Student leert werk nemer te worden
In een ruimte die het midden houdt tussen een studentenflat en een echt kantoor op de Rotterdamse LogicaCMG Campus werken zo’n twintig studenten aan hun afstudeeropdracht.
Per schooljaar studeren er zo’n 175 studenten af bij LogicaCMG. Ze werken aan hun opdracht – een eigen plan of een aanbod van LogicaCMG – op een van de zeven over het land verdeelde locaties. Er wordt geprogrammeerd aan robots, intelligente kasten en multi-user touchscreens, er wordt tegen een balletje getrapt en koffie aangesleept. In een omgeving die enerzijds relaxed, maar anderzijds ook serieus is.
“De werktijden van LogicaCMG gelden ook voor de afstudeerders en je hebt een x aantal vrije dagen”, zegt projectleider Eddy de Ridder van Working Tomorrow, het afstudeerprogramma van LogicaCMG. “Een student is niet alleen verbonden aan een van de zeven ‘Working Tomorrow’-locaties maar ook aan een businessunit van LogicaCMG. Ze worden door die BU ondersteund en nemen deel aan uitjes, borrels maar ook aan businessmeetings. In Working Tomorrow worden ze langzaam maar zeker klaargestoomd voor het echte werk. Want het eerste doel is weliswaar een mooie, innovatieve opdracht doen om mee af te studeren, maar we hopen natuurlijk ook dat er flink wat van die afstudeerders bij ons in dienst treden. En dat gebeurt ook: zo’n 55 procent komt direct na het afstuderen in dienst. In een later stadium nog meer; een deel gaat nog doorstuderen of eerst reizen.”
Het hoge ‘slagingspercentage’ dat in dienst komt, is volgens De Ridder te danken aan een aantal dingen. Ten eerste is de sollicitatieprocedure voor een afstudeerplek ongeveer even serieus als solliciteren naar een baan. De proactieve, ambitieuze studenten worden in eerste instantie aan een businessunit gekoppeld waar ze het beste lijken te passen. In de zes tot negen maanden van het afstuderen kunnen ze in de organisatie rondkijken, en kan het bedrijf op zijn beurt de student aan het werk zien. Wanneer ze echt in dienst komen, starten ze overigens vaak in een opleidingsprogramma. “De meeste starters beginnen met een masterclass”, zegt De Ridder. “In een periode van vier tot acht weken worden ze van heel specifieke kennis voorzien, bovenop de bredere kennis die ze meestal hebben vanuit hun opleiding. Daarna kunnen ze gericht aan de slag met een specifiek vraagstuk van de klant.”
Sogeti neemt elke maand een groep van twintig tot dertig ‘schoolverlaters’ aan, hbo- en wo-afgestudeerden met een IT-profiel. Elke maand start er dan ook een opleidingstraject, vertelt Cor van der Sluis, manager Academie bij Sogeti. “In de eerste week van dat traject krijgen ze een basistraining ICT. We kijken wat ze al kunnen; dat hoeven ze uiteraard niet meer te leren. Vervolgens gaan de nieuwe collega’s drie weken naar Ohio voor een speciaal voor Sogeti ontwikkelde business-course. We werken sinds 2000 samen met Ohio University. Eind jaren ’90 zochten we naar opleidingsmogelijkheden in de VS en hadden meteen een klik met Ohio. Tijdens die drie weken krijgen ze opdrachten in teams. Dat kan bijvoorbeeld zijn: bedenk een nieuwe dienstverlening voor Sogeti. Door deze vorm van ‘action-based learning’ leren ze én het bedrijf én de markt kennen op een manier die ze niet snel vergeten. Naast de training is er in die week ook teamcoaching en individuele coaching. Weer terug in Nederland krijgen de starters nog een vervolgtraject van vier tot zes weken in het vakgebied waarin ze gaan werken, bijvoorbeeld testen, programmeren of adviseren, waarbij ze ook weer een personal coach krijgen.”
Het komt zelden voor dat iemand afvalt of afhaakt tijdens dit traject; de selectie vooraf is uitgebreid. De ‘proeven van bekwaamheid’ die de beginnende Sogeti-medewerkers tussendoor moeten afleveren, zijn serieus, maar vormen zelden een struikelblok. “Ik vind het geweldig om te zien hoe onze nieuwe collega’s terugkomen uit Ohio”, zegt Van der Sluis, “met de mouwen opgestroopt en met het idee ‘we kunnen de wereld aan’. Een belangrijk leerprincipe is dan ook voor ons: versterken waar je goed in bent. Na de trainingen zijn ze klaar om zelfstandig of in een team bij de klant te werken. De kandidaat heeft zelf een divisie gekozen en samen kijken we op welk project of bij welke klant zijn of haar kwaliteiten het beste tot hun recht komen.”
Bij Capgemini ligt de instroom van echte starters zo rond de 300 tot 400 personen per jaar, de meeste met een achtergrond in informatica of een van de gammaopleidingen zoals economie of bedrijfskunde. “We rekruteren starters, of young professionals zoals wij ze noemen, alleen op hbo/wo-niveau”, zegt Johan Ravesloot, manager van het professional excellence center. “We proberen de aansluiting van de opleiding op werken bij ons op verschillende manieren zo goed mogelijk te krijgen. Door contacten met de opleidingswereld proberen we onze kijk op opleiden over te brengen en we geven bijvoorbeeld ook gastcolleges. Daarnaast investeren we al heel fors in de eerste twee jaar dat iemand bij ons in dienst is. Voor verschillende vakgebieden staan verschillende curricula. Het helpt daarbij dat we een van de grootste IT-opleiders van Nederland zijn; we kunnen het dicht bij huis halen. Een nieuwe medewerker volgt verspreid over het eerste jaar een aantal dagen en avonden verschillende trainingen, heel gericht op zijn of haar vakgebied en deze worden afgesloten met verschillende certificeringen. Dat is een behoorlijke investering van Capgemini, maar ook van de deelnemers. In de selectie zoeken we dan ook gericht naar mensen die zich willen blijven ontwikkelen. Die verdere ontwikkeling kunnen wij ze bieden. Van afstudeerders en stagiairs blijft ongeveer de helft in ons bedrijf werken. Wij vinden dat een hele mooie manier om je aan elkaar te verbinden.”
Naast de meer formele opleiding worden de young professionals begeleid door een ervaren consultant die dat wil en kan. “Opleiden is slechts een onderdeel. Ontwikkelgerichte opdrachten en gecoacht worden maken ook deel uit van ontwikkeling. Je leert het snelste door dingen in de praktijk te brengen in combinatie met ‘coaching on the job’. Een nieuwe medewerker is niet meteen vanaf dag 1 inzetbaar op ‘high impact’-projecten. Maar na de eerste twee maanden waarin hij of zij voornamelijk met opleiding bezig is, kunnen ze in opdrachten aan het werk. De basis die wordt gelegd bestaat ten eerste uit methoden en technieken die we hier binnen Capgemini hanteren, ten tweede – afhankelijk van het vakgebied – uit markt- en klantkennis en ten derde uit consultingvaardigheden. Een softwarearchitect ben je niet in een paar maanden, maar in de jaren daarvoor ben je desondanks hartstikke rendabel, want je ontwikkelt je in opdrachten voor klanten.”
Ook in kleinere organisaties, waar de instroom minder kolossaal is, zijn starters niet uitgestudeerd als ze in dienst treden. “In mijn bedrijfsonderdeel starten jaarlijks ongeveer 20 mensen, op hbo- en wo-niveau, voornamelijk afkomstig van verschillende infomaticaopleidingen”, zegt Benedict Böhm, Resource Director Unisys Nederland. “Denk hierbij aan starters van tussen de 22 en 24 jaar die we opleiden tot softwarearchitect, projectmanager en solution-specialist. Iedereen die hier komt werken, wordt ingedeeld in een opleidingsdiscipline. Deze discipline is bepalend voor het opleidingscurriculum.” Naast deze opleiding is er een uitgebreide praktische training. “We zorgen ervoor dat mensen zodra ze de basistrainingen hebben gehad snel echt als projectmedewerker meedraaien. We regelen in overleg met onze klanten veel training ‘on the job’. In eerste instantie gaat het om kleinere projecten, waarbij in een team van een mannetje of vijf, een of twee starters meedraaien. In zo’n team zitten altijd een projectleider en een ervaren consultant. De ervaren mensen coachen de jongere medewerkers, zodat ze zelf ook snel op een niveau komen waarop ze zelfstandig kunnen opereren. Dit gaat heel persoonlijk en informeel. Verder ben je natuurlijk aangenomen voor een bepaalde rol, maar na verloop van tijd kun je steeds meer je voorkeuren aangeven. Je kunt bespreken welke vaardigheden je bijvoorbeeld verder wilt ontwikkelen en naar welke rol je wilt groeien. Volgens mij werkt dat uitstekend; we verliezen weinig mensen. Met de kleine solution-teams van zo’n 50 mensen kunnen we ook heel direct en informeel zijn. Verdwalen gebeurt bij ons niet snel. Jezelf tegenkomen wel, maar dat wordt snel gesignaleerd.”