Overslaan en naar de inhoud gaan

Sylvia Roelofs: ICT moet ontmythologiseren

“Voor mij is de oprichting van Nederland ICT het hoogtepunt van dit jaar geweest. Nu kunnen we als branche met een omzet van 60 miljard gulden waar 225 duizend mensen werken, met één gezicht naar buiten treden. Die eenwording is een belangrijke mijlpaal op weg naar volwassenheid. Alle bij de federatie aangesloten partijen vinden dat er meer aandacht voor ICT moet komen. Wil je dat realiseren dan moet je je krachten bundelen. Dat is vooral voor onze lobby in politiek Den Haag van belang.”
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

“Wij willen dat de politiek net zoveel aandacht voor de toepassing van ICT heeft als voor zaken als de Betuwelijn. De aandacht voor ’Nederland Distributieland’ is wat ons betreft te eenzijdig. Aan de harde fysieke infrastructuur worden miljarden uitgegeven, maar de toegevoegde waarde voor Nederland is beperkt. Wij denken dat ons land het meer moet hebben van kennisintensieve ontwikkelingen. Die boodschap proberen we op allerlei manieren uit te dragen. Zowel in de gesprekken met bewindslieden en beleidsmakers als met volksvertegenwoordigers. We zijn onder andere bij een aantal politieke partijen langs geweest. Niet alleen bij de kamerleden die ICT in hun portefeuille hebben, maar we hebben met een brede vertegenwoordiging gepraat. Wij vonden het belangrijk om dat te doen vóór de verkiezingsprogramma’s geschreven waren. En ja, als je dan kijkt hoe bedroevend weinig aandacht er in de verschillende programma’s voor ICT is dan kun je alleen maar concluderen dat we nog een lange weg te gaan hebben.” “Een ander onderwerp waar we in Den Haag voor blijven pleiten is de instelling van een ‘strategische ICT-raad’, of hoe je dat verder ook zou willen noemen. Vanuit de politiek is daar nauwelijks animo voor. Men voelt niets voor het zoveelste clubje en dat begrijp ik op zichzelf best. Het hoeft voor mij ook niet allemaal geïnstitutionaliseerd te worden, als er maar een platform ontstaat waar we als branche en als politiek gevraagd en ongevraagd met elkaar in gesprek kunnen komen. Niet omdat we ons zo nodig overal mee willen bemoeien, maar om teleurstellingen te voorkomen. Op verschillende departementen wordt met veel energie en enthousiasme aan allerlei plannen gewerkt. Het is zonde als die initiatieven spaak lopen omdat ze te ambitieus zijn. Als wij in een vroeg stadium bij dit soort plannen betrokken worden, kunnen we met de kennis en ervaring uit de branche veel bijdragen. Een voorbeeld waar dit inmiddels van de grond komt is bij ICT in het basisonderwijs. We zijn naar minister Hermans gestapt en hebben hem voorgesteld ons daar als adviseurs mee te mogen bemoeien. Meer concreet; We hebben voorgesteld om voor dat project het ‘aansluitmechanisme’ te mogen leveren. Noem het wat mij betreft een soort spoorboekje volgens welk je een dergelijk project uitrolt. Hij vond dat een goed idee en in februari zitten we samen om de tafel om dit verder uit te werken. Ook rond het vraagstuk van het terugdringen van de administratieve lasten, doen we nu actief mee. Daar heeft elke ondernemer en een groot aantal ministeries mee te maken en het is een zaak die van alle betrokkenen veel tijd en aandacht vergt. Samen met VNO/NCW en met MKB Nederland hebben we een voorstel gedaan om dat te vereenvoudigen. Nu zitten deze drie branchevertegenwoordigers met een aantal ministeries in een platform dat een studie uitvoert naar de vereenvoudiging van de administratieve lasten. Met dit soort activiteiten trekken we overigens wel een zware wissel op onze leden. We vragen hen uiteraard in dit soort platforms te participeren en vooral voor kleine bedrijven is dat soms moeilijk. Het vergt inspanningen waarvan de resultaten pas op lange termijn zichtbaar worden. Bovendien waken wij ervoor dat onze betrokkenheid zich beperkt tot de pre- competitieve fase. De uren die men erin investeert zijn niet declarabel.” “Een heel ander punt van aandacht voor ons is dat we als branche de slag naar de degelijkheid moeten maken. In het verleden is te vaak vanuit de technologie gedacht en werd ICT gepresenteerd als wondermiddel dat elk probleem kon oplossen. Dat heeft de branche een slecht imago bezorgd. Overwaardering leidt altijd tot teleurstelling. Het gevolg daarvan is dat het sentiment omslaat. Ik signaleer dat ondernemers terughoudend worden als het om investeringen in automatisering gaat, zeker na het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel. We moeten ICT daarom ontmythologiseren. Dat past bij een branche op weg naar volwassenheid. We moeten de ’slag naar de degelijkheid’ maken en ICT presenteren als een middel en nooit als een doel. Ik geef toe dat we op dat punt nog wel het een en ander te leren hebben. We zijn een nog relatief jonge branche. Wel constateer ik een aantal hoopgevende ontwikkelingen. Je ziet dat steeds meer bedrijven zich verdiepen in de problemen van hun klant en ’competence centers’ oprichten gericht op de toepassing van ICT. Een beter imago is ook van belang voor het aantrekken van goed opgeleide mensen. Het aantal studenten dat kiest voor een ICT- opleiding daalt en dat is geen goede ontwikkeling, want de vraag naar hooggekwalificeerde ICT’ers is nog steeds groot. Door het huidige economische klimaat is de nood minder hoog dan een jaar geleden, maar nog altijd zijn er zeker twee- tot drieduizend arbeidsplaatsen niet ingevuld. Een van de initiatieven die we op dat punt ontplooid hebben is het in een vroeg stadium benaderen van jongeren. Het afgelopen jaar hebben we een groot aantal scholen voor voortgezet onderwijs bezocht en hebben daar via ons project ‘ICT-er in de klas’, meer dan tweehonderd gastlessen over ICT gegeven.” “Over de toekomst ben ik niet somber. Ondanks de economische tegenwind waar nu de hele economie last van heeft, gaat het met een aantal niches in onze sector goed. Een voorbeeld zijn leveranciers van storage-producten. Uit onze marktmonitor blijkt dat gebruikers steeds meer aandacht krijgen voor het goed opzetten van de ‘back-office’. Dat leidt tot een verhoogde vraag naar storage-producten en naar technologie voor het koppelen van bestanden. In de telecombranche gaat het ook relatief goed. Door die UMTS- licenties gaat de sector gebukt onder een enorme schuldenlast en daar komt veel negatief sentiment uit voort, maar als je kijkt naar de groei van de telecomsector gaat het met spraak en data redelijk goed. De grote vraag voor iedereen is natuurlijk hoe lang de huidige economische malaise aanhoudt. Ik heb geen glazen bol, maar als je de analisten mag geloven is er pas in 2003 sprake van herstel. Maar zoals gezegd, ik ben niet somber over de toekomst voor de branche.”

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in