Nederlands Kampioenschap Programmeren spannend tot het eind

Volgens Chris den Besten van de organiserende studentencommissie Chipcie (Christiaan Huygens Important Programming Commitee) is het niet een doel op zich om zo veel mogelijk bedrijventeams mee te laten doen aan de kampioenschappen. “Het is wel interessant om te zien hoe de professionals ten opzichte van de studenten presteren”, vindt hij. En dat was ook zo. Zwoegen Een uur voor het einde van de wedstrijd – na vier uur programmeren – is de spanning te snijden. De zweetgeur wordt penetranter. Mensen staren naar hun beeldscherm of hun aantekeningen, in de hoop een geniale inval te krijgen. Aan hun werkplek is te zien hoe moeilijk elk team het heeft. Wie één van de acht opgaven heeft opgelost, krijgt een gekleurde ballon aan zijn monitor. Er zijn nog veel plaatsen waar geen enkele ballon hangt. Dat betekent vier uur zwoegen en nog niets opgelost. De wanhoop nabij. Elk team heeft één pc ter beschikking. Er mag geprogrammeerd worden in C, C++, Pascal of Java. Niet elk van de acht opgaven – met namen als ‘palindromië’, ‘de spin en zijn prooi’ en ‘schrikkeljaren’ – is even gemakkelijk. Sommige teams leveren meer dan tien keer een verkeerd programma in, voordat zij een goede oplossing hebben gevonden. Per fout levert dat twintig minuten straftijd op. Dat kan aardig oplopen. Om de spanning op te voeren, worden er het laatste uur van de wedstrijd geen ballonnen meer uitgedeeld. Zo blijft het tot het laatste moment gissen naar wie in de prijzen zal vallen. De hoofdprijs voor het winnende studententeam bestaat uit een wisselbeker en een geldbedrag van 512 euro. De tweede prijs is een bedrag van 256 euro, de derde 128 euro. Voor de bedrijven is er geen beker. Zij strijden onderling om een hoofdprijs van 150 euro. En dat terwijl zij een inschrijfbedrag van 250 euro moeten betalen. De wedstrijd draait dan ook niet om geld. Voor de winnaar telt vooral de eer. Bovendien gaat het winnende studententeam naar de Europese Kampioenschappen Programmeren. Overigens is deelname aan de Europese competitie niet voorbehouden aan slechts één team. Per universiteit mag een aantal teams meedoen. Na afloop van de wedstrijd moeten de deelnemers nog een uur wachten op de uitslag. Gelukkig herbergt het gebouw van de TU Delft een bar in de kelder. Daar kunnen de teams, met dank aan de sponsoren, een gratis drankje nuttigen. Onder het genot van die versnapering – het bier vloeit rijkelijk – wordt nagepraat over de wedstrijd en de opgaven. “Ik denk nog steeds in nullen en enen. Maar het bier helpt die symptomen te onderdrukken”, zegt Tijs van Bakel. Hij houdt zijn glas omhoog. Als teamlid van ECFH uit Delft speelde de student een thuiswedstrijd. Zijn team had drie opgaven goed. “Een podiumplaats zit er niet in. Maar ik doe vooral voor de gezelligheid, de stress en het afzien mee. En na afloop gaan we nog even lekker stappen.” Het bedrijventeam van ABN Amro presteerde minimaal. “Het ging beroerd. We hebben helemaal niets goed opgelost”, zegt teamlid Onno Waalewijn. De 54-jarige system engineer is de oudste deelnemer aan het kampioenschap. “In mijn tijd had je nog geen automatiseringsopleidingen. Maar ik heb zelf genoeg bijgeleerd. Opgaven zoals hier op het Nederlands Kampioenschap kom ik in mijn werk echter niet tegen. Hier komt het vooral op wiskundig inzicht aan. Daarnaast moet je een beetje kunnen programmeren.” Probleem Voordat de uitslag bekend wordt gemaakt, geeft de jury een korte toelichting op de opgaven en de wedstrijd. Dat niet elk team het gemakkelijk had, is wel duidelijk. Opgave D werd bijvoorbeeld 191 keer ingezonden, waarvan slechts tien keer goed. Ook zijn er verschillende teams die in vijf uur tijd geen enkele opgave op wisten te lossen. Des te groter is de eer voor de prijswinnaars. Quintiq mag zich Nederlands Bedrijvenkampioen Programmeren 2001 noemen. Het team loste zes opgaven goed op. Tweede wordt ASML, de winnaar van vorig jaar. CMG eindigt met twee opgaven goed en Logica met één. ABN Amro en Philips hadden niets goed. Bij de studenten eindigt de winnaar van vorig jaar, het team Bug Fiction van de Rijksuniversiteit Groningen, met vijf opgaven goed op de derde plek. Tweede wordt het team Leiden I, van de Universiteit Leiden, met zes goede oplossingen. Met zeven opgaven goed gaat de titel Nederlands Kampioen Programmeren 2001 naar het team Makkelijk Zat van de Universiteit Utrecht. De teamleden Wouter Waalewijn (19), Jaap Eldering (20) en Jan Kuipers (20) studeren Wiskunde en Natuurkunde. “Met alleen programmeerkennis red je het niet in deze wedstrijd”, zegt Eldering. “Het draait vooral om het oplossen van het probleem. Daarna moet het nog even geprogrammeerd worden.” Of ze nu ook verder willen in de automatisering? “Nee hoor”, zegt Kuipers. Zijn vrienden knikken instemmend. “Programmeren is best leuk, maar niet meer dan een hobby voor me.”