialisatie voorstaan, maar waar het vakgebied momenteel veel meer behoefte aan heeft zijn generalisten met voldoende kennis, inzicht en overzicht om de klant te geven wat hij nodig heeft. Een eerste poging om deze benadering te introduceren is de functie van businessarchitect, maar we hebben ook al jaren een businessanalist en ook die heeft niet gebracht wat er eigenlijk noodzakelijk is. Het wordt daarom tijd dat er een algemeen gerichte opleiding komt, waarin de verschillende disciplines wordt geleerd hun terreinen duidelijk af te bakenen en de communicatie onderling en met de klant beter af te stemmen. Hierdoor kan de kloof tussen de technisch gerichte ontwikkelaars en hun klanten worden verkleind. AUTEUR: Peter van Lith Peter van Lith RI (peter@lithp.nl) is sinds 1964 werkzaam in de ICT. Hij is zelfstandig adviseur, opleider en ontwikkelaar en lid van de toelatingskamer van de VRI (www.lithp.nl).Links• Worldwide Institute of Software Architects: www.wwisa.org• The Architect Exchange: www.thearchitectexchange.com• Resources for Software Architects: www.bredemeyer.com• Global Enterprise Architecture Organization: www.geao.org• SCIA: www.stichting-cia.org• GIA: www.gia.nl