Regie
De rol van de ministerpresident is daarbij cruciaal. Over zijn positie en macht loopt al een stevig parlementair debat omdat we zeker in Europees verband niet meer kunnen volstaan met een premier die niet veel meer is dan de eerste onder zijns gelijken. Het innovatieplatform is niet gediend met een premier als technisch voorzitter van een overlegorgaan, terwijl de feitelijke aansturing van activiteiten versnipperd blijft plaatsvinden door verschillende departementen. Balkenende ontkomt er niet aan om op korte termijn te schetsen wat hij zich voorstelt bij dit paradepaardje van zijn nieuwe regering. Het gaat hier per slot van rekening om het enige echt nieuwe beleidsinitiatief van zijn kabinet, waarvan de verdere voornemens worden gedomineerd door hak en snijwerk. De vraag is of de premier bij het formuleren van zijn plan van aanpak ook meteen de regie zal claimen voor wat betreft de voortgang van het project, met daarbij de onomwonden mogelijkheid om zijn collegaministers zo nodig te ‘overrulen’. Daarmee vergroot hij uiteraard zijn eigen afbreukrisico, maar ook de kansen op bruikbare uitkomsten van het platform. De ministeries van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Economische Zaken zullen instinctief de neiging hebben om op hun bevoegdheden te blijven zitten en het is aan de premier om die ambtelijke reflexen te doorbreken. De toetssteen voor dit kabinet is niet de mate waarin men er over vier jaar in is geslaagd om de bezuinigingsdoelstellingen te realiseren, maar de vraag of het is gelukt om ook nog iets neer te zetten waar we in de toekomst wat aan kunnen hebben.