Overslaan en naar de inhoud gaan

Regisseur gezocht!

Voor het realiseren van de elektronische overheid is de techniek het probleem niet. Die is ruim voorhanden. Het probleem is de regie. Wie is wanneer voor wat verantwoordelijk en in welke volgorde moet waar wat gebeuren en wie beslist daar uiteindelijk over? Thom de Graaf niet, zoveel staat vast, maar wie dan wel? Het antwoord kan niet Nederlandser: Zowat iedereen; in goed overleg.
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Op de hobbelige en kronkelige weg naar de elektronische overheid heerst filevorming en vertraging en de weggebruikers verschillen nogal eens van mening over de beste route naar het eindpunt. Dat uit zich ondermeer in niet erg zichtbare loopgravenoorlogen van ambtenaren achter gesloten deuren over uiteenlopende zaken als de modernisering van de GBA; het delen of afstaan van bevoegdheden of een voorkeur voor specifieke sofwareleveranciers. Het uit zich soms ook in openlijk beleden machteloosheid van degenen die geacht worden het proces in goede banen te leiden. ‘Andere Overheid’ heeft bij Binnenlandse Zaken een eigen project-DG, Lex van den Ham. Die werkt met elf collega’s aan niet minder dan vierenzestig ‘ verbeteracties en initiatieven’, zo meldt een speciale website. Maar:’minstens zo belangrijk is het in gang zetten van de beweging als geheel’ en daarin wil het team ‘ aanjager’ spelen. Dat gebeurt door ‘te signaleren waar het mis gaat, en te leren van wat er goed gaat’. Dat Van den Ham het eerder moet hebben van overtuigingskracht dan bevoegdheden illustreert de website met de stelling: ‘En als iedereen erin gelooft en eraan meedoet, wordt de overheid anders. Geloof het of niet.’ En wat te denken van de hartekreet in de notitie ‘ Op weg naar de elektronische overheid’: ‘ Zolang afzonderlijke overheidsonderdelen bij de inzet van ICT in relatief isolement hun eigen weg gaan, blijven ontwikkelingen die voor burgers en bedrijven en voor de overheid zelf echt zoden aan de dijk zetten buiten bereik’. Soms is de wens de vader van de gedachte getuige de zin: ‘ De basisvoorzieningen kunnen centraal worden ontwikkeld en het gebruik daarvan kan en moet na de initiatieffase snel ( en in sommige gevallen dwingend ) worden bevorderd’. Dat woord dwingend staat niet voor niets tussen haakjes. De sturende ambtenaren weten dat hun polsstok niet al te lang is. De nota zegt het zo: ‘ Uiteindelijk zijn het de vele honderden overheidsorganisaties(...) die dat zelf moeten verzorgen. Een ‘slimme’ sturing daarvan dwingt niet, maar verleidt’. Het ambitieniveau wordt daaraan aangepast. Hoe verwoord je de stroperigheid van de besluitvorming? Dat doe je zo:’ De diverse trajecten kennen, alle op zich, een eigen dynamiek van besluitvorming en realisatie, gegeven de vele betrokken partijen’. En : ‘ Voorlopig gaat het er om dat, in deze notitie, een eerste stap is gezet om de programma’s inhoudelijk en functioneel met elkaar in verband te brengen’. Precies; de weg naar de ‘Elektronische Overheid’ is nog lang. Wordt er dan nergens tempo gemaakt? Misschien toch wel. Neem nu de hoogste ambtenaren van de departementen. Die komen bijeen in het secretarissen-generaal (SG)-beraad en hebben e-government ook in hun hart gesloten. Ze hebben er zelfs een ‘12-punten plan’ over opgesteld. Dat is een mysterieus document. Officieel is het ‘ opgenomen in het Programma Andere Overheid’, maar wat houdt het precies in? Thom de Graaf stelt: ‘Bij de uit te voeren activiteiten is een belangrijke rol weggelegd voor de Secretarissen-Generaal van de ministeries’. Dat zal wel, maar los van de vraag in hoeverre die zich laten ‘ aanjagen’ door een project-DG zonder bevoegdheden ( het schijnt dat ze zich niet veel aan hem gelegen laten liggen ) blijft het 12-puntenplan intrigeren. Het ministerie van Binnenlandse Zaken houdt het plan - desgevraagd - onder de pet. ‘Niet openbaar’. De belangrijke rol die De Graaf voor de SG’s in petto heeft voeren ze dus uit volgens een geheime agenda. Mogen er geen slapende honden worden wakker gemaakt? Geheim plan of niet; de SG’s bewaken de voortgang van de Andere Overheid. Het 12 puntenplan is hun checklist. ‘Zij hebben eigenlijk de AO aangezwengeld omdat ze zich persoonlijk gecommitteerd hebben aan de modernisering van de overheid’, aldus een ambtenaar van Economische Zaken. Het 12 puntenplan begint met de zin: ‘Onderstaande volgen de activiteiten waarvoor de SG’s de verantwoordelijkheid willen nemen teneinde de modernisering van de overheid ook ambtelijk binnen de rijksdienst bij de horens te vatten’. Zo willen de SG’s zonder al teveel interne tegenwerking een snelle bundeling van de overheidsnetwerkstructuur voor ICT. Daarnaast willen ze meer efficiëncy als het gaat om authenticatie en registratie. Zo stelt het puntenplan: ‘..de activiteiten die onder deze initiatieven worden ontplooid, hebben als geheel onvoldoende voortgang, terwijl de activiteiten nu zodanig zijn ingebed dat samenhang tussen de lopende trajecten onvoldoende is verzekerd. De SG’s geven de betrokken DG’s opdracht om samen met VWS en EZ de lopende initiatieven inhoudelijk op elkaar af te stemmen en vervolgens te versnellen.’ De coördinatie van het overheidsinformatiebeleid berust vanouds bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). De beide kabinetten Kok hadden er een speciale bewindsman voor, eerst een staatssecretaris (Jacob Kohnstamm), toen een minister (Roger van Boxtel), waarna in het kabinet Balkenende I de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (Johan Remkes) het er even bij mocht doen. Sinds mei vorig jaar Balkenende II aantrad is er weer een eigen minister: Thom de Graaf, voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK). Ook het ministerie van Economische Zaken (EZ) ziet voor zichzelf een taak weggelegd als het gaat om de overheidsinformatievoorziening. BZK/BVK bestrijkt het interne overheidfunctioneren en de (ICT)relaties met de burger, terwijl EZ het overheidsinformatiebeleid voor het bedrijfsleven vorm en inhoud geeft. 2-DG MOS, DG KB en DG AO Bij BZK/BVK houden zich twee Directoraten Generaal (DG’s) met de materie bezig: Het DG Management Openbare Sector (DG MOS) en het DG Koninkrijksrelaties en Bestuur (DG KB). Onder de eerste resorteert de Directie Innovatie- en Informatiebeleid Openbare Sector(DG IIOS). Die organisatie moet ‘door middel van coördinatie van de beleidsontwikkeling en toepassing van ICT bijdragen aan de kwaliteit van het Openbaar Bestuur’, aldus de BZK-website. Het DG heeft ook als opdracht om samen met EZ de elektronische overheid - e-Government - vorm te geven (4) Relatief nieuw aan het firmament is het Directoraat Personeel, Organisatie, &Informatie Rijk (DP OIR) dat nog geen jaar actief is. Het valt onder DG MOS en is onder andere verantwoordelijk voor de realisatie en aansturing van P-Direkt, het shared service center HRM van het Rijk (14 B). Het regelt ook dat de directeuren informatievoorziening van de departementen tweewekelijks vergaderen over de praktijk van ‘hard- en software’ op de departementen en breekt zich ook het hoofd over bijvoorbeeld aankopen van ICT. Een ambtenaar meldt dat het directoraat de belangrijkste rol speelt voor Andere Overheid als het gaat om de bedrijfsvoering op de departmenten. ‘Nu nog coördinerend maar straks zelfs taakstellend’. Het gerucht doet de ronde dat DPOIR op termijn zelfs zal worden opgewaardeerd tot DG Bedrijfsvoering Overheid. Onder het andere DG (DG KB) valt ondermeer het agentschap Basisregistratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR). Dat agentschap speelt een belangrijke rol, omdat een stelsel van basisregistraties cruciaal is voor het realiseren van het programma ‘Andere Overheid’ dat is bedoeld om het interne en externe functioneren van de overheid te verbeteren. 3-DG TP en DG O&I Bij Economische Zaken richt vooral het DG Telecom en Post (DG TP) zich op ICT-onderwerpen in relatie tot de BV Nederland. Er zijn sterke raakvlakken met de activiteiten van BZK/BVK omdat EZ bijvoorbeeld de Overheidstoegangsvoorziening (5) waaraan BZK werkt nodig heeft voor de eigen Overheidstransactiepoort (6) voor alle contacten tussen overheid en bedrijfsleven. Dan gaat het vooral om het programma ICTAL (7), dat bedoeld is om de administratieve lasten voor bedrijven terug te brengen met behulp van ICT. DG TP bemoeit zich ook met de introductie van ICT in maatschappelijke sectoren en met de uitvoering van e-Europe. Die laatste activiteit zet ook de trend voor het Nederlandse e-Government-concept van BZK. Ambtenaren van EZ vinden daarom dat zij eigenlijk eindverantwoordelijk zijn als het gaat om de ICT-agenda bij de hele overheid. ‘Alleen doen we dat door overleg, niet door dwang, maar als het er op aankomt zijn wij eindverantwoordelijk voor de domeinoverstijgende thema’s: de overlap van het ICT-beleid’, aldus een bron bij Economische Zaken. Het directoraat generaal voor Ondernemen en Innovatie (DG O&I) heeft een directie Innovatie met ondermeer als taak het ‘ benutten van kansen op een aantal strategische technologiegebieden, zoals ICT’. Daarnaast opereert er ook een directie Ondernemerschap met als een van de taken: ‘ het beperken van administratieve lasten’. Maar als daar ICT bij komt kijken gaat DG TP er dus over. Een ander raakvlak vormt de ‘Rijksbrede ICT-agenda’. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld het overheidsgebruik van open standaarden, om minder afhankelijk te zijn van leveranciers. Voor open standaarden en open source programmatuur kent EZ samen met BZK het programma Open Standaarden en Open Source Software (OSOSS) (13) dat wordt uitgevoerd door het ICTU (12). 4e-Government De overheid heeft een gemeenschappelijke - door diverse bestuurslagen uit te voeren - agenda voor de elektronische overheid in de komende jaren. Het voornemen is ‘verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven’. Daarbij staan zeven ‘domeinen’ centraal. Het gaat om: 1. -elektronische toegang tot de overheid 2. -elektronische authenticatie 3. -eenduidige nummers voor personen en voor bedrijven 4. -basisregisters 5. -elektronische identificeringsmiddelen (chipcards) 6. -elektronische informatie-uitwisseling 7. -snelle verbindingen tussen overheidsorganisaties 5/6/7-OTV, OTP, ICTAL Elektronische toegang tot de overheid. Het is de bedoeling dat de overheid door het koppelen van het informatie- en dienstenaanbod een virtueel overheidsloket realiseert. Dat vraagt om een systematische ontsluiting van de overheidsinformatie en van de door de overheid geboden diensten. ‘Iemand moet in enkele muiskliks bij de gevraagde informatie kunnen komen’, meldt de notitie ‘op weg naar de Elektronische Overheid’. Daartoe wordt de Overheids Toegangs Voorziening (OTV) (5) ingericht. Die speelt weer een rol in het optuigen van de Overheids Transactie Poort (OTP) (6) voor alle contacten tussen bedrijfsleven en overheid. De OTP is nodig als instrument voor het met behulp van ICT realiseren van een vermindering met een kwart van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het programma ICTAL (7), dat ondermeer regelt dat bedrijven gegevens maar een keer aan de overheid hoeven te verstrekken, is daar door EZ voor opgezet. Het ICTAL-programma combineert activiteiten uit alle zeven onder 4 genoemde ‘domeinen’. 8 CEDI De Coördinatiegroep Elektronische Dienstverlening en Identificatie (CEDI) is een initiatief van vier departmenten die nauw betrokken zijn bij de tot standkoming van de overheidsloketten en de achterliggende infrastructuur en technologie: EZ en Binnenlandse Zaken als opdrachtgever en SZW en Financiën als toekomstige afnemer/gebruiker. De Directeur-Generaal TP en zijn collega’s van de Belastingdienst en het Management Openbare Sector en de Secretaris-Generaal van SZW vormen het bestuur. Zij bewaken voortgang en onderlinge afstemming van bijvoorbeeld OTV en OTP en de authenticatiemiddelen (9). Voor alles werken ze aan de totstandkoming van een beheersorganisatie voor deze zaken die in de nabije toekost moet ontstaan als organisatie op afstand, waarmee het Rijk een klant leverancierrelatie kan opbouwen. Voor het zelfde proces op gemeenteniveau is de ‘Regiegroep ICT en Overheid’ verantwoordelijk. Daar is onder andere Egem (19) bij betrokken. Opmerkelijk is dat de groep geen betrokkenheid kent van de zijde van VROM, terwijl dat departement toch betrokken is bij vier van de zes basisregistraties. De samenstelling van CEDI is vrij willekeurig en heeft veel te maken met de persoonlijke chemie van de betrokken DG’s en de SG. 9-Authenticatiemiddelen Voor elektronische communicatie met de overheid (en in het overige maatschappelijke verkeer) zijn verschillende vormen van identificatie en authenticatie mogelijk. Onderdeel van de Elektronische Overheid is dan ook een stelsel van verschillende mogelijkheden, oplopend in gradaties van beveiliging. Het stelsel is een noodzakelijk onderdeel van de Overheids Transactie Poort. 10Manifestgroep Groep van zes grote uitvoeringsorganisaties ( naast UWV en Belastingdienst ook CWI, Sociale Verzekeringsbank, Informatie Beheer Groep en College voor Zorgvoorzieningen). De groep kwam vorig jaar - uit ongeduld met het tempo waarin ‘Den Haag’ werkt aan veranderingen van de uitvoering - met een eigen innovatievoorstel. Ze kondigden daartoe de Nationale (inmiddels Nieuwe) Authenticatie Voorziening aan. Die NAV is inmiddels geadopteerd door BZK als onderdeel van de Overheids Toegangsvoorziening (5) en gaat beheerd worden door de Belastingdienst. Toen in juni van dit jaar de Manifestgroep na een jaar de balans opmaakte, sprak Maarten Ruys, secretaris generaal van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over ‘goedwillende mensen binnen de Rijksdienst die wat willen, maar hun neus stoten’, om welke reden hij de Manifestgroep zeer hartelijk dankte voor ‘het geboden steuntje in de rug’ en deze utnodigde ‘voorop te blijven lopen, zodat de overheid kan proberen er hijgend achteraan te gaan’. 11--Stelsel basisregistraties Eenduidige opslag en beheer van gegevens moet plaats gaan vinden in basisregisters. Die worden de spil in het uitwisselen van gegevens over burgers, bedrijven en gebouwen. Ze moeten het hergebruik van gegevens mogelijk maken en ervoor zorgen dat gegevens maar een keer hoeven worden aangeleverd. Thom de Graaf is als minister verantwoordelijk voor de totstandkoming van het stelsel van basisregisters. Er worden nu zes basisregisters onderscheiden. Bij de GBA zijn ondermeer BZK en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) betrokken. Het Basis Bedrijven Register is de sores van Economische Zaken. De registers voor gebouwen, percelen, adressen en topografie vallen onder het Ministerie van VROM. Er gaan stemmen op om het niet te laten bij deze zes. Zo zou de ‘verzekerdenadministratie’ zo’n status kunnen krijgen. In feite is dat een basisadministratie dienstverbanden, vooral van belang voor uitkeringsinstanties. Er wordt ook gedacht over een basisadministratie inkomens, waarbij de Belastingdienst een hoofdrol gaat spelen. 12ICTU Samenwerkingsverband van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. DG KB Leon van Halder is voorzitter van het stichtingsbestuur. Het is zo’n beetje de ‘werkmaatschappij’ van het departementsbeleid. ICTU draait een reeks programma’s en biedt ook onderdak aan het ‘Kenniscentrum Elektronische Overheid’ en onderhoudt een ‘kennisbank’. 13-OSOSS-programma Een van de ICTU-activiteiten. Het stimuleert overheidsorganisaties open standaarden toe te passen en het verstrekt informatie over de mogelijkheden van open source software. Het hoort bij de inrichting van de front- en backoffice van de overheid. 14-Ministerie van Financiën De Belastingdienst (RBD) is, hoewel decentraal vormgegeven, een directoraat-generaal van het ministerie van Financiën en dat departement moet niet worden uitgevlakt als het om daadkracht gaat. Die wordt ook ingezet als het om de bedrijfsvoering bij de overheid gaat, wat de andere ministeries - coördinerend of niet - ook bedenken. De dominantie op de achtergrond van Financiën laat zich het best illustreren aan de hand van de drie onderstaande voorbeelden, waarbij de voorliefde voor SAP-systemen een verbindende factor vormt. A: Financiële bedrijfsvoering: Als het gaat om de financiële systemen wil Financiën een vinger in de pap houden. Het project Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording (VBTB) moet een duidelijkere koppeling realiseren tussen beleid, prestaties en geld. Dat vergt dat prestaties kunnen worden gemeten en dat de integrale uitgaven die bij het beleid horen kunnen worden gemeten. ‘Input- en prestatiegegevens’ moeten gekoppeld kunnen worden. VBTB, e-Government, en bijvoorbeeld de invoering van het baten-lasten stelsel waartoe in 2000 is besloten vereisen samenwerking op gebied van informatievoorziening en bedrijfsvoeringsystemen. Het Kernmodel Financiële Informatievoorziening (KFI) beschrijft de financiële processen en informatiestromen op de departementen. Er is echter een nauwe relatie tussen KFI en SAP. Volgens Financiën zelf zijn KFI en het SAP-ERP-pakket ‘gematched’. SAP zelf houdt het erop dat de financiële module van SAP standaard volledig is ingericht voor KFI. Model 2 is nog steeds in ontwikkeling en wordt getest in het SAP-competence Center van het Belastingdienst Centrum voor ICT (B/CICT). Hoe het ook zij: de band is nauw. En Financiën ziet dan ook het liefst dat de andere departementen SAP voor hun financiële bedrijfsvoering inzetten. Bij de aanbesteding van een ERP-pakket bij Defensie leidde dat zelfs tot een flinke rel, omdat Baan meende dat Defensie ten onrechte voor SAP had gekozen. Baan stapte naar de rechter, die de leverancier op punten in het gelijk stelde, maar toch oordeelde dat Defensie met SAP in zee mag. Baan ging in hoger beroep. Baan zou tijdens de procedure het loodje hebben gelegd omdat op het laatste moment naast het materieel-logistieke traject ook ondersteuning van de financiële processen in de competitie werd opgenomen. Baan klaagde dat het dus op SAP-gebaseerde business-cases moest uitwerken en zo onmogelijk meer kon winnen. Tijdens de zitting bij de kantonrechter in Den Haag werd duidelijk dat Financiën hier de hand in had. B. Personeelsadministraties: Iets soortgelijks speelt bij de oprichting van het shared service center HRM, nu P-Direct geheten, dat de afhandeling en verwerking van de personeelsadministratie en salarisverwerking voor op één na alle departementen moet gaan uitvoeren. De salarisverwerking voor het Rijk gebeurt nu nog met het 25-jaar oude IPA-salarissysteem. Eerdere aanbestedingen om IPA te vervangen waren op niets uitgelopen en Financiën wilde zijn eigen koers varen. B/CICT startte daarop met SAP een langjarig project om een eigen salarisverwerkingssysteem te bouwen op basis van SAP-Payroll. Dat draait inmiddels en op 1 januari 2005 stappen nog drie SAP-departmenten over van IPA naar wat inmiddels het Facilitair Salaris Centrum (FSC) is gaan heten. Het FSC werd opgericht hoewel het kabinet al had besloten de salarisverwerking voor de hele rijksoverheid, exclusief Defensie, samen te voegen in het ssc en BZK de verwezenlijking daarvan had opgestart. Daarvoor werd een consortium gezocht met marktpartijen die tientallen miljoenen wilden investeren. De alleingang van Financiën zette BZK voor het blok. Of het ssc moest op basis van SAP gaan werken of de vier gingen verder hun eigen gang waarmee het ssc flink zou worden uitgehold. Inmiddels is de bouw, implementatie en beheer van het ssc (P-Direkt) gegund aan de enig overgebleven marktpartijen in de aanbesteding: IBM en LogicaCMG. De laatste hielp mee met de ontwikkeling van SAP Payroll bij B/CICT. P-Direkt wordt gebouwd rond deze Payroll en SAP HR zoals dat bij Financiën (FSC) draait. C: Inkoopsystematiek: Eind 1999 lanceerde toenmalig minister van Economische Zaken, Annemarie Jorritsma, het Actieplan Professioneel Inkopen en Aanbesteden. De projectdirectie PIA, Professioneel Inkopen en Aanbesteden, (15) moest het uitvoeren. Het project, dat op 1 april van dit jaar zou aflopen, is door de huidige staatssecretaris, Karien van Gennip, verlengd. De elf mensen van PIA hebben er twee jaar bij gekregen. Bovendien formuleerde het kabinet een ‘taakstelling’: PIA moet ervoor zorgen dat de overheid dit jaar rijksbreed 20 miljoen euro uitspaart door professioneel in te kopen. De besparing moet over twee jaar structureel 50 miljoen bedragen. Een van de belangrijkste initiatieven van PIA is het Programma Inkoop Taakstelling (PIT) (16) waarbij de inkoopstrategieën voor acht productgroepen voor een rijksbrede gecoördineerde inkoop zijn opgesteld. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst over PIT vertelde nota bene Mariënne Verhoef, plaatsvervangend Secretaris-Generaal van Financiën en voorzitter van het plaatsvervangen SG-beraad, (de pSG’s gaan binnen de departementen over de bedrijfsvoering) dat PIT weliswaar geen nieuw Rijks Inkoop Bureau is, maar dat de departementen wel iets van hun vrijheid in moeten leveren om de doelstelling van PIT, de besparing van 50 miljoen euro op inkoop die in het regeerakkoord van Balkende II wordt gesteld, te realiseren. Bij PIT zijn acht productgroepen toebedeeld aan evenveel ministeries. EZ voert in het kader van PIT de regie over alle ICT-aankopen en -aanbestedingen bij het Rijk. Echter niet lang nadat de portefeuilles van PIT waren verdeeld organiseerde het ministerie van Financiën een bijeenkomst voor alle departmenten, gemeentes, provincies en andere overheidsorganisaties om samen tot een Europese aanbesteding te komen van een aantal raamcontracten met ERP-leveranciers. Het staatscontract van 1997 met SAP voldeed niet aan de EU-regelgeving op dit gebied en, zo valt in de uitnodiging te lezen, het opnieuw afsluiten van een staatscontract met SAP ‘is daarom alleen mogelijk als tegelijkertijd met andere leveranciers van ERP-software vergelijkbare afspraken worden gemaakt’. Pas in een laat stadium werd de PIT-medewerker bij EZ op de hoogte gebracht van de aanbestedingsambities van Financiën. 17Kibo Een schimmig geschiedenis is die van het Kenniscentrum Informatievoorziening Bedrijfsvoering Overheid (KIBO). Kibo was volgens eigen zeggen kennismakelaar, expert en sparringpartner voor overheidsorganisaties op gebied van bedrijfsvoeringsystemen. Het was een geesteskind van toenmalig directeur Begrotingszaken bij Financiën, Leonard Kok, die nu pSG is bij Justitie. De medewerkers van Begrotingszaken zijn zeg maar de boekhouders van de gehele Rijksoverheid, die overzicht houden op en rapporteren over alle financiële stromen bij het Rijk. Hun pleidooi voor een organisatie die eens een beetje richting moest geven aan (standaardisatie) van de bedrijfsvoeringsystemen is dus zo vreemd nog niet. Kibo was onder gebracht bij ICTU en beheerde onder andere het staatscontract met SAP. Het eerste jaarplan en het meerjarenprogramma van Kibo werd eind 2002 ter goedkeuring aan het pSG-beraad voorgelegd. Eén van de speerpunten van KIBO was de overstap van maatwerk bedrijfsvoeringsystemen op de departementen naar standaard ERP-systemen te faciliteren. Om niet elk jaar met de pet rond te hoeven gaan werd structureel geld voor Kibo op de begroting van de directie Begrotingszaken - bij Financiën dus - geplaatst. In de zomer van 2003 had een onzichtbare hand KIBO in het kader van de (bezuinigings-)beleidsnotitie ‘Meer eenvoud, meer focus’ op een lijst gezet van eventueel weg te bezuinigen programma’s. Het secretariaat van de stuurgroep van KIBO lag bij Begrotingszaken en de nieuwe directeur en opvolger van Kok, Helmer Vossers, trad op als dagelijks bestuurder. Wie KIBO op de ‘dodenlijst’ heeft geplaats is nooit duidelijk geworden, maar Vossers stelde voor KIBO te evalueren, hoewel het programma, dat zijn zwaartepunt in het ERP-veld zag, nog maar net was opgestart. De conclusie luidde dat Kibo niet meer nodig was omdat ‘de departementen op gebied van ICT en bedrijfsvoering elkaar ook wel zonder intermediair weten te vinden’. Voorzitter van de stuurgroep van KIBO tijdens de opheffingsvergadering was overigens Lex van den Ham, nu project-DG Andere Overheid. Achteraf ontkent zowel Financiën als BZK elke verantwoordelijkheid voor de eliminatie van KIBO. 18-Innovatieplatform Hoewel veel breder dan ICT alleen, mag in het kader van ICT en Overheid het Innovatieplatform niet onvermeld blijven. Het gezelschap van 18 big shots uit politiek, bedrijfsleven en onderwijs/onderzoek is bedoeld om de BV Nederland vooruit te helpen en ook om vernieuwing in de publieke sector te bewerkstelligen. Het platform staat onder leiding van premier Balkenende en werkt naar eigen zeggen aan ‘een mentaliteitsverandering’. Prominent lid Gerard Kleisterlee drukte het onlangs iets minder diplomatiek uit. Volgens hem luidt het adagium:’ kennis, kunde, kassa!’ 19EGEM Ondersteunt gemeenten bij de verbetering van hun dienstverlening en bedrijfsprocessen door een effectieve en efficiënte inzet van ICT. Het gaat om het vergroten van de kennis en expertise bij de bijna 500 gemeenten, die overigens autonoom zijn in hun (ICT-)besluitvorming. Voor de afstemming met Binnenlandse Zaken is er een regieraad die drie keer per jaar bijeenkomt onder voorzitterschap van DG Leon van Halder. Er bestaat overigens ook een ‘ Coördinatiepunt ICT Gemeenten’. Dat is een samenwerking tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de samenwerkende sociale diensten. Dat had natuurlijk bij EGEM gekund, maar wilde toch liever apart...

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in