Zenc buigt voor druk van GovUnited
Dat blijkt uit ‘versie 2.0’ van het rapport ‘Vermenigvuldigen door delen II … De macht van het getal – Een landelijk onderzoek naar de inrichting en eigenschappen van intergemeentelijke ICT-inkoopcombinaties’. Het stuk werd vorige week door opdrachtgever Vereniging van Nederlandse Gemeenten vrijgegeven in een onder druk van VNG en GovUnited herziene versie van een rapport dat in januari tot commotie leidde.Toen beweerden Zenc-onderzoekers Dennis Havermans en Barry Woudenberg in een afsluitend hoofdstuk met hun ‘reflecties’ nog stellig: “ICT-inkoopcombinaties zoals GovUnited met een groot aantal leden hebben een heterogene samenstelling van deelnemers, waarmee de kans om te komen tot een gebundelde homogene vraag, afneemt.” Ze zagen in dat gegeven ‘room for improvement’. In de aangepaste versie heet het: “Wij veronderstellen dat als grootschalige inkoop georganiseerd wordt, de kans toeneemt dat de heterogeniteit tussen de deelnemers stijgt, waardoor het komen tot een gebundelde homogene vraag wordt bemoeilijkt.” Dan volgt een stevig pleidooi voor standaardisatie. Elders in het stuk staat wel een nieuwe tabel die een onderverdeling van GovUnited-deelnemers naar bevolkingsaantal laat zien.In januari berichtte de VNG op haar website over de eerste versie en over de conclusie met betrekking tot de complicerende heterogeniteit, maar nadat GovUnited in de gordijnen was gevlogen, werd alles schielijk van de site gehaald. En waar Havermans meldde dat het rapport ‘conform de afspraken’ en ‘zoals het officieel hoort’ naar buiten was gebracht, liet een VNG-woordvoerster weten dat het “te vroeg vrijgegeven” was en dat “Zenc het op eigen initiatief heeft teruggetrokken”.Zenc-oprichter en -directeur Arre Zuurmond schrijft nu in een ten geleide dat hij de kritiek op de wetenschappelijkheid en representativiteit niet deelt en dat deze dus niet tot wijzigingen geleid heeft. Wel was er “niet voldoende scheiding […] tussen feiten en eigen oordelen”. In plaats van genoemde reflecties (met enige aanbevelingen) is er nu een drie pagina’s langer hoofdstuk met conclusies en aanbevelingen, dat overigens elementen bevat die in de eerste versie ontbreken. Volgens Zuurmond is Zenc “te enthousiast” geweest en heeft het “meer in het onderzoek gestopt en dus willen halen dan qua opdracht (tijd, geld, scope) eigenlijk verantwoord was”. Voor het daarmee in verlegenheid brengen van opdrachtgever en belanghebbenden zijn excuses aangeboden. Zuurmond verwijst ‘fijnproevers’ naar de Zenc-website voor versie 1.0, zodat zij de onafhankelijkheid van zijn bureau kunnen toetsen. Op het voorblad betreurt Zenc het “dat sommige passages niet voldoende duidelijk waren” en meldt het nog even fijntjes dat die eerste versie door de VNG was goedgekeurd. Die versie heet daar ‘alleen voor fijnproevers en scherpslijpers’.