Storing radar door WiFi ingedamd
Bij grootschalige toepassing van 802.11a in dichtbevolkte gebieden, zouden radarsystemen die in hetzelfde frequentiegebied werken minder effectief kunnen worden, zo vreesde het Pentagon. Naar verluidt zou Defensie vooral bang zijn dat radars die kleine objecten (bootjes, vliegtuigjes) kunnen opsporen, hinder ondervinden. Dat zou het bestrijden van terroristen kunnen bemoeilijken. De IEEE 802.11astandaard borduurt voort op de al langer gebruikte 802.11btechniek, beter bekend als WiFi. In de nog vrij nieuwe ‘avariant’ is de snelheid verhoogd van 11 naar 54 megabit per seconde. Tegelijk is de gebruikte frequentie verschoven van 2,4 naar 5 gigahertz. Ingreep De fabrikanten hebben beloofd 802.11aapparatuur zodanig te ontwerpen dat deze potentiële storing van radarsignalen kan detecteren en vermijden. De kosten van deze ingreep zouden tot enkele dollars per netwerkapparaat beperkt kunnen blijven. Op zijn beurt gaat het leger akkoord met extra frequenties tussen 5,47 en 5,725 GHz voor draadloze netwerken naast het nu beschikbare spectrum van 5,15 tot 5,35 Ghz. De Verenigde Staten zullen dit voorstel inbrengen op een conferentie van de International Telecommunication Union (ITU), die in juni/juli wordt gehouden. Twee senatoren hadden om uitbreiding in de 5GHzband gevraagd in een amendement op de voorgestelde Jumpstart Broadband Act. De brancheorganisatie WiFi Alliance (voorheen WECA) is ingenomen met het akkoord. Zegsman Brian Grimm: "Door de nu gesloten overeenkomst bestaat er niet of nauwelijks kans op storing. Er zijn drempelwaarden voor het zenden op laag vermogen en technieken voor het verminderen van storingen vastgelegd waardoor WiFiapparaten nabijgelegen radars volledig kunnen omzeilen. Zonder zulke maatregelen is de kans op storing afhankelijk van vele variabelen: zendvermogen, aantal gebruikers, of je binnen of buiten bent, enzovoort." De vraag is of de ontwikkelaars van de 802.11astandaard de kans op storing niet konden zien aankomen. Waarom zijn militaire frequenties niet vermeden? "Ten dele is dat ook het geval", zegt Grimm. "Het nu toegewezen bereik van 300 megahertz overlapt niet met radars van Defensie. Met het potentieel toe te wijzen gebied van 5,47 tot 5,725 GHz is dat wel het geval. Het is gewoon een kwestie van efficiënt gebruik van spectrum, dat een schaars goed is. Met de voorgestelde storingsvermijdende technieken zullen gebruikers naar verwachting de frequentieband toch kunnen benutten. De WiFiapparatuur zal zich dan schikken naar de radars, die als primaire gebruikers van die band zijn aangewezen." Onvermijdelijk Grimm denkt dat gedeeld gebruik van frequenties hoe dan ook onvermijdelijk is. "Door de beperkte beschikbaarheid van radiofrequent (RF) spectrum zul je in de toekomst meer van dit soort scenario’s zien", verwacht de woordvoerder van de WiFi Alliance. De overeenkomst tussen het Pentagon en de WiFifabrikanten is enigszins gemodelleerd naar Europees voorbeeld. De ETSI, de Europese tegenhanger van de FCC, heeft strikte richtlijnen opgesteld voor gebruik van de 5GHzband voor draadloze netwerken. Apparatuur die dreigt te storen, moet automatisch naar een ander kanaal kunnen overschakelen, een techniek die dynamische frequentieselectie (DFS) wordt genoemd. DFS berust op het principe van ‘eerst luisteren, dan pas zenden’. Ook moet het in die situaties automatisch op lager vermogen gaan zenden (transmit power control, TPC). Individuele landen kunnen hun eigen eisen stellen. Zo mag 802.11aapparatuur in veel landen alleen worden gebruikt op 5180, 5200 en 5220 MHz, soms gekoppeld aan een maximaal zendvermogen van 20 milliwatt. Diverse fabrikanten, waaronder Cisco, Intel en Proxim, hebben in zo’n tien Europese landen al 802.11aapparatuur op de markt gebracht. Daarbij wordt gebruikgemaakt van DFS en TPCtechnieken om storing te vermijden.