Kritiek op CGEY-rapport over huisartsensoftware
De nu bij huisartsen draaiende software moet verdwijnen. CGEY wil dat HIS’en worden opgesplitst in aparte modules, die via webservices online aan huisartsen worden aangeboden. Langs deze weg komen er extra functies bij, zoals controles of de patiënt verzekerd is, een centrale agenda of een centrale voorkeurslijst van medicijnen. Nederland telt momenteel zeven tot acht HIS’en van enige omvang. Hoe die systemen moeten migreren naar de door CGEY gewenste situatie blijft onduidelijk. Van de leveranciers ervan is fel verzet te verwachten. Hun rol wordt teruggebracht tot bouw van componenten en front-end. Een gang naar de Mededingingsautoriteit is niet uitgesloten. Men heeft geïnvesteerd, andere HIS’en overgenomen of is sinds kort verzelfstandigd. Volgens Nictiz, de nationale regieclub op het gebied van zorg-ICT, is het niet de bedoeling om de huidige HIS-leveranciers van hun stoel te schoppen. “De migratie vanaf de huidige situatie is niet beschreven”, zegt Nictiz. “Die migratie mochten wij niet beschrijven”, meldt CGEY. Het CGEY-rapport treft ook andere kritiek. Ondanks tientallen pagina’s getheoretiseer komt men niet tot een concreet stappenplan, en een bespreking van vele hete hangijzers. Het CGEY-advies lijkt vooral door de techniek gedreven. In het rapport ontbreekt een overzicht van functionele eisen. Niet wordt ingegaan op de kosten van de nieuwe HIS-generatie, en hoe men vanuit de huidige situatie – veel huisartsen hebben contracten voor jaren – moet migreren naar een webgebaseerd HIS. Impliciet wordt ervan uitgegaan dat Microsoft-technologie de basis moet vormen van het webgebaseerde HIS. Volgens critici zou een keuze voor het platformonafhankelijke Corbamed beter zijn. Dat is de Corba-variant voor medische dossiers. Het rapport wordt volgens Nictiz ‘meegenomen’ in het ontwerp voor een landelijk zorgnetwerk. Op internet waarschuwt een ICT-deskundige dat Nictiz veel waarde aan het rapport zal hechten, omdat fors geld is gespendeerd aan het denkwerk van consultants; hij schat de kosten op 15.ooo tot 20.000 euro. In feite heeft het 53 pagina’s tellende rapport ruim 136.000 euro gekost.