Overslaan en naar de inhoud gaan

Succes ’Gouden Gids voor web-diensten ’ twijfelachtig

Ariba, IBM en Microsoft zijn onlangs een mediaoffensief gestart om hun gezamenlijke UDDI-standaard onder de aandacht te brengen. De standaard zou gezien moeten worden als een belangrijke stap vooruit in de ontwikkeling van de elektronische handel. UDDI wordt in één adem genoemd met ontwikkelingen als Soap, ebXML, BizTalk en als onderdeel van webdienstarchitecturen als Microsoft.Net en Sun One. Dan moet het toch iets belangrijks zijn, of niet?
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Universal Description, Discovery and Integration (UDDI) is een op deels open standaarden gebaseerde specificatie waarmee het mogelijk wordt webdiensten op Internet te publiceren, te vinden en te gebruiken. De standaard laat zich vergelijken met een wereldwijde Gouden Gids voor web-diensten waarbij aanbieders zelf hun web-diensten kunnen opgeven en onderhouden. Een web-dienst is een dienst die een afnemer via Internet van een aanbieder kan afnemen. Voorbeelden van web-diensten zijn: het bestellen van een boek, het downloaden van een film, het verifiëren van een creditcard, het reserveren van een vlucht, het uitbrengen van een stem voor een referendum en het vertalen van een tekst van het Nederlands naar het Engels. De UDDI-specificatie is opgesteld door Ariba, IBM en Microsoft. De door hen opgerichte organisatie verzorgt de verdere ontwikkeling van de standaard. Inmiddels hebben 178 bedrijven zich aangesloten bij deze organisatie. Deze bedrijven hebben zich gecommitteerd de specificatie te ondersteunen. Onder deze bedrijven zijn bekende namen als Accenture, Compaq, Dell, HP, Intel, KPMG, SAP en Sun Microsystems. Ook belangrijke leveranciers voor enterprise application integration(EAI)-applicaties als CrossWorlds, Tibco en Vitria ontbreken niet. Op dit moment hebben de drie initiatiefnemers bèta-implementaties beschikbaar van de UDDI-directory. De bèta-versie dient om de functionaliteit van de directory te testen. Naar verwachting zal de bèta-periode in juni 2001 eindigen waarna de initiatiefnemers de UDDI-directory echt in productie nemen. Zeepproducenten In de UDDI-directory komen diensten voor die zich vooral richten op B2B-e-commerce. Voorbeelden van aanbieders die nu vindbaar zijn in de directory zijn webshops, adviesbureaus, vertaalbureaus, voedselverpakkingsproducenten, een producent van handgemaakte hardhouten meubelen, zeepproducenten et cetera. De inhoud van de directory bestaat uit verschillende typen informatie. In de eerste plaats is er algemene informatie over de organisatie zoals naam, type organisatie, e-mailadres, contactpersoon en telefoonnummers. Daarnaast is er algemene informatie over de diensten en specifieke informatie over de beschikbare web-diensten. De UDDI-specificatie stelt geen beperkingen aan het type web-dienst in de directory. Semantische en syntactische informatie over de parameters van een web-dienst kunnen niet worden opgenomen in de directory. In plaats daarvan moet bij elke web-dienst worden verwezen naar de website waar deze specificatie wel beschikbaar is. Op dezelfde wijze ontbreekt in de directory ook de zogenoemde AAA-informatie. AAA staat voor accounting, authenticatie en autorisatie. Accounting betreft de kosten. Hoe duur is de afname van een web-dienst? Authenticatie betreft het vaststellen van de identiteit van de afnemer en de aanbieder. Klopt het dat u diegene bent die u zegt te zijn? Bij autorisatie gaat het om het al dan niet geoorloofd zijn een web-dienst af te nemen. Welke afnemers mogen van de web-dienst gebruik maken? De UDDI-directory verwijst voor dergelijke informatie naar de website van de betreffende web-dienst. Vetorecht Het is de ambitie van de initiatiefnemers dat de UDDI-directory één wereldwijde directory-service biedt die bestaat uit verscheidene nodes. Elke node biedt toegang tot de directory, zowel voor zoekopdrachten als voor inschrijvingen. Op dit moment zijn er drie nodes operationeel. Die van Ariba, IBM en Microsoft. Een beheerder van een node wordt operator genoemd. Via alle nodes is dezelfde publieke informatie op te vragen. Eén keer per dag worden de publieke gegevens van de geregistreerde aanbieders tussen de verschillende nodes gesynchroniseerd. Maar, is er wel behoefte aan een wereldwijde directory service? We kunnen daar een kanttekening bij plaatsen. Nog altijd 90 procent van het handelsverkeer verloopt regionaal. Taal- en cultuurverschillen vormen belangrijke barrières voor het internationale handelsverkeer. Zo hebben portalsites als Yahoo en Lycos portals ingericht die zich specifiek richten op een bepaald land. De ambitie van de initiatiefnemers sluit niet uit dat ook andere partijen hun directory service met de UDDI-standaard toegankelijk maken. We denken hierbij aan gevestigde partijen als VNU Global Directories met onder andere de Gouden Gids, maar ook aan bestaande digitale marktplaatsen die zich op bepaalde branches richten. Hoewel neergelegd bij een aparte organisatie is het standaardisatieproces van UDDI in de praktijk volledig in handen van de initiatiefnemers. Zij hebben namelijk een vetorecht over alle voorstellen die door de andere leden worden gedaan. Op termijn (twaalf tot achttien maanden) zullen zij de specificatie onderbrengen bij een onafhankelijke organisatie die de standaard verder moet ontwikkelen. Het is nog niet duidelijk welke organisatie dit zal zijn. Gezien de afhankelijkheid van UDDI van standaarden als XML en Soap, lijkt de W3C een goede kandidaat om de standaard uiteindelijk onder haar hoede te nemen. Tot die tijd is het laatste woord aan Ariba, IBM en Microsoft. Het belang van de initiatiefnemers bij het succes van UDDI ligt in het verkopen van oplossingen om aan te kunnen sluiten op de directory. Om als organisatie aan te kunnen sluiten moet een deel van de applicaties via web-diensten te benaderen zijn. Dit kan een organisatie op basis van de UDDI-specificatie zelf ontwikkelen, maar goedkoper is het om gebruik te maken van de standaardoplossingen die de initiatiefnemers bieden. Omdat de initiatiefnemers de standaard zelf hebben vastgesteld, hebben zij een voorsprong op potentiële concurrerende softwareleveranciers. Deze beweging is al zichtbaar. Verscheidene producenten hebben aangekondigd dat zij de standaard ondersteunen in hun producten. Alleen Ariba, IBM en Microsoft hebben nu al software beschikbaar om gebruik te maken van de UDDI-directory. Ten aanzien van het beheer van de informatie in de directory valt te verwachten dat de initiatiefnemers zich op termijn terug zullen trekken. Het goed beheren van dit soort informatie is verre van triviaal en zeker niet de core business van de initiatiefnemers. De adoptie van UDDI door bestaande directory services is daarom essentieel voor het succes van de standaard. Op dit moment zijn er meer dan 2641 bedrijven (aanbieders) geregistreerd in de directory. Als gevolg van alle aandacht is het de verwachting dat dit aantal snel zal toenemen. De kwaliteit van de informatie die de geregistreerde bedrijven zelf invullen, bepaalt de kwaliteit van de informatie in de directory. Iedereen die zich wil registreren moet een overeenkomst accepteren waarin de spelregels voor de directory staan uitgeschreven. Hierin staat dat de informatie die een bedrijf opgeeft accuraat en actueel moet zijn en dat de informatie niet schadelijk mag zijn of strafbaar. Dit geeft een operator van een directory mogelijkheden om misbruik tegen te gaan. Het vereist echter van alle operators een actief onderhoudsproces om bijvoorbeeld tegen te gaan dat een bedrijf zich onder elke categorie van alle taxonomieën meerdere keren registreert om zo beter vindbaar te zijn. Het is nu nog niet duidelijk hoe operators straks aangesproken kunnen worden als zij hun deel van de directory niet onderhouden. Bij het beschouwen van de inhoud van de huidige directory valt het op dat de green pages slecht gevuld zijn. Op deze pagina’s beschrijft een aanbieder zijn web-diensten. De meeste aanbieders in de directory verwijzen echter naar hun algemene website. Hierdoor dreigt de UDDI-directory te gaan lijken op een zoekmachine voor websites in plaats van een zoekmachine voor web-diensten. Als dit zo blijft zal de toegevoegde waarde van de directory lager zijn dan de mediahype voorspelt. Een waarschijnlijke oorzaak is dat het geen sinecure is om web-diensten aan te bieden. Dit vereist een flexibele, open en organisatiebrede architectuur van de benodigde applicaties. In Nederland bijvoorbeeld zijn vooral grote ondernemingen daar mee bezig. De meeste andere organisaties beginnen zich nu pas langzaam te realiseren dat zij op dit punt een harde noot te kraken hebben. Ook moeten we niet vergeten dat slechts 3 procent van de handel via Internet plaatsvindt (recente schatting Gartner Group). Waarom zou een organisatie zich laten vermelden in de UDDI-directory? Om dezelfde reden waarom zij dat laat doen in de Gouden Gids: om gevonden te kunnen worden, om nieuwe klanten te werven. De intensiteit van het gebruik van de gids is daarbij leidend. Het heeft weinig zin om vermeld te staan in een gids die potentiële klanten maar weinig raadplegen. Of de UDDI-directory een kritische massa zal bereiken is twijfelachtig. Bestaande directory services die zich richten op een regio of een branche hebben deze kritische massa al. Het succes van UDDI is vooral afhankelijk van de adoptie van de standaard door deze partijen. Het succes is daarnaast afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare web-diensten. Ook hier moet nog het een en ander gebeuren. Veel organisaties zijn simpelweg nog niet in staat web-diensten aan te bieden. Voor organisaties is het wel belangrijk het potentieel van web-diensten te erkennen en een begin te maken met een ICT-strategie die het mogelijk maakt web-diensten ook daadwerkelijk aan te bieden. Organisaties die hier eerder in slagen dan hun concurrenten hebben een sterke troef in handen. Een initiatief als UDDI is belangrijk voor het bestaansrecht van web-diensten. Als een web-dienst onvindbaar is, is de toegevoegde waarde beperkt. UDDI is niet de enige standaard op dit vlak. UDDI loopt echter wel voorop. Om op de vraag terug te komen of UDDI iets belangrijks is, kunnen we stellen dat de standaard de potentie heeft iets belangrijks te worden, maar dat het succes afhankelijk is van de adoptie door bestaande directory services en de groei van het aanbod van web-diensten. Guido van der Harst (harst@vka.nl) en Reinier Balt (balt@vka.nl) zijn als respectievelijk senior-consultant en consultant werkzaam bij het onafhankelijke ICT-adviesbureau Verdonck, Klooster & Associates te Zoetermeer.Werking UDDI-directory Een aanbieder van web-diensten moet zich allereerst als aanbieder aanmelden bij een operator van een UDDI-directory. Vooralsnog kan dit bij één van de drie initiatiefnemers (Ariba, IBM of Microsoft). Bij deze aanmelding geeft de aanbieder algemene informatie over zichzelf als NAW-gegevens (dit worden de white pages genoemd). Deze algemene informatie kan de aanbieder aanvullen met informatie over de categorisering van zijn bedrijf en diensten (de yellow pages). Er zijn drie typen categorieën, namelijk industrietype (NAICS-codes), product/diensttype (UN/SPSC ECMA) en locatie (geografische taxonomie). Vervolgens kan de geregistreerde aanbieder zijn web-diensten opgeven en specificeren (de green pages). Dit alles verloopt via een webinterface. Authenticatie bij de directory verloopt via een gebruikersnaam en wachtwoord over een met SSL beveiligde verbinding. Wijzigingen kunnen ook geautomatiseerd worden doorgegeven. Dit verloopt dan via het Soap-protocol over een SSL-verbinding. Bij alle gegevens die een aanbieder moet invullen, wordt door de operator aangegeven welke gegevens publiek zijn en welke privaat. Alleen de operator gebruikt de private informatie (voor bijvoorbeeld het onderhoud van zijn node). De publieke informatie wordt uitgewisseld met de in de rest van de wereld beschikbare nodes. Een afnemer kan de directory benaderen met een zoekvraag bij een willekeurige node. Hiervoor is vooraf geen registratie nodig. Zoekvragen kunnen handmatig via een webinterface of geautomatiseerd via het Soap-protocol worden gesteld. Voorlopig gaat het om eenvoudige zoekvragen. Het zoeken naar een dienst kan op verschillende manieren. Er kan gezocht worden op bedrijfs- en dienstnaam, maar ook op basis van vier standaardtaxonomieën, waaronder de Universal Standard Poducts and Services Codes van de Verenigde Naties (UNSPSC 3.01) en de GeoWeb geografische classificaties. Complexe vragen als ’welke partijen bieden een specifieke dienst of product voor een bepaalde prijs binnen een bepaalde geografische regio binnen een bepaalde tijdsspanne?’, is niet direct mogelijk. Hiervoor moet een afnemer gebruik maken van aanvullende software. De verwachting is dat software die een toegevoegde waarde levert bovenop de UDDI-directory binnenkort beschikbaar komt. Afnemers kunnen deze software dan kopen of via een website benaderen (het ASP-model). Met dergelijke aanvullende software heeft de UDDI-directory de potentie uit te groeien tot een wereldwijde marktplaats. Concurrentie UDDI heeft concurrenten. De belangrijkste daarvan is het ebXML-initiatief van Oasis en de Verenigde Naties (UN/Cefact). Het doel van het ebXML-initiatief is om één wereldwijde elektronische marktplaats te creëren waar organisaties van elke omvang en elke geografische regio elkaar kunnen treffen en via de uitwisseling van XML-berichten over Internet zaken kunnen doen. De ebXML-standaard in wording zal bestaan uit drie elementen: • Een verzameling standaarden om veilige en betrouwbare gegevensuitwisseling mogelijk te maken. • Een semantisch raamwerk voor het doen van zaken. Hierin is onder meer aandacht voor een metamodel van bedrijfsprocessen. • Mechanismen zodat organisaties elkaar kunnen vinden, een overeenkomst kunnen sluiten en daadwerkelijk transacties kunnen aangaan. Hierin bevindt zich onder meer een zogenoemde shared repository waarvan de functie vergelijkbaar is met die van de UDDI-directory. Hoewel ebXML nog in ontwikkeling is, is het goed te constateren dat nu al gediscussieerd wordt hoe UDDI en ebXML naast elkaar en vooral met elkaar kunnen opereren. De verwachting is dat de twee initiatieven voorlopig naast elkaar zullen bestaan, vergelijkbaar met het bestaan van de grote verscheidenheid aan zoekmachines op het web. Op Internet De UDDI-pagina www.uddi.org De node van Ariba uddi.ariba.com De node van IBM www.ibm.com/services/uddi De node van Microsoft uddi.microsoft.com Soap-specificatie msdn.microsoft.com/xml/ general/soapspec.asp Het ebXML-initiatief www.ebxml.org Oasis www.oasis-open.org UN/Cefact www.unece.org/cefact

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in