Nauwe samenwerking in ieders belang
De eerste en tweedejaars informaticastudenten van de Hogeschool Rotterdam druppelen ’s ochtends binnen in de Van Nelle Fabriek.
ISM eCompany heeft één van de historische ruimtes omgevormd tot een ruime, lichte werkvloer, waar de teams in groepen werken aan websites. In de loungeruimte in de kelder van het bedrijf luisteren de studenten aandachtig naar CIO Jurgen Appelo.
Er zijn vandaag punten te verdienen. In groepjes van twee gaan ze aan de slag met opdrachten die voor ISM uit het leven gegrepen zijn: bugs opsporen in code, nieuwe code schrijven, designklussen. “En let op de prioriteiten”, zegt Jurgen Appelo, “de zogenaamde showstoppers gaan voor. Voor je het weet ben je gratis flatscreen tv’s aan het weggeven voor je klant. Dat soort problemen met de website hebben altijd voorrang. Het zijn niet eens de moeilijkste opdrachten, maar je krijgt er wel de meeste punten voor. Het is net het echte leven.” De topscorer krijgt aan het eind van de dag een prijs, dus er wordt fanatiek gewerkt.
Justin Verlaat is tweedejaars en coacht wat jongere studenten. “Vorig jaar heb ik gewonnen”, zegt hij, “ik heb ook al veel ervaring met websites bouwen. Maar ik werk vooral met PHP. Voor mij is het extra interessant omdat ze hier helemaal op .NET gericht zijn. De manier waarop we aan de slag gaan, vind ik leerzaam. Je hebt Google, dus als je er niet uit komt: ga maar op zoek. Zo werkt het in de praktijk vaak ook.”
“We wilden graag in een eerder stadium met studenten in contact komen”, vertelt Appelo, “weten wat er onder die groep speelt. Daarom organiseerden we vorig jaar voor het eerst een reeks van deze dagen. De cases zijn uit websites van onze klanten gehaald: er zijn wijzigingen nodig, ga het maar oplossen met behulp van je kennis, boeken, Google. Dat bleek enorm aan te slaan. De reacties op het evaluatieformulier waren ‘vet cool’ en dergelijke.”
“In ons bedrijf is er een behoorlijk sterke component van instromers”, zegt directeur Karel van der Woude. “Daarom gebeurt de selectie van stagiairs en afstudeerders nauwkeurig: ‘learning on the job’ is belangrijk en we doen een beroep op de creativiteit en het ‘out-of-the-box’ denken. We zoeken dus ook de pro-actieve studenten. We geven ze begeleiding en een duidelijk leerprogramma. Maar de nieuwsgierigheid, geprikkeld worden door nieuwe technologie, moet er van nature wel zijn.”
“Wij op onze beurt kunnen de persoonlijkheid van een student niet vormen, maar we kunnen ons programma wel zo inrichten dat latente vaardigheden manifest worden”, zegt opleidingsdirecteur Informatica Hans van der Moolen, van de Hogeschool Rotterdam. “De havo-scholier die gewend is nog flink wat begeleiding te krijgen bij het studeren zich te laten ontwikkelen op de vaardigheden zelfstandig leren en werken. In die aanpak worden we in steeds grotere mate geholpen door stages, workshops in bedrijven, gastcolleges. Daarom zijn structurele contacten met bedrijven zo belangrijk. Na zo’n project of stage krijgen we de studenten gemotiveerder, volwassener terug. Ze stellen lastigere vragen en hebben echt een beeld van het toepassen van hun kennis in de beroepspraktijk. ”
De nadruk ligt op structureel. Het opbouwen van die contacten gaat overigens niet vanzelf, zegt Van der Moolen. “In laagconjunctuur hebben bedrijven het te druk met opdrachten verwerven, in hoogconjunctuur met opdrachten uitvoeren. Gelukkig zien steeds meer bedrijven er toch het nut van in.” “Het werkt twee kanten op”, zegt van der Woude. “De ervaring die wij opdoen met studenten – bijvoorbeeld het ontbreken van bepaalde vaardigheden - kunnen we terugkoppelen naar de Hogeschool zodat zij de opleiding kunnen verbeteren. Voor ons is het interessant vroegtijdig in contact te komen met studenten en jonge mensen binnen te hebben met een frisse kijk.”
Een goed doortimmerd programma is de basis van een goede samenwerking. De opdrachten moeten nauw aansluiten bij de fase waarin een student zit. “Voor afstudeerders zoeken we bovendien interne opdrachten”, zegt Appelo. “We kijken intern van wie een stagiair veel kan leren en die medewerkers worden daarvoor dan ook echt vrijgespeeld. Mensen die ook ‘declarabel’ zouden kunnen zijn, zetten we toch een paar uur per week op zo’n stagiair”, aldus Van der Woude. “Ook als school moet je je willen aanpassen”, benadrukt Van der Moolen. “Stages gaan voor op het ‘gewone’ programma. Soms lastig, maar het moet.”
De Hogeschool Rotterdam is door de structurele samenwerking een soort hofleverancier geworden van ISM. Tien tot twintig studenten per jaar komen er binnen voor stage, leerwerkplaats of afstuderen. Flink wat van die studenten zijn ook hier in dienst gekomen, sommigen al tijdens hun studie.”
Toch is een diploma bijna verplicht. “We voeren een absoluut ontmoedigingsbeleid ten opzichte van het niet halen van een diploma”, benadrukt Van der Woude. “De omgevingen worden steeds complexer en we hebben veel meer aan mensen die analytisch kunnen nadenken en theoretisch goed geschoold zijn.” ”Dat is ook vastgelegd in een convenant tussen bedrijfsleven en hogescholen”, zegt van der Moolen.