Opvolger Plasterk krijgt giftige erfenis
Het project BasisRegistratie Persoonsgegevens heeft een lange geschiedenis. Die van het project waar nu aan gewerkt wordt, begint in 2010. Dan wordt na een aantal mislukte pogingen eindelijk echt werk gemaakt van de vervanging van de Gemeentelijke BasisAdministratie Persoonsgegevens, die nog in de vorige eeuw - ook met veel gekrakeel overigens - is ontwikkeld.
Het belang van het project is evident. De registratie van ingezetenen staat aan de basis van de rechten en plichten die de Nederlandse burger geniet. Er wordt dan ook een fors budget uitgetrokken: zo'n 40 miljoen euro. Maar dat blijkt bij lange na niet genoeg. In 2013 bemerkt de leiding van het ministerie tot haar schrik dat het geld bijna op is, maar dat er nog geen zicht is op een werkend systeem. Het zou voor 40 procent af zijn, was destijds de inschatting.
In een aangepaste planning werd een opleverdatum van 2016 voorzien. Gemeenten zouden vanaf 1 januari 2017 kunnen aansluiten op het nieuwe systeem, was de verwachting. Die opleverdatum moest eind 2015 al worden bijgesteld.
Inmiddels is er nog steeds geen duidelijkheid over de termijn waarop de BRP-toepassing opgeleverd kan worden. Eerder dit jaar durfde minister Plasterk - daartoe uitgenodigd door de Tweede Kamer - daar geen harde uitspraak over te doen. En nu maakt hij per brief aan de Tweede Kamer duidelijk,dat zo'n datum op dit moment feitelijk niet te noemen is. Het enige dat zeker is, is dat afronding van het project aanzienlijk langer gaat duren en aanzienlijk meer gaat kosten; meer dus dan de 80 miljoen die er naar verluidt nu al in het project gestoken.
Demissionair minister Plasterk schrijft dat hij zich beraadt op de ontstane situatie. Daarbij zal hij advies inwinnen bij het Bureau ICT Toetsing. Maar het is niet te verwachten dat dat leidt tot aanmerkelijke versnelling van de realisatie. De opvolger van Plasterk kan de borst natmaken, straks.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee