Ngi mikt op passie voor het ICT-vak
Frijdals belangrijkste drijfveer voor het voorzitterschap van de vereniging met nu ruim vierduizend leden, is betrokkenheid bij het vak. Ngi-leden zijn volgens Frijdal gepassioneerd met het ICT-vak bezig. Die definitie lijkt hem als voorzitter op het lijf geschreven. Frijdal, sinds drie jaar vice-voorzitter van de vereniging, treedt aan op een moment dat ’het weer beter gaat met het genootschap’, zoals hij het zelf voorzichtig formuleert. “Je wordt soms wel wat stoïcijns van zo’n dip die de vereniging doormaakt”, bagetalliseert Frijdal de recente onrust binnen de beroepsvereniging. “Nu is het vertrouwen en de betrokkenheid weer terug in de gelederen.” Kunt u uw optimisme ten aanzien van het Ngi onderbouwen? “Er zouden afdelingen worden opgeheven, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Alle afdelingen zijn blijven bestaan en de besturen zijn zonder uitzondering vernieuwd en verjongd. Tijdens de ledenraadsvergadering van 31 mei is de nieuwe Ngi-afdeling ZIT (Zelfstandigen in de IT), officieel geïnstalleerd. Aan de oprichting van een nieuwe afdeling ’Wetenschap en Informatica’ wordt gewerkt. Ook melden zich weer nieuwe leden aan. Onlangs in één week nog 37 nieuwe leden, dat is in jaren niet meer voorgekomen.” Wat zal er binnen de vereniging gaan veranderen met u aan het roer? “De vereniging heeft te weinig zelfvertrouwen. We weten niet hoe goed we eigenlijk zijn. Jaarlijks organiseren we als verenigingen 140 gewaardeerde evenementen, en daar mogen we best trots op zijn. Ook de buitenwereld is er onvoldoende van doordrongen. Daar gaan we wat aan doen. We hebben leden en niet-leden via een Nipo-onderzoek gevraagd wat ze van ons verwachten en wat er allemaal beter kan. Een werkgroep heeft op basis van het onderzoek een tien punts actieplan opgesteld dat 31 mei door de Ngi-ledenraad is goedgekeurd. Dat actieplan moet het zelfvertrouwen terugbrengen, de interne en externe communicatie verbeteren en de zichtbaarheid van de vereniging vergroten. Daar zal deze zomer hard aan worden gewerkt. Meteen na de zomer zullen de eerste resultaten ervan zichtbaar worden.” Gaan er onder uw bewind grote veranderingen plaatsvinden? “Nee. We hebben er lang over nagedacht en zijn tot de conclusie gekomen dat we datgene wat we al deden, beter moeten doen. Bijvoorbeeld met een portal op internet, waar de leden van het Ngi elkaar makkelijk kunnen vinden en benaderen. We stoppen zo snel mogelijk met de dure ouderwetse mailingen. Maar we zullen avonden blijven organiseren met lezingen over interessante onderwerpen als XML, WAP, m-commerce en e-commerce. Daar kunnen de leden elkaar blijven ontmoeten. We moeten meer een netwerk van ICT-professionals worden. We gaan ook de emotionele beloning van de actieve leden vergroten, want de vereniging is van hun afhankelijk. De buitenwereld moet weten dat ze bij het Ngi moeten zijn. We moeten een goedlopende en gezonde vereniging worden en daarom moeten we eerst beter functioneren.” Waarom is dat de afgelopen jaren dan zo slecht gelukt? “In het 43-jarige bestaan van het Ngi is de wereld veranderd. Vroeger was het Ngi de enige die voorzag in congressen en seminars over IT-onderwerpen waar nog niemand van had gehoord. Nu moeten we net als alle andere verenigingen concurreren om de vrije tijd van de ICT-professional, die alle zeilen bij m0et zetten om bij te blijven op zijn vakgebied. Dat is een generiek probleem. Als Ngi staan we altijd op het tweede plan als het gaat om de tijd en aandacht van de vrijwilligers. De leden willen collega’s ontmoeten en kennis met elkaar delen. Dat moeten wij als bestuur van de vereniging faciliteren. Hebt u zich als Ngi-voorzitter een doel gesteld? “Ik ben tevreden als de vereniging weer vast op koers ligt. Als we de actiepunten allemaal succesvol uitvoeren en de vereniging meer jonge leden aantrekt. Dan is de bloei er zoals die er wezen moet.” Hoe moet het nu verder met het Spits- initiatief? “We hebben onze les geleerd. Het Ngi zal niet opnieuw de fout maken en voor de muziek uit lopen en zo andere partijen in de markt het gevoel geven dat we als dominante partij onze zin doorduwen. We willen nu graag met alle partijen bijvoorbeeld meepraten in de beroepsprofielendiscussie. De contacten worden op alle niveaus met de andere beroepsverenigingen, met Fenit en de Vereniging ICT Nederland, met Exin en Acadoo en met de overheid aangetrokken. We zullen ook ons steentje bijdragen. Op dit moment wordt er gewerkt aan een gehele herziening van de ’Taken en Functies in de Bestuurlijke Informatica’. Ik kom nog regelmatig totaal onverwacht verwijzingen naar het rapport tegen en dat vervult me met trots.” Joep Frijdal: “We stoppen zo snel mogelijk met de dure ouderwetse mailingen.” Foto: anp/sander nieuwenhuys