Liegen
Eerst was er, begin januari, het nieuws dat Amerikaanse wetenschappers een nieuw type leugendetector hebben ontwikkeld. Het gaat om een uiterst gevoelige thermische camera die onzichtbaar blozen in het gezicht kan waarnemen. Als we liegen, dan blozen we, maar geoefende leugenaars weten die neiging goed te onderdrukken. Zij het dat ze die infraroodcamera niet kunnen misleiden, want die kan zelfs temperatuurverschillen van 0,025 graden Celsius waarnemen. Rond de ogen is onze gezichtshuid het dunst, dus leugenaars staan voortaan met roodomrande ogen op de foto. Eind januari kwam het SAS Institute er overheen met het nieuws dat ze software hebben ontwikkeld die leugens uit e-mail en andere geschreven teksten kan vissen. Als we liegen of onzeker zijn, dan gaan we anders formuleren. Het SAS Institute heeft een databank aangelegd met de meest voorkomende leugens. Door daar bijvoorbeeld cv’s en sollicitatiebrieven doorheen te halen, zeggen zij leugenaars snel op het spoor te kunnen komen. Dat is natuurlijk goed nieuws voor werkgevers, want sollicitatieprocedures zijn tijdrovend en dus kostbaar. Nou zal het SAS Institute z’n huiswerk heus wel goed hebben gedaan. Het SAS is een serieus softwarebedrijf, dat internationaal een goede naam heeft. Toch ben ik ervan overtuigd dat je zo’n softwareprogramma makkelijk om de tuin kunt leiden. Natuurlijk zijn er veel standaardleugens. Een befaamde sollicitatieleugen is dat je schrijft welke school of studie je hebt ‘doorlopen’. Ik heb die van een vriend geleerd. Die had zijn rechtenstudie niet afgemaakt. Hij is nu een zeer succesvolle ondernemer, maar in de tijd dat hij nog moest solliciteren, schreef hij dat hij zijn studie had ‘doorlopen’ – niet afgemaakt, hij had gewoon een paar jaar door de stof gewandeld. Kijk, zo’n leugentje is tamelijk bekend en dus goed in een databank op te slaan. Liegen is bij uitstek een kwestie van taal, en er zal dus heus wel een flinke lijst aan te leggen zijn van veelvoorkomende leugens. Maar stel dat er in een advertentie wordt gevraagd: ‘Wij zoeken iemand met veel commerciële ervaring.’ Ik heb helemaal geen commerciële ervaring, maar ik meen er wel een neus voor te hebben, dus zonder roodomrande ogen zou het mij lukken om te schrijven: ‘Ik beschik ruimschoots over de door u gevraagde commerciële ervaring.’ Het wordt natuurlijk nog een heel gedoe om dat te zijner tijd in een gesprek te onderbouwen, maar een knappe jongen die al in mijn sollicitatiebrief ontdekt dat dit een groteske leugen is. Zo zijn er vanzelfsprekend ongelooflijk veel grote en kleine leugens te bedenken, die – mits neutraal geformuleerd – niet detecteerbaar zijn voor een softwareprogramma. Het SAS Institute zegt ook onzekerheid in geschreven teksten te kunnen opsporen (‘Ik denk dat ik wel durf te beweren dat ik over de door u gevraagde commerciële ervaring beschik’), maar ik vind onzekerheid en liegen twee onvergelijkbare grootheden. Ik denk dat ik nog wel iets anders durf te beweren: dat je pas echt kunt zeggen of iemand liegt, als je hem of haar hebt ontmoet. Liegen komt in onze communicatie zo vaak voor, dat de mens er goede sensors voor heeft ontwikkeld. We zien het niet zo scherp als zo’n infraroodcamera, maar met een beetje gezonde achterdocht en volwassen scepsis kom je de meeste leugens wel op het spoor. Voor echt liegen alsof het gedrukt staat, moet je je kunnen verschuilen achter papier. Reacties en aanvullingen naar e.sanders@wkths.nl