Computer in hoge versnelling bij CWI
Deze vergelijkingen komen voor bij de eindige-elementenmethode, waarbij een fijnmazig draadmodel wordt gemaakt van een fysiek ontwerp, bijvoorbeeld een vliegtuigvleugel. Het draadmodel is in feite een rekenschema met voor ieder vlakje een eigen set differentiaalvergelijkingen. Door het onderdeel te verdelen in kleine vlakjes kunnen luchtstromen eenvoudig worden berekend. Fokker gebruikte deze techniek al in 1954, toevallig met een door het CWI gebouwde relaiscomputer. Het berekenen van de luchtstroom over een vlakje kostte in die tijd anderhalf uur. Tegenwoordig gebeurt dat rekenwerk in een fractie van een seconde, maar door de grote hoeveelheid vlakjes (vaak enkele miljoenen) kost de totale hoeveelheid rekenwerk veel tijd. Van Raalte combineert twee technieken die hun waarde afzonderlijk al hebben bewezen, te weten de Galerkin-methode en de multiroosterverdeling. De Russische wiskundige Galerkin bedacht een techniek om het rekenwerk aan de vlakjes razendsnel te kunnen benaderen. Een multirooster versnelt het rekenwerk ook, door gebruik te maken van iteratie, het herhaaldelijk uitvoeren van simpele berekeningen. Veel wiskundigen hebben getracht om multiroosters en Galerkin met elkaar te combineren, maar slaagden daar niet in. Het lukte Van Raalte wel, door een onconventionele manier te bedenken voor de vormgeving van de roostercellen. In de VS is Nasa al geïnteresseerd in de aanpak van Van Raalte, waarmee onder andere de berekening van nieuwe ruimtevaartuigen aanzienlijk kan worden versneld.