Veiliger programmeren vereist nieuwe talen
De programmeertaal Rust is bezig aan een snelle opmars in populariteit. Bij veel grote projecten - onder meer van de Big Tech-bedrijven, maar bijvoorbeeld ook bij de ontwikkeling van de Linux-kernel - lijkt Rust de voorkeurstaal te worden en C uit het zadel te wippen. De reden voor die populariteit is dat Rust standaard controleert op de fouten die aanleiding geven tot de meest voorkomende geheugenconflicten.
De compiler voert die controle uit en blokkeert bij het aantreffen van foute code. De vraag is waarom de compilers van andere talen niet zo'n check uitvoeren als daarmee de geproduceerde code veel veiliger en robuuster wordt?