‘Kampioenschap is leuk omdat we nerds zijn’
”
De Northwestern Europe Regional Programming Contest (NWERC) heet de wedstrijd voluit, die afgelopen zondag plaatsvond aan de Universiteit Utrecht. De programmeerwedstrijd is een voorronde voor de grote wereldfinale van de ACM International Collegiate Programming Contest, die in april 2008 in Alberta, Canada wordt gehouden.
Zondag streden 51 teams uit Nederland, België, Ierland, Engeland, Duitsland, Denemarken, Finland, Zweden en Noorwegen in Utrecht om de eer en natuurlijk om een plaats in de wereldfinale. In elk geval gaan de eerste twee teams uit de voorronde naar de finale. Soms ook de derde. Volgens contest director Thijs Kinkhorst van de organiserende Utrechtse studievereniging A-Es Kwadraat is de ervaring dat vooral de Nederlandse en Scandinavische teams het goed doen in de wedstrijd. Er heerste dan ook enige verbazing toen bleek dat deze keer vooral de Engelse teams heel goed meededen. Ook voor juryvoorzitter Jan Kuipers was het een verrassing. Als succesvol oud-deelnemer weet hij als geen ander de benodigde ingrediënten voor succes. “Wiskundig inzicht, analytisch denken en vooral goed kunnen programmeren”, somt hij op. “Daarbij blijkt in de praktijk goed teamwerk eveneens noodzaak.”
Als vanouds werd elke opdracht – dit keer tien stuks – beloond met een ballon, die aan het werkstation kwam te hangen. Dat leverde in een oogopslag een beeld op van de teams die het goed deden en de teams die extra hard aan het zweten en zwoegen waren. Het laatste uur van de vijf uur durende wedstrijd werd de score bevroren, om de spanning er tot het laatst in te houden. Een uur voor einde ging een team uit Noorwegen aan de leiding, gevolgd door een Brits en een Fins team. Het Nederlandse team A-Cognito van de Universiteit Utrecht had zich op weten te werken tot een vierde plek. Ook voor Nederland was er dus nog kans op een ereplek. Maar het bleek uiteindelijk onbereikbaar. A-Cognito zou als zevende eindigen. Derde werd het Finse team Barton Fan Club uit Helsinki, met zeven goede opgaven. Tweede werd Java The ^ van de Noorse University of Science and Technology, met eveneens zeven opgeloste vraagstukken. De winnaars hadden als enige acht opgaven opgelost: het team Marta, Irena & Sirup van de Oxford University. Eregoud voor Engeland dus. Maar ook een beetje voor Slowakije. Het team bestaat namelijk uit drie goede vrienden uit dat land, studerend in Oxford. Voor Frantisek Simancik, Jakub Zavodny en Daniël Bundald kwam hun ereplaats niet geheel onverwacht. Jakub: “We hebben heel hard getraind en we doen aan heel veel programmeerwedstrijden mee. Vorig jaar waren we in de NWERC nog zesde. Het was nu niet zo moeilijk als toen.”
Vier opgaven goed. Willie van der Schee, Bas den Heijer en Bart Jansen van het team Backspace Boys uit Utrecht balen er wel een beetje van dat ze niet verder zijn gekomen. In de landelijke competitie werden ze nog derde; nu moeten ze het doen met een zeventiende plek. “Het was moeilijk. En natuurlijk deden er betere teams mee dan in de landelijke wedstrijd.” Het thuisvoordeel was minimaal, aldus Bas.
Daniël Lokshtanov, Yngve Adlandsvik en Eivina Hvidevold van de universiteit in het Noorse Bergen wisten vier van de tien opgaven op te lossen in vijf uur tijd. “Het was moeilijk, maar leuk”, vinden ze. “Als we meer tijd hadden gehad, waren we zeker verder gekomen”, aldus Yngve. Van het weekend in Utrecht zal vooral het slechte hotel ze bij blijven. Niettemin vonden ze het geweldig om mee te doen. Waarom ze het dan zo leuk vinden? “Omdat we nerds zijn”, weet Daniël alleen te bedenken.
Nerds of geen nerds; de betere deelnemers aan de programmeerwedstrijden zijn geniaal op algoritmisch gebied en weten de meest efficiënte programmeercode te produceren, toegespitst op een specifiek doel. Zou dat een reden zijn waarom Google sinds kort cosponsor is van de regionale programmeerwedstrijden? Google was zelfs met een afvaardiging aanwezig tijdens het evenement en gaf aan de deelnemers een workshop over het Google File System. Volgens software-engineer Jos Visser en universiteitcoördinator Mark Detre – beiden voor Google werkzaam in Zürich – is hun bedrijf vooral aanwezig om jong talent te steunen en waar nodig vragen te beantwoorden, over onder meer werken bij Google, of stages. Actief werven is er niet bij, verzekeren beide heren. Visser: “Dat is niet het doel en daartoe heeft bovendien hoofdsponsor IBM het eerste recht.” Detre vult aan: “Wij hoeven geen wervingspraatjes te houden. Iedereen weet toch wel dat Google goede mensen kan gebruiken.”
Nederland zal niet vertegenwoordigd zijn in de programmeerfinale. Uitzonderlijk, want bij de laatste zes finales was Nederland vijfmaal aanwezig. Volgend jaar weer een kans. Dan vindt de NWERC-voorronde wederom in Utrecht plaats.