IT-lands: Cyberpesten
Toen ik die reclame voor het eerst hoorde, dacht ik: goed gedaan, maar is het nou echt nodig om ouders hiervoor te waarschuwen? Inmiddels weet ik het antwoord: ja, dat is nodig. Uit een grootschalig onderzoek van de Open Universiteit Nederland en de GGD Zuid-Limburg blijkt dat bijna een kwart van de leerlingen van groep acht en een vijfde van de brugklassers slachtoffer is van ‘cyberpesten’. Ze krijgen te maken met schelden, roddelen, negeren, beschuldigen en hacken. Het was al langer bekend dat jonge kinderen langs digitale weg veel worden gepest, maar het is voor het eerst dat we hier betrouwbare onderzoeksgegevens over hebben. Is cyberpesten nou wezenlijk anders dan gewoon pesten? Ook in de echte, niet-virtuele wereld krijgen kinderen (en volwassenen) immers te maken met schelden, roddelen, negeren en beschuldigingen. Dat is wel zo, maar er zijn mijns inziens twee aspecten die cyberpesten wezenlijk anders maken. In de eerste plaats gebeurt cyberpesten doorgaans anoniem. Ik heb een zoontje van negen dat dol is op Runescape, een populair internetspel waarbij je allerlei handelingen moet verrichten om punten te verdienen waar je vervolgens iets mee kunt kopen. Op een gegeven moment, nadat hij tientallen uren aan dit spel had besteed, kon hij niet meer inloggen. Hij had als wachtwoord zijn voornaam gebruikt, iemand was op zijn account ingelogd en had vrijwel al zijn zuurverdiende punten gestolen. Het ergste was dat mijn zoontje niet wist wie dit had gedaan. Een van zijn klasgenootjes? Een van zijn voetbalvrienden? Een van de grotere jongens op school? Hij baalde niet alleen van die verloren punten (‘Ik ga echt niet helemaal opnieuw beginnen hoor’), maar het maakte hem onzeker dat hij niet wist wie hem dit had geflikt. Het tweede aspect dat cyberpesten anders maakt dan gewoon pesten, is dat woorden op schrift anders kunnen ‘binnenkomen’ dan gesproken woorden. Dat kennen we allemaal - in positieve en negatieve zin. Iemand kan zeggen dat hij of zij enorm veel van je houdt, maar op schrift heeft dit een ander gewicht. Zo is het ook anders of iemand je een klootzak noemt, of dat je dit ergens kunt nalezen. Het ergst is natuurlijk de combinatie: anoniem op schrift verrot gescholden worden. Je krijgt vreselijke dingen naar je hoofd, maar je weet niet door wie. Daardoor kun je je niet verdedigen, noch kun je de woorden wegen. Ons wordt aangeraden om af en toe mee te kijken als kinderen chatten, om te zien wat er gebeurt. Dat is niet verkeerd, maar als je ziet hoe lang en hoe vaak kinderen msn’en, kun je hier zeker niet mee voorkomen dat kinderen worden gepest - dat blijkt ook uit de cijfers. Wat overblijft is dat ouders hun kinderen leren om niet alleen weerbaar te zijn in de echte wereld, maar ook in de virtuele - waar het er steeds harder aan toegaat.