Overslaan en naar de inhoud gaan

Nederlandse effectenhandel heeft geen haast

De wereld van de effectenhandel is hectisch. Niet alleen op de beursvloer moet doortastend worden gehandeld. Ook bij het verwerken van de transacties is haast geboden. Er is immers altijd een zeker risico dat één van de contractpartners zijn verplichtingen niet nakomt. Dat gevaar kan beperkt worden door overdracht van de stukken en betaling van het geleverde zo snel mogelijk af te handelen.
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

Maar snelheid is een relatief begrip. Tot februari 1990 mochten aandelenverkopers er in Nederland 10 werkdagen over doen om de stukken te leveren. Sindsdien is de termijn in enkele stappen verkort tot drie dagen, T+3 in het jargon. Dezelfde settlement-termijn geldt sinds 1995 ook in de Verenigde Staten. Frankrijk en België zitten daar echter pas sinds kort op. Daar golden tot voor kort settlement-termijnen van dertig respectievelijk vijftien dagen. In de Verenigde Staten heeft de SEC, de Amerikaanse beurstoezichthouder, onlangs het initiatief genomen om de afhandelingscyclus van aandelentransacties te verkorten tot één dag, oftewel T+1. Daarmee zouden de risico’s voor beurspartijen nog verder kunnen worden teruggedrongen, zou het handelsvolume kunnen worden vergroot, en zou Amerika haar leiderschap op de financiële markten veiligstellen, schreef voorzitter Arthur Levitt in een open brief aan de bedrijfstak. Het lag in de bedoeling om T+1 met ingang van juni 2004 verplicht te stellen, maar in verband met de aanslag op het World Trade Centre overweegt men nu uitstel tot 2005. Versnelling Wim Claeys, hoofd van de divisie transaction processing bij Euroclear, vindt T+1 conceptueel een goed idee. “Versnelling van de afwikkeling verkleint inderdaad sommige risico’s. Met name de kans dat een tegenpartij failleert tijdens de afwikkeling. Dan moet de transactie worden teruggedraaid, en dat kan makkelijk nadeel opleveren.” Ook Henk Brink, onderdirecteur productontwikkeling en midoffice bij Kas-Associatie, ziet voordelen. “De volatiliteit op de effectenbeurzen is de laatste jaren erg groot. Zelfs voor gerenommeerde beursfondsen zijn schommelingen van 10 procent niet ongewoon. Als je grote openstaande posten hebt in dat soort fondsen en er gaat wat mis, dan gaat het meteen ook goed mis. Dat risico wordt kleiner als transacties sneller worden afgerond. Sommigen analisten voorspellen daarnaast omzetverhoging. Je kunt in principe bij T+1 dezelfde stukken vaker rondpompen, wat natuurlijk tot meer omzet leidt. Maar dat moet nog bewezen worden.” Zo’n versnelling zal een aanmerkelijke investering vergen. “Er is een fundamenteel verschil tussen de overgang van T+5 naar T+3 en de overgang van T+3 naar T+1. Als je van vijf naar drie dagen gaat, moet je alle processtappen gewoon wat sneller uitvoeren. De afhandelingstermijn terugbrengen naar één dag betekent echter een ware revolutie, met name ook in de informatisering. Dan kun je niet volstaan met je computerprogramma’s wat eerder draaien en databases uitbreiden. Dan moet je echt gaan kijken naar de onderliggende processen”, zegt Brink. “Als je op dit moment, bij de huidige stand van informatisering, T+1 marktbreed zou invoeren, zou je misschien wel op percentages mislukte transacties van 30 of 40 uitkomen. En dan heb je dus helemaal niets bereikt.” Inconsistent Technisch gezien betekent de overgang naar T+1, dat bedrijven die effectentransacties verwerken, ‘straight through processing’ moeten invoeren. Met dat uitbannen van menselijke tussenkomst bij de afwikkeling van transacties is in het betalingsverkeer al de nodige ervaring opgedaan. In de effectenwereld zal het nog de nodige inspanningen vergen. Om te beginnen moeten bedrijven zorgen voor naadloze communicatie tussen alle betrokkenen, vooral bij het matchen van de afzonderlijke effectentransacties. Dat vraagt investeringen in automatiseringssystemen, maar ook in gegevensbeheer. Dat laatste wordt treffend geïllustreerd door het onderzoek ‘Reference Data: The key to quality STP and T+1’ van TowerGroup, Reuters en Capco. Dat onderzoek onder 131 bedrijven in verschillende landen wees uit dat tachtig procent van de effectenbedrijven inconsistentie, onvolkomenheden en onvolledigheid van referentiegegevens als problemen ziet bij de implementatie van straight through processing in zijn organisatie. Slechts 4 procent ziet op dat vlak geen enkel probleem. Problemen treden vooral op bij settlement-instructies, gegevens die betrekking hebben op de transactie in kwestie, en NAW- en rekeninggegevens van de tegenpartij. Bij slechts één op de vijf bedrijven worden mutaties in NAW- en rekeninggegevens in meer dan 60 procent van de informatiesystemen automatisch verwerkt, blijkt uit het onderzoek. Gemiddeld hadden de ondervraagde bedrijven 37 verschillende systemen met dergelijke gegevens in huis. Workflow-achtig Naast het verbeteren van de informatisering zal een aanmerkelijke versnelling moeten worden gebracht in de afhandeling van de bedrijfsprocessen die tezamen een effectentransactie effectueren. Bij veel bedrijven worden de processen pas in gang gezet nadat van een tegenpartij opdracht is ontvangen. Veelal worden deze opdrachten verwerkt in een batch-achtig proces. In sommige gevallen speelt papieren informatie-uitwisseling nog een rol. Bij bedrijven die zo werken, moet de interne organisatie grondig op de schop. Straight through processing veronderstelt synchrone informatie-uitwisseling in plaats van sequentiële, reactieve vormen van berichtgeving, real-time of bijna real-time verwerking van opdrachten in plaats van batch-verwerking, terugbrengen van handmatig ingrijpen en aanpassing van de autorisatiemechanismen en de afhandelingsmechanismen voor uitzonderingsgevallen - wat een stroomlijning en standaardisering van werkprocessen nodig maakt - en elektronische in plaats van fysieke, papiergebaseerde informatie-uitwisseling, zodat de verdere verwerking eveneens geautomatiseerd kan plaatsvinden. Ten slotte zal ook moeten worden geïnvesteerd in workflow-achtige systemen die de afhandeling kunnen orkestreren van automatisch verlopende processen die verschillende bedrijven omspannen. Het doorvoeren van al die aanpassingen kost geld, veel geld. De Amerikaanse Securities Industry Association heeft becijferd dat de invoering van straight through processing de Amerikaanse effectenwereld 8 miljard dollar zal kosten. Wat Europese bedrijven zouden moeten investeren is nog niet uitgerekend, maar Claeys denkt dat de investeringen die in Europa nodig zijn, in dezelfde orde van grootte zullen liggen als in de Verenigde Staten. “De verschillende partijen in de markt zullen niet alleen in hun settlement-processen, maar ook in hun back-office over moeten gaan naar verwerking van transacties in real-time. Een verschil is wel dat in de Verenigde Staten alles veel meer batch-georiënteerd is. Daar werkt de DTC, de centrale settlement-organisatie, zelf nog met batch-systemen.” In de nieuwe opzet die door Euronext gekozen is, vervult Euroclear de centrale rol in de afhandeling van effectentransacties op de beurs. De systemen van Euroclear verzorgen settlement en matching al wel in real-time, aldus Claeys. “Maar niet alle partijen in de markt hebben de benodigde investeringen al gedaan. Ik heb niet echt inzicht in aantallen, want je praat over honderden partijen, maar ik neem aan dat een groot aantal daarvan nog wel zal moeten investeren.” Die conclusie trekt ook DCE Research in het rapport ‘Straight Through Processing, A Progress Report – 2001’, dat gebaseerd is op onderzoek in Nederland, Singapore en het Verenigd Koninkrijk. Een kleine meerderheid van de 33 ondervraagde bedrijven meent gereed te zijn voor T+1, maar de onderzoekers zetten daar vraagtekens bij. Eén van de redenen daarvoor is de onvolkomen ‘exception handling’ bij de ondervraagde banken en vermogensbeheerders. De afhandeling van uitzonderingsgevallen blijkt een zware wissel op die organisaties te trekken. In het handelstraject blijkt 35 procent van de transacties niet volledig automatisch afgehandeld te kunnen worden; in het meer gestructureerde settlement-proces van tot stand gekomen transacties komt het toch nog in 23 procent van de gevallen tot ‘exception handling’. Slechts 29 procent van de ondervraagden blijkt een systeem in huis te hebben dat dergelijke uitzonderingsgevallen detecteert en zelfstandig probeert te verhelpen. Ook de IT-infrastructuur van veel bedrijven is niet robuust genoeg om straight through processing te ondersteunen, menen de onderzoekers. Ze wijzen daarbij met name op het veelvuldig ontbreken van message brokers, berichttransportmechanismes en workflow-achtige toepassingen. Ook blijkt lang niet altijd voorzien te zijn in backup-faciliteiten. En zonder dergelijke faciliteiten kan zelfs een kleine storing al betekenen dat de T+1-termijn die dag niet gehaald wordt, aldus de onderzoekers. Straight through processing betekent niet alleen geld uitgeven. De Securities Industry Association verwacht dat de bedrijfstak er 2,7 miljard dollar per jaar mee kan besparen. De terugverdientijd zou dus redelijk kort zijn. Bij internationale transacties zouden de besparingen nog veel groter zijn, omdat daar nu nog veel processtappen handmatig plaatsvinden. Door volledige automatisering zouden de kosten volgens Swift met 50 procent kunnen dalen. Dat betekent dat de effectenhandel wereldwijd jaarlijks 12 miljard dollar zou kunnen besparen met STP. Evangelisatiewerk Dergelijke cijfers zouden een bedrijfstak die om geld draait, moeten inspireren. In Amerika was dat tot 11 september ook het geval. T+1 was in Amerikaanse kringen van banken en effectenhandelaren een enorme hype, waaraan zelfs speciale bladen en websites gewijd zijn. In Nederland leeft de materie echter nog niet erg, blijkt uit een rondje langs verschillende organisaties die een stimulerende rol zouden kunnen spelen. “In de Nederlandse markt is op dit moment de focus niet gericht op de verschuiving van de settlementperiode van T+3 naar T+1. De marktpartijen zijn nu met name druk bezig met de overgang naar het nieuwe handelssysteem NSC van Euronext en de overgang naar het nieuwe clearingsysteem C21 van Clearnet” zegt bijvoorbeeld deputy director Berry M. van de Bunt van Clearnet Amsterdam Branch, de clearing-organisatie van Euronext. Voorlichter Berber Kroon van de Stichting Toezicht Effectenverkeer zegt dat de discussie over T+1 “niet actueel” is, en dat de STE bij de promotie van dat concept geen rol voor zich ziet weggelegd. Ook in het gremium van de Nederlandse Vereniging van Banken is T+1 nog geen onderwerp van debat. De Nederlandse Bank meldt wel er klaar voor te zijn, maar geeft geen blijk van plannen om de bedrijfstak in dit opzicht tot daden aan te zetten. Persvoorlichter Robert Bakker van Euronext meldt dat de overgang van T+3 naar T+1 bij de Amsterdamse beursorganisatie nog niet op de agenda staat en verwijst naar Euroclear. Maar ook Euroclear gaat geen evangelisatiewerk verrichten voor T+1. Claeys: “T+1 wordt door ons van nabij gevolgd. Maar het zal niet door ons worden gedreven. Als infrastructuurleverancier denken we dat we op enkele details na klaar zijn. Maar de beslissing om de transactie-afwikkeling te versnellen is aan de marktpartijen, niet aan ons.” Henk Brink – die meedeelt dat Kas-Associatie zelf wel klaar is voor straight through processing – ziet nog weinig beweging in de markt. “Grote institutionele beleggers, waar we regelmatig mee praten, lijken er niet zoveel belang aan te hechten. Die hebben wel enorme portefeuilles, maar voeren niet ontzettend veel transacties per dag uit. Voor hen is het geen acuut probleem als het bij T+3 zou blijven. Voor handelaren ligt dat iets anders, maar ook uit gesprekken met die partijen krijg ik niet de indruk dat ze echt zitten te wachten op T+1.” Nihil Brink en Claeys zetten ook enige vraagtekens bij de voordelen die in het vooruitzicht worden gesteld. “T+1 geeft geen ruimte om corrigerend op te treden als er iets mis gaat”, zegt Brink. “Bij T+3 heb je nog de tijd om te overleggen als er onduidelijkheden bestaan. Bij T+1 heb je die ruimte niet. Het operationele risico neemt toe. Een fout resulteert immers bijna per definitie in een mislukte transactie.” Claeys merkt op dat moeilijk te becijferen valt hoeveel voordeel bedrijven behalen als het risico van een mislukte transactie lager wordt: “Er gaan immers niet elke dag handelspartijen failliet.” In sommige landen is het voordeel door de gekozen handelsconstructie zelfs nagenoeg nihil, meent Claeys. “Onder andere in Nederland neemt een centrale tegenpartij - in dit geval Clearnet - aan het eind van de dag de posities van alle handelaren over. Met de overgang naar T+1 is dan niet veel meer te winnen. In de Verenigde Staten neemt de centrale tegenpartij de posities pas over op de avond voor de dag dat gesettled wordt. Dan geeft T+1 natuurlijk wel een belangrijk voordeel boven T+3.” De verschillen tussen landen vormen in Europa vooralsnog een zwaarwegender probleem, meent Claeys. “Bij transacties die de landsgrenzen overschrijden, interveniëren verscheidene instanties. Er zijn alleen al een dertigtal central security deposits in Europa. Het risico dat de afwikkeling faalt, is dan substantieel. Stroomlijning van die processen is inmiddels in gang gezet. Wij werken daar ook aan mee. Ik denk dat verdere consolidatie binnen Europa op dit moment belangrijker is dan T+1.”

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in