Kaarten koloniën op internet te raadplegen
"Die oude kaarten blijken behoorlijk nauwkeurig te zijn", zegt Jeanine Tieleman, hoofd documentair cultureel erfgoed van het KIT. Het instituut is de eerste grote Nederlandse kaartenbewaarder die de historische collectie op internet zet: 11.500 kaarten uit de periode 1840-1950. Wel nodig ook, want de kaarten zijn na een opknapbeurt niet meer op de studiezaal te raadplegen door het grote publiek. Het Tropeninstituut houdt ze nu op de juiste temperatuur en vochtigheid in een klimaatkamer. Plekken waar door scheuren en gaten kaartlezers het spoor van een weg of rivier kwijt dreigden te raken, zijn hersteld. Plakbandjes zijn van de kaarten afgepeuterd en de eigen bibliotheekstickers, die erg schadelijk bleken te zijn, zijn verwijderd. Voor wetenschappelijk onderzoek is de kaartcollectie altijd al een must geweest. Op het symposium dat het KIT vandaag houdt, vertelt onderzoeker Amrit Gomperts over zijn reis op Oost-Java, waar hij aan de hand van de oude kaarten in het voetspoor trad van de veertiende-eeuwse koning Hayam Wuruk. Hij stuitte daarbij op archeologische vondsten die een nieuw licht werpen op de geschiedenis van Indonesië voor Nederlanders er voet aan land zetten. Maar autoriteiten van de voormalige koloniën raadplegen de kaarten ook nog geregeld om grensgeschillen te beslechten. Daarvoor hoeven ambtenaren voortaan niet meer van Jakarta of Paramaribo naar Amsterdam te komen. En dan zijn er nog de particulieren die in de kaarten willen grasduinen. Tieleman merkt dat er de laatste tijd een opleving is in wat zij het 'roots'-onderzoek noemt: mensen die naar het Tropeninstituut komen om het koloniale verleden van hun voorouders in kaart te brengen. (anp)