Valleyview

De Indiër kon Amerika binnenkomen dankzij een zogenaamd L1­B­visum. Deze relatief onbekende verblijfsvergunning is bedoeld voor buitenlandse werknemers van multinationals die over speciale vaardigheden beschikken. De meeste immigranten in de technologiesector hebben een H1­B­visum. Daarbij is in de wet opgenomen dat zij evenveel moeten verdienen als hun Amerikaanse collega’s en geen Amerikaanse werknemers mogen vervangen. Maar voor L1­B gelden die criteria niet. Zonder werkvergunningen kan Silicon Valley niet bestaan. Tijdens de jubeljaren werden (overwegend Indische) immigranten met vliegtuigladingen aangevoerd. Het was immigratie uit noodzaak. De Amerikaanse scholen leiden veel te weinig programmeurs op, terwijl Indiërs C++ of Java als tweede moedertaal beheersen. Maar nu het economisch tegenzit, heeft Silicon Valley in de immigranten een eenvoudige bezuinigingspost gevonden, zo luidt de beschuldiging. Helemaal waar is dat niet, want het bovengenoemde L1­B­visum wordt slechts mondjesmaat gebruikt. Precieze cijfers zijn er niet, maar in combinatie met het L1­A­visum (een visum voor managers) werden er in het topjaar 2001 59 duizend van deze L1­visa verstrekt. Datzelfde jaar werden er 195 duizend van de sterk gereguleerde H1­B’s afgegeven. Toch zit er een kern van waarheid in het betoog van de vakbonden en protectionistische politici. Er is inderdaad minder werk voor Amerikaanse technologen. Maar de banen van programmeurs en hardwareontwikkelaars worden niet vergeven aan immigranten; hun werk wordt direct uitbesteed aan bedrijven in India. Nu is het al zo dat het nummer van de klantenservice van de provider AOL staat doorgeschakeld naar India. En het beperkt zich niet tot dergelijke simpele klusjes. 10 procent van de technologiebanen in Amerika zal in 2004 zijn verdwenen naar India en Rusland, zo voorspellen analisten van Gartner. Wanneer we bedenken dat een Amerikaanse programmeur tienmaal zo duur is als zijn collega’s in India, is die voorspelling niet zo vreemd. De werkloosheid in Silicon Valley bedroeg in juni 8,4 procent. Een afname van het aantal banen in de hightech met 10 procent zou bijna 40 duizend extra werklozen opleveren. Omgerekend betekent dat de werkloosheid zou stijgen naar 11,1 procent. De reactie op deze import van programmeerwerk laat zich daarom raden: net als bij de visa schreeuwen de vakbonden en politici moord en brand. Amerikanen zijn uitsluitend voor globalisering wanneer dat betekent dat zij er beter van worden. De vakbonden en politici worden door de voorspelling van Gartner herinnerd aan de jaren tachtig. Toen sloten vele fabrieken de deuren omdat werknemers in het Verre Oosten hetzelfde werk goedkoper konden. De tegenstand is zo groot dat India zich serieus zorgen begint te maken. Er circuleren inmiddels al diverse wetsvoorstellen in Washington die het uitbesteden aan banden moeten leggen. De enige geruststelling is dat geen van die voorstellen het nog tot wet geschopt heeft. En verder is het voor India te hopen dat de IT­markt snel aantrekt. Als er straks opnieuw tekorten aan technici ontstaan, zullen de Amerikanen de goedkope Indiërs naar verwachting met open armen ontvangen. Tenzij de Aziaten in de tussentijd zo goed zijn geworden in het ontwikkelen van nieuwe technologie, dat zij het kruimelwerk uit Silicon Valley helemaal niet nodig hebben.