Overslaan en naar de inhoud gaan

NOAG-i is nuttig instrument

Belangrijker dan de NOAG-i is het proces dat tot de onderzoeksagenda leidt. De discussie die de laatste maanden in deze kolommen heeft plaatsgevonden, is daarvan een treffende illustratie. Informatici leren elkaars ideeën kennen en elkaars stokpaardjes respecteren. Bekend maakt bemind. En passant brengen we ons gebied in kaart en leggen we de basis voor de volgende versie van de nationale onderzoeksagenda.
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Het is een oud principe. Sterrenkundigen en natuurkundigen zijn ons voorgegaan. Die weten al tientallen jaren dat de geldschieter guller is voor wie zijn huis zelf op orde brengt. En de wiskundigen, met hun notoir gebrek aan zelforganiserend vermogen, wier gebied bovendien in een dynamiek zit die tegengesteld is aan die van de informatica, hebben het kunstje afgekeken, zitten rond de tafel en smeden samen plannen. Laten we dit soort processen vooral in stand houden. De hemel verhoede dat de onderzoeksagenda ons van rijkswege wordt opgelegd. Hierbij past de kanttekening dat NWO het proces, in informatica zowel als in wiskunde, op voorbeeldige wijze begeleidt en stimuleert, zonder ooit de regie in eigen hand te nemen. Daarnaast, het valt niet te ontkennen, is ook de NOAG-i zelf een nuttig instrument. De onderzoeksagenda structureert discussies over het onderzoeksbeleid en was een leidraad bij de voorbereiding van BSIK-programma’s in de ICT. Ik verwacht ook dat het komende ICT-Regieorgaan een uit het onderzoeksveld voortgekomen NOAG-i serieus zal nemen. En ik ken geen negatieve effecten van de NOAG-i. Is er ooit een projectaanvraag afgewezen omdat het onderwerp niet op de agenda stond? De bevrijde geest die zeven jaren wil besteden aan het bewijs dat P niet gelijk is aan NP zal altijd de kans krijgen. Mits hij of zij de juiste papieren heeft, natuurlijk. De nieuwe NOAG-i moet ruimte bieden aan de bevrediging van pure weetgierigheid en tegelijk hoop wekken op successen in tot nu toe onvoldoende geëxploreerde toepassingsdomeinen. Bij een vak als informatica, met de snelle assimilatie van nieuwe concepten en technieken en omgekeerd de voortdurende inspiratie vanuit de praktijk, zie ik geen enkele spanning tussen ‘zuiver’ en ‘toegepast’ onderzoek. Als er ooit een gebied is geweest waar ‘waarheid’ en ‘geld’ elkaar gemakkelijk vinden, dan is het hier. Goeroe Ik wil nog ingaan op enkele punten uit de discussie in de AG. Niet op de thema’s voor de nieuwe NOAG-i. Daarvoor verwijs ik naar de eerder verschenen ‘orationes pro domo’: security, ICT in de zorg, ICT-architectuur. (Ik heb het woord bio gemist. Kansen te over.) Een populair onderwerp van verhitte gesprekken is de financiering van onderzoek via de tweede en derde geldstroom. Is er sprake van leeftijdsdiscriminatie? Welnee. Een belangrijk instrument is en blijft de open competitie van NWO. Het woord zegt het al: die staat voor iedereen open. Een wezenlijk punt van zorg is de Nederlandse en ook Europese traditie van ‘matching’. De opdrachtgever betaalt een dubbeltje voor wat een kwartje kost. Ik overdrijf: voor projecten die naar Nederlandse maatstaven royaal worden gesteund, moet men niet aan een kwartje maar aan vijftien cent denken. Dergelijke projecten leggen beslag op een deel van de basisfinanciering, waar uit de aard der zaak vaak weinig rek in zit. Ik moet soms goede initiatieven van mijn onderzoekers ontmoedigen omdat ik de matching niet kan opbrengen. Dat is geen goede zaak, hoe je het ook wendt of keert. De oplossing? Honoreer elk project dat nu wordt gehonoreerd, maar geef het wat het kost. Dat betekent minder ‘lump sum’-financiering en meer projectfinanciering. Per saldo wordt er evenveel geld in onderzoek gestoken, maar er wordt meer in competitie verdeeld. Dit zal beter werken wanneer de universitaire hiërarchieën worden afgebroken en jonge medewerkers zelfstandig mogen meedingen. Forse veranderingen die op grote weerstanden zullen stuiten, maar zij zullen leiden tot een grotere dynamiek en meer mobiliteit in het wetenschapsproces. Het is goed te bedenken dat het systeem elders al jaren bestaat en tot volle tevredenheid werkt. Om met onze nationale goeroe te spreken: "Je gaat het pas zien als je het doorhebt." AUTEUR: Jan Karel Lenstra Jan Karel Lenstra is algemeen directeur van het CWI in Amsterdam en deeltijdhoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in