België: softwarecode van de overheid is openbare informatie

De federale overheid gaat nu met de regionale overheden van het land bespreken hoe aan dergelijke verzoeken tegemoet moet worden gekomen. Dat meldt een adviseur van de Belgische minister van Digitale Agenda aan het Open Source Observatory (OSOR) van de Europese Commissie.

België stelde afgelopen zomer wijzigingen voor aan de Europese richtlijn voor open data en het hergebruik van overheidsinformatie. Deze richtlijn staat bekend als de PSI-richtlijn. Volgens de Belgische overheid moet deze richtlijn ook expliciet algoritmen en computerprogramma's omvatten. Uiteindelijk werd, na besprekingen met andere EU-lidstaten, het compromis een zin aan de inleiding van de richtlijn toegevoegd. Het ging om deze zinsnede "lidstaten kunnen de toepassing van deze richtlijn uitbreiden tot computerprogramma's’."

"We hebben deze wijziging voorgesteld omdat burgers legitieme vragen hebben over hoe software werken, bijvoorbeeld software die wordt gebruikt om belastingen te berekenen," legde de overheidsadviseur uit aan OSOR. “Bovendien stelt het beschikbaar stellen van de software burgers en bedrijven in staat om de software te hergebruiken, nieuwe ideeën te ontwikkelen en in ruil daarvoor te delen.” Zij noemt als voorbeelden het Belgische elektronische identificatiesysteem of het OpenFed webcontentmanagementsysteem, gebaseerd op Drupal, dat wordt gebruikt door de federale overheid.

Tweede EU-lidstaat

De nieuwere versie van de richtlijn, hernoemd naar de ‘Open Data-richtlijn’, is sinds 16 juli van kracht. Europese richtlijnen moeten worden omgezet naar nationale wetgeving. België is de tweede EU-lidstaat die software als overheidsinformatie beschouwt. In 2016 keurde Frankrijk zijn wet voor een digitale republiek (République Numérique) goed, waardoor het land het principe van broncode nu ook tot 'standaard open data' behoort.

Staatssecretaris Mona Keijzer van van Economische Zaken en Klimaat schreef in een toelichting aan de Tweede Kamer over de veranderende PSI-richtlijn: “De ambitie van het voorstel wordt door Nederland gesteund. Wel benadrukte Nederland dat het belangrijk is dat er duidelijkheid komt over de gevolgen van het voorstel voor kennisinstellingen toegepast onderzoek (TO2-instellingen) en over de verhouding met de AVG. Hierover is Nederland nog in gesprek met de Europese Commissie.” Het is dus nog niet duidelijk hoe Nederland de nieuwe richtlijn gaat omzetten in Nationale wetgeving.