Internet-top dreigt voorbij te gaan aan echte problemen
ICANN Nu nog voert het in Californië gevestigde ICANN het beheer over de kern van het netwerk. Vertegenwoordigers van onder meer China en India vinden dat de Amerikaanse overheid te veel invloed heeft op deze organisatie. Nu het internet politiek en economisch een steeds belangrijkere rol speelt, moet dat beheer los komen van de Amerikaanse regering. Onderbrengen bij de VN is een veelgehoorde optie, of de taken van de ICANN overdragen aan de International Telecommunication Union (ITU), de wereldwijde standaardisatie-organisatie voor de telecomsector. Een derde optie is het takenpakket van de ICANN juist uitbreiden en het toezicht op deze organisatie neerleggen bij een groter aantal overheden. "Het grootste probleem ligt in het verschil wat er echt kan gebeuren met de ‘rootserverstructuur’ van Internet en wat sommige mensen denken dat er kan gebeuren", stelde Simon Hania, technisch directeur van XS4All op een discussiemiddag die ECP.NL en het ministerie van Economische Zaken (EZ) organiseerden om feedback ‘uit het veld’ te krijgen op de Nederlandse inbreng voor de VN-top. "De ‘rootzone’ kan niet zo maar ‘omvallen’, maar dat is de mensen in de WGIG moeilijk duidelijk te maken. We krijgen nu een agenda opgedrongen van mensen die eigenlijk niet goed weten wat er omgaat. Hoe overtuigen we die mensen daarvan en hoe krijgen we de juiste punten op de agenda?", vroeg Hania zich af. Die belangrijkere onderwerpen, zoals beveiliging van internet, spambestrijding, arbitrage en de regelgeving rond Voice over IP, bleven echter ook op de discussiemiddag nagenoeg onbesproken Zelfregulering De aanwezigen bleken eensgezind van mening dat ICANN het heel goed doet. Van Amerikaanse invloed is relatief weinig sprake. De Amerikaanse regering heeft het beheer van internet juist overgedragen aan ICANN om dat te privatiseren. De jaarlijkse rapportage van ICANN aan de VS, waar veel protest tegen is, draait meer om het controleren van dat voortgangsproces dan dat er een inhoudelijke controle op het werk van de organisatie plaatsvindt, stelde Rob Blokzijl, die jarenlang deel uitmaakte van het ICANN-bestuur. Mark Essenboom, directeur Strategie & Internationale zaken van EZ waarschuwde dat het functioneren van ICANN en de keuze van een alternatief op de top niet zo maar van tafel kan worden geveegd. Het gaat volgens Essenboom ook niet alleen om ICANN maar ook over Verisign en de IANA, twee Amerikaanse organisaties die eveneens een grote invloed hebben op de kern van internet. "Het was geen non-discussie die in Genève plaatsvond." Ontwikkelingslanden Paul Maarssen van Hivos pleitte nog voor een actieve rol van de Nederlandse delegatie in het vlottrekken van de dialoog rond het fonds om ICT-gebruik in ontwikkelingslanden te stimuleren. Volgens Maarssen blijft de discussie maar steken op de vraag of je gemeenschapsgeld moet uitgeven om glasvezel in de Sahara aan te leggen. Maarssen: "De nadruk moet liggen op het strategisch inzetten van ICT. Daarbij moet eerst in kaart gebracht worden wat de private sector kan leveren. Pas dan kan bekeken worden waar een organisatie als de VN zijn verantwoordelijkheid moet nemen om ontwikkelingslanden te laten meeprofiteren van de ontwikkeling van internet."