Nummers krijgen nieuwe rol in draadloos surfen

Toegang krijgen tot die informatie, vereist echter het intoetsen van het adres van een web- of WAP-pagina of eindeloos met de cursortoetsen navigeren op de portalsite tot de gewenste pagina is gevonden. Alleen de grootste ondernemingen slagen er in een plekje op een portalsite te kopen die een snelle link naar hun informatie garandeert. Jongeren lijken bij SMS-en geen been te zien in het intoetsen van grote hoeveelheden tekst. Toch ervaren de meeste telefoonbezitters het invoeren van alfanumerieke tekens als een vervelende bezigheid. Uit onderzoek van Forrester blijkt dat met elke toets die extra moet worden ingedrukt om een mobiele dienst te bereiken, het aantal gebruikers ervan halveert. Een aantal ondernemers voorzag dit webmarketingprobleem. „Een simpele URL bestaat uit minimaal tien karakters. In praktijk betekent dat zo’n dertig toetsen moeten worden ingedrukt vanwege het beperkte aantal toetsen op een telefoon,” zegt Anil Malhotra. „Daarmee kom je vaak uit op de homepage van een bedrijf terwijl de informatie die je zoekt ’dieper’ in de site zit. Navigeren op een website is met een mobiele telefoon nog veel lastiger vanwege de beperkte mogelijkheden van het scherm. ” Hij sprong in 1999 met een aantal collega’s van Santa Cruz Operations (SCO) in dat gat met een simpel maar briljant idee. Zij herintroduceren nummerreeksen om snel Web-, WAP- of I-modesites te vinden. Het systeem lijkt op het eerste gezicht een omkering van de activiteiten van topdomeinbeheerder Icann. Elke webserver op Internet heeft immers al een uniek adres aan de hand waarvan hij vanuit de hele wereld kan worden benaderd. Dat IP-adres bestaat uit een lange rij cijfers. Omdat zo’n nummerreeks weinig tot de verbeelding spreekt en bovendien lastig te onthouden is, heeft de Amerikaanse overheid begin jaren negentig de webadressen volgens het stramien www.webservernaam.xxx (bijvoorbeeld www.automatiseringgids.nl) in het leven geroepen. Een reeks databases onder de eindverantwoordelijkheid van topdomeinenbeheerder Icann, zet de naam in een IP-adres om. Bango.net ziet een markt in het oplossen van de mobiele adresseringsproblemen. Het bedrijf verkoopt juist weer nummerreeksen aan bedrijven om het gebruik van webadressen te omzeilen. Een Bango-nummer legt een link met een specifieke informatiepagina en niet alleen de homepage van een bedrijf zoals het IP-nummer doet. Volgens Malhotra zit de kracht van het systeem in het feit dat mensen onderweg iets zien op een billboard of in een advertentie en dan graag direct extra informatie willen hebben. De telefoon heb je altijd bij je. Door nu bij de advertenties het Bango-nummer te plaatsen, geeft de adverteerder geïnteresseerden de mogelijkheid direct toegang te krijgen tot die specifieke informatie. De portalsite van Bango.net biedt de mogelijkheid het nummer in te toetsen. Vervolgens zoekt de browser van de telefoon in de Bango.net-databases het juiste webadres en springt direct naar de gevraagde pagina. „Wij hebben in Engeland een contract met een makelaar die op elk ’Te Koop’-bord een Bango-nummer plaatst waarmee een potentiële koper onmiddellijk de prijs en enkele details over het huis op kan vragen,” geeft Malhotra als voorbeeld. Het systeem werkt nog handiger als iedere GSM-aanbieder op zijn portal een venstertje opneemt waar abonnees direct het Bango-nummer kunnen invoeren. Malhotra onderhandelt daarover met de telecombedrijven. Zo contracteerde hij al grote aanbieders in Europa, waaronder KPN, Téléfonica en British Telecom. In Nederland spreekt hij ook met Telfort om zijn dienstverlening op de Genie-portal te krijgen. Dat nummerreeksen al snel erg lang worden als hetzelfde systeem wereldwijd wordt gebruikt, ziet hij niet als probleem. „In een typisch geval heb je het nummer voor je en toets je het gelijk in.” Net zoals nu ’mooie’ telefoonnummers, krijgen korte Bango-nummers een hoge prijs. Met name MKB-ondernemingen willen, volgens Malhotra, graag hun telefoonnummer als Bango-nummer omdat dat toch al op visitekaartjes staat. Dat kost circa 29 dollar per jaar. Voor een populair nummer van twee of drie getallen vraagt Bango.net enkele duizenden dollars per jaar. Keith Mallinson, vice-president van marktanalist Yankee Group vindt het idee van Bango.net interessant. „Maar”, zo waarschuwt hij, „Het is ook makkelijk te kopiëren.” Malhotra heeft daar aan gedacht en zegt zijn ideeën voldoende in patenten te hebben vastgelegd om de concurrentie in ieder geval een paar jaar te vertragen. Het zestien werknemers tellende Bangonet heeft in totaal 2 miljoen dollar geïnvesteerd in het systeem. Tot nu toe heeft het bedrijf pas voor zo’n 160 duizend dollar aan nummers verkocht. Maar Malhotra gelooft dat hij aan het begin van de groeicurve staat. „Toen wij begonnen begrepen de GSM-aanbieders en informatieleveranciers het probleem nog niet. Inmiddels veranderde die situatie radicaal. ” Mallinson verwacht dat de nummerdiensten in Europa meer voet aan de grond kunnen krijgen dan in de Verenigde Staten. „De Amerikaanse telecomaanbieders zijn veel minder geneigd samen te werken om tot een open systeem te komen. Bovendien verwacht ik dat handcomputers met een telefoonmodule erin in Amerika sneller aanslaan dan in Europa. Die apparaten bieden meer mogelijkheden makkelijk een URL in te voeren.”