‘Subjectieve selectiecriteria bij massaontslag Sogeti’

Na de reorganisatie blijven er nog zo’n 1600 personeelsleden over in Nederland. Een jaar geleden hadden de drie Nederlandse bedrijven die sinds 1 augustus 2002 Sogeti vormen ­ Iquip, G&D en Twinsoft ­ nog zo’n 2150 medewerkers. Michiel Boreel, directeur Strategie & Marketing en directiewoordvoerder bij Sogeti Nederland, wil niet zeggen om hoeveel mensen het gaat. "Wij zijn continue bezig om de samenstelling en omvang van het bedrijf aan te passen aan de markt. Dat is niet iets van de laatste tijd. Wij nemen al een jaar in goed overleg met de ondernemingsraad afscheid van personeelsleden. Het gaat nu alleen om een grotere groep dan voorheen." Hij heeft het liever over ‘geholpen verloop’ dan ontslag. "Dat is een goeie!", reageert vakbondsbestuurder Siegbert van de Velde van CNV Dienstenbond. "Het gaat gewoon om collectief ontslag, punt uit." Zijn collega Babette Hendriks van vakbond De Unie zegt zich zorgen te maken over de selectiecriteria die Sogeti hanteert_. "Het eerste criterium is je beschikbaarheid op 1 januari 2003. Verder wordt er gekeken naar de duur van het dienstverband, inzet en inzetbaarheid en toekomstperspectief binnen de gewijzigde markt, rekening houdend met expertise en ervaring. Dat lijkt mij behoorlijk subjectief. Zo kun je medewerkers waar je al langer vanaf wilt gemakkelijker lozen", vreest zij. Hendriks eist net als CNV en FNV, opheldering hierover van de directie. Volgens OR­voorzitter Jaspers gaat het ‘slechts’ in de helft van de gevallen om bankzitters. CNV’er Van de Velde denkt dat Sogeti bewust voor de ontslagroute via de kantonrechter heeft gekozen en niet voor het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), om gedoe rondom selectiecriteria te omzeilen. "Veel ICT­bedrijven zeggen niet goed uit de voeten te kunnen met het last­in­first­outprincipe. Op deze manier is dat gemakkelijk te vermijden." De kantonrechter toetst de selectiecriteria in tegenstelling tot het CWI namelijk niet, mits beide partijen het eens zijn met de ontslagprocedure. Wat volgens hem ook meespeelt, is de afhandelingstijd. "Via de kantonrechter kan het met een beetje geluk binnen een maand geregeld zijn. Bij het CWI heb je eerst een maand wachttijd, daarna de procedure die zo’n zes tot acht weken duurt, plus nog de opzegtermijn." OR­voorzitter Jaspers geeft toe dat de directie bewust heeft gekozen voor de kantonrechter: "Op die manier heb je iets meer sturing en kun je wat flexibeler omgaan met de selectiecriteria."