Politieke partijen hebben geen sjoege van zorg-ICT
D66 wil - met slechts één zin - de patiënt inzage geven in het Elektronisch Patiëntendossier ofwel EPD. Het CDA is dezelfde mening toegedaan: ‘Er komt betere informatievoorziening, meer inzicht in het eigen EPD’. Ook Groenlinks wil een ‘uniform EPD’ dat samenwerking tussen behandelaars bevordert en voor de patiënt toegankelijk is. Pim Fortuyn heeft geen formeel verkiezingsprogramma, maar beschrijft in zijn boek een toekomst waarbij kleine regionale behandelcentra voor diagnose en behandeling via ICT worden gesteund vanuit academische ziekenhuizen. “Mijn academisch ziekenhuis heeft dus weinig echte patiënten en veel digitale patiënten. De patiënt wordt daarmee minder afhankelijk van de actuele kennis en kunde van de medische streekspecialist”, aldus Fortuyn. Hij wil de zorgsector via ICT decentraliseren. “Academische centra moeten voor de streekziekenhuizen expertisesystemen ontwikkelen, zodat topspecialisten minder vaak ingeschakeld hoeven worden. Bij complexe operaties moeten topdeskundigen, eventueel uit andere landen, online kunnen meekijken en adviseren. ” Grote afwezige in de verkiezingsprogramma’s is materiekennis. Het pleidooi voor ‘chatlijnen’ is nogal wereldvreemd. Chatten is tijdrovend en vereist gelijktijdige aanwezigheid van de arts, een enorm nadeel vergeleken bij e-mail. Over EPD’s lijkt men te optimistisch. Zelfs artsen kunnen anno 2002 elkaars dossier veelal niet inzien, ook door de weinig systematische vastlegging van gegevens. Vrije uitwisseling van medische gegevens vraagt ook een tijdrovende aanpassing van wet en regelgeving. Openheid van medische gegevens wordt belemmerd door concurrentie en kinnesinne tussen beroepsgroepen. Zo mogen apotheken de diagnoses van artsen niet inzien. De geringe politieke aandacht voor zorg-ICT is opmerkelijk. De betrokkenheid van de overheid bij zorg-ICT is levensgroot, omdat de gezondheidszorg voor een fors deel vanuit Den Haag wordt aangestuurd (en deels gefinancierd). Zo besteedde het departement van VWS over de periode 2000/2001 circa 77 miljoen euro aan ICT-projecten. Daarbij komen de vele miljoenen die het ministerie van Economische Zaken jaarlijks in zorg-ICT pompt. Onlangs nog besloot de Tweede Kamer geen debat te besteden aan de besteding van 77 miljoen euro aan stimulering van zorg-ICT. Kamerleden met kennis of interesse inzake zorg-ICT zijn er niet of nauwelijks. Dat geeft weinig controle over uitgegeven miljoenensubsidies en veel macht aan een piepkleine groep ambtenaren. In de zorgsector heerst veel kritiek op de besteding van de miljoenensubsidies.