Nederlandse huisdokter gebruikt ICT op ‘topniveau’
De betrouwbaarheid van het onderzoek is onduidelijk, ook omdat definities ontbreken en de meetmethode niet is gedocumenteerd. Zo zou de helft van de Nederlandse artsen het e-dossier via de overheid hebben verkregen, terwijl de andere helft het zelf heeft aangeschaft. In Nederland bestaat dat onderscheid echter niet. Daarnaast zegt ‘gebruik’ van een e-dossier niets over de intensiteit van gebruik, en of data systematisch en gecodeerd worden vastgelegd. Zo’n 52 procent heeft volgens de Eurobarometer een eigen website, een reëel aandoend percentage. Iedere Nederlandse huisarts zou verbonden zijn met internet of een medisch netwerk, een erg optimistisch cijfer. Ruim de helft zou internet gebruiken om patiëntgegevens te verzenden en ontvangen. 7 Procent maakt daarbij gebruik van een elektronische handtekening. Het kan niet anders of de geënquêteerden hebben de vraag verkeerd begrepen. Één op de zes artsen zou e-mailen met patiënten, terwijl één op de vijftien een vorm van telemedicine gebruikt, zoals monitoring van patiënten in de eigen woning. Dat is niet geloofwaardig. Hetzelfde geldt waar ruim de helft van de huisartsen internet zou gebruiken om receptuur naar apotheken te verzenden. Ook is onwaarschijnlijk dat één op de drie Nederlandse artsen in de praktijk een PDA gebruikt. De ICT-prestaties van de vijftienduizend medisch specialisten bleven uit beeld.