Web 2.0: oude wijn in nieuwe zakken
Centraal in de filosofie van Web 2.0 is dat het om toepassingen gaat waarbij interactiviteit en het delen van informatie voorop staat. Tegenover uitgeven (Web 1.0) staat nu vooral participatie (Web 2.0). Sites als Flickr (foto’s delen), LinkedIn (ontmoetingsplaats voor zakenlieden) en Hyves (forum voor scholieren en studenten), maar ook weblogs (online dagboeken) worden tot Web 2.0 gerekend. Daarnaast spelen ook nieuwe technieken een rol. Dat geldt met name voor een reeds langere tijd bestaande combinatie van Javascript en XHTML die sinds vorig jaar de naam Ajax draagt. Eigenlijk komt deze techniek voort uit het werk van Microsoft aan Remote Scripting, waarbij data bedoeld voor een website door een Java applicatie wordt binnengehaald. Hierdoor kunnen acties op webpagina’s worden uitgevoerd zonder die pagina’s te verversen. Ook de koppensnellertechniek RSS vormt onderdeel van de filosofie, omdat hiermee immers informatie kan worden gedeeld. Een ander kenmerk van Web 2.0 is de minimalistische aanpak die ooit door Google is ingezet. Een treffend voorbeeld is de veel aangehaalde site del.icio.us, waar gebruikers hun favoriete websites kunnen delen. Het is tekst en weinig meer dan dat. De minimalistische open encyclopedie Wikipedia is Web 2.0, maar de klassieke site van Britannica Online weer niet. Zelfs een online tekstverwerker als Writely, onlangs door Google overgenomen, valt onder Web 2.0 te rangschikken, maar de kaders zijn niet erg duidelijk, met als gevolg dat op nagenoeg ieder nieuw webinitiatief maar meteen de term Web 2.0 wordt geplakt. De hype is misschien te verklaren als een soort self fulfilling prophecy. Hoe harder sitebouwers roepen dat zij met iets nieuws bezig zijn, des te eerder investeerders bereid zullen zijn er geld voor uit trekken. Dat gebeurt dan ook al op grote schaal: verstrekkers van startkapitaal zetten massaal in op Web 2.0. En daarmee wordt ook Wall Street weer wakker. Op een vorig jaar gehouden conferentie over Web 2.0 in San Francisco doken ineens weer de bekende financiële analisten Henry Blodgett en Mary Meeker op, die ten tijde van het knappen van de internetzeepbel diep waren gevallen. Ook in Nederland is Web 2.0 inmiddels een begrip. Krantenuitgever HDC vernieuwde onlangs de sites van Almere Vandaag en Haarlems Dagblad volgens het nieuwe evangelie. Gebruikers kunnen er hun eigen voorpagina indelen door rubrieken wel of niet te tonen of naar een andere plek binnen de site te slepen. Maar ook dat is al eens eerder vertoond. De Amerikaanse columnist Phil Wainewright begon vorig jaar al eens over Web 3.0, waartoe hij WebEx, WebSideStory, NetSuite, Jamcracker, Rearden en Salesforce.com rekende. Sites die dezelfde mogelijkheden moeten bieden als volwaardige softwareapplicaties, alleen hoef je er geen software meer voor te installeren. Voor alle duidelijkheid: WebEx bestaat al ruim tien jaar, NetSuite werd in 1998 opgericht en Rearden in 1999. Zes jaar na de internetzeepbel is er kennelijk weer behoefte aan euforie, maar net zoals push technology lijkt Web 2.0 toch vooral een begrip dat snel weer in de vergetelheid zal wegzakken.