Forse groei aantal openbare ‘hotspots’
Toch wordt algemeen aangenomen dat de meeste aansluitpunten zich uiteindelijk in openbare ruimten zoals cafe’s en restaurants zullen bevinden. Steeds meer mensen gebruiken een draagbare computer die is voorzien van een module voor draadloze communicatie. Inspelend op deze trend annonceert Intel volgende week op computerbeurs CeBIT in Hannover een combinatie van zuinige processor, chipset en draadloze communicatiekaart. Deze verzameling onderdelen, die Centrino is gedoopt, maakt het mogelijk om een notebook gedurende lange tijd mobiel actief te laten zijn. Wil de verkoop van dat type apparatuur succesvol zijn, dan is het wel zaak dat er voldoende punten zijn waar een draadloos netwerk beschikbaar is. Zo’n ‘aansluitpunt zonder draden’ wordt aangeduid met de term hotspot. Meer punten Grote aanbieders spannen zich in om het aantal hotspots te vergroten. "De nieuwe technologie maakt de gebruiker van een notebook onafhankelijk. Wat dit betreft zie ik zeer sterke parallellen met de telefonie. Ook daar heeft de chiptechnologie ervoor gezorgd dat het snoer van de telefoons kon verdwijnen", zegt Jim Alfaro, technisch hoofd van de divisie Thinkpads van IBM. Wel waarschuwt Alfaro voor de grotere kans, dat gegevensverkeer in een draadloze omgeving kan worden afgeluisterd. "Je moet wel encryptie gebruiken. Doe je dat niet, dan krijg je hetzelfde effect als wanneer je midden op Times Square, of de Dam in Amsterdam voor mijn part, gaat roepen dat de kwartaalwinst van IBM verzesvoudigd is. Ik noem maar iets, maar dat is een gegeven waar handige jongens meteen munt uit slaan op de beurs. Dergelijke gevoelige informatie wil je wel voor jezelf houden en bij draadloze communicatie werkt het precies zo", zegt Alfaro. Op technisch gebied lijken de kaarten geschud; de IEEE 802.11 standaard wordt door iedereen gevolgd. Toch is er nog wel onderscheid tussen de versie 802.11b, op een frequentie van 2,4 GHz, en 802.11a die werkt op een frequentie die tweemaal zo hoog ligt. Diverse plaatsen Intel ziet veel in de komst van hotspots op vliegvelden en omgevingen waar veel zakelijke gebruikers komen. Afgezet tegen het aantal vliegvelden in de wereld is er inmiddels al een aardig percentage voorzien van hotspots. Op het totaal stelt het echter nog niet veel voor. Uit de cijfers van Gartner Group blijkt, dat primair de dagelijkse leefomgeving wordt uitgerust met hotspots. Dan gaat het om publieke ruimten in gebouwen van grote ondernemingen, maar ook om winkelcentra, grote conferentiecentra en horecagelegenheden. Een van de partijen die zich primair richt op de ontwikkeling van software om het dataverkeer rond een hotspot te beheren is Computer Associates (CA). Het gaat dan vooral om beveiliging van de verbindingen en om het verdelen van de werklast. Aan het bieden van meer bandbreedte hecht CA minder belang. "Je hoort wel klachten over ‘te weinig bandbreedte’ wanneer te veel gebruikers van één hotspot gebruik maken. Maar, waar klagen ze dan precies over? Dat ze niet boven de 100 kbps uitkomen? Een paar jaar geleden kregen ze zelfs met een vaste lijn zo’n hoge snelheid niet." Yogesh Gupta, Chief Technology Officer (CTO) van CA neemt die klachten daarom met een korreltje zout. De komst van hotspots in de horeca zorgt ook voor een ander patroon in de klandizie. Alfaro van IBM: "Kijk naar de Starbucks cafés in de VS. Zo’n 4000 daarvan hebben al een hotspot en zij trekken in de rustige uren zakenmensen die anders nooit buiten de deur een kopje koffie zouden drinken. Nu ze hun notebook kunnen meenemen, doen ze het wel." Herkenbaar Over de herkenbaarheid van hotspots wordt nog nagedacht. Nu is het nog zo, dat de locatie van een hotspot wordt aangegeven op nietreguliere wijze. Vaak een aantekening met krijt op een muur, aangebracht door hackers die daar een open (lees: niet beveiligde) draadloze verbinding hebben aangetroffen. "We hebben een duidelijker merkteken nodig, net zoals vroeger bij de Greenpoints voor mobiel bellen. Wij pleiten voor grote stickers die mensen meteen duidelijk maken waar ze een mobiel netwerk tot hun beschikking hebben", zegt channelengineer Jan van Offeren van Intel Benelux. Om de herkenbaarheid te vergroten komt het logo van het WiFiconsortium het meest in aanmerking. Deze groep, een samenwerkingsverband van aanbieders van draadloze techniek, houdt zich onder andere bezig met het testen en certificeren van apparatuur die werkt volgens de IEEE 802.11 standaarden.