Tweede Kamer fluit minister Brinkhorst terug
De Europese Raad, bestaande uit 25 vakministers - in dit geval die van Economische Zaken - ging medio mei in grote meerderheid akkoord met een ontwerprichtlijn over ‘in computers geïmplementeerde uitvindingen’. De tekst week op een groot aantal punten af van een in september vorig jaar door het Europees Parlement zwaar geamendeerd voorstel dat beoogde de octrooiering van software aan banden te leggen._ De commissie sprak vorige week in een algemeen overleg met Van Gennip haar verontwaardiging uit over de opstelling van Brinkhorst, die de Kamer in een brief had voorgespiegeld dat er in de EU een akkoord zou zijn bereikt over de richtlijn. Het zou in zijn bewoordingen slechts om een ‘hamerstuk’ gaan. Van Gennip erkende dat dit onjuist was, gezien de sterke afwijking van de amendementen van het Europees Parlement, en bood hiervoor haar excuses aan. Overigens zei de staatssecretaris ‘met verve’ het standpunt van Brinkhorst te willen verdedigen dat de in de Europese Raad aanvaarde tekst goed is voor de Europese software-industrie, met name ook voor het MKB en voor makers van open-sourcesoftware. De Kamerleden en het eveneens aanwezige europarlementslid Boogerd (D66) vrezen voor het tegendeel. Werkgeversorganisatie VNO-NCW stelt zich in brief aan de Kamercommissie op achter de minister, omdat het raadsvoorstel helderheid zou verschaffen over wat wel en niet geoctrooieerd kan worden. ‘Die helderheid en de restrictieve invulling (...) zal rechtsongelijkheid en marktverstoring voorkomen en daarmee de innovativiteit van kleine en grote bedrijven in Europa kunnen bevorderen’, aldus de brief. De richtlijn maakt software als zodanig volgens de werkgevers niet octrooieerbaar, evenmin als ‘business models’. _