Komst nieuwe nationale supercomputer vertraagd
Vorig jaar werd in de Miljoenennota geld gereserveerd voor structurele investeringen in wetenschappelijk onderzoeksinfrastructuur. Een belangrijk deel daarvan is gereserveerd voor de aanschaf van een nieuwe nationale supercomputer.
De huidige machine - de Cartesius - stamt al uit 2013 en heeft in 2016 zijn laatste belangrijke uitbreiding gehad. "De afgelopen twee jaar zit de supercomputer al helemaal vol," schetst Peter Michielse CTO van SURFsara de noodzaak dat er nieuwe hardware komt. "Onderzoekers hebben behoefte aan meer capaciteit om modellen nauwkeuriger door te kunnen rekenen. Om mee te kunnen doen in het wereldwijde wetenschappelijk concurrentieveld heb je goede spullen nodig." Daar is overigens wel overeenstemming over.
Kijken naar lange termijn
De vertraging is ontstaan doordat het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (OCW) aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een advies heeft gevraagd voor de besteding van het beschikbare budget. Dat advies kwam in maart dit jaar en was positief voor de aanbesteding van de nieuwe supercomputer. Maar OCW en NWO vonden het wel verstandig dat de aanbesteding ook bekeken werd in het kader van langetermijnplannen.
Een van de onderwerpen die spelen is de vorming van een Europees initiatief voor High Performance Computing (EuroHPC). De Europese Commissie wil dat het Europees onderzoek minder afhankelijk wordt van China, Japan en de Verenigde Staten voor het gebruik van echt heel krachtige machines. Een Europees initiatief zou door bundeling van de krachten en middelen van de lidstaten ook mee kunnen doen aan de grenzen van wat mogelijk is, en tevens in staat zijn om de benodigde technologie in Europa zelf te ontwikkelen en te fabriceren.
Inkopen van tijd
Nu telt Europa daar eigenlijk niet in mee. Van de 500 krachtigste computers ter wereld staan er 291 in China, 116 in de VS en nog geen 50 in Europa. In de top 10 komt Europa maar 2 keer voor.
Een van de mogelijkheden is dus dat Nederland op termijn tijd gaat inkopen op een Europese ultrasuper in plaats van de aanschaf van eigen infrastructuur. "Dat is nu nog niet aan de orde. Maar het is wel noodzakelijk om tot een nadere afstemming met de onderzoeksgroepen te komen voor de HPC-strategie voor de lange termijn, zoals OCW en NWO terecht willen."
Omdat voor de aanbesteding van de nieuwe nationale supercomputer al veel van het voorwerk is gedaan, verwacht Michielse dat er in het vierde kwartaal een definitief besluit komt voor de start van de aanbesteding. Omdat de aanbestedingsprocedure en de bouw nog wel enige tijd vergt, hoopt hij dat eind 2020 de nieuwe machine in gebruik genomen kan worden. Tot die tijd zullen de onderzoekers dus nog even moeten leven met de beperkingen van de Cartesius. In praktijk betekent dat mogelijk oplopende wachttijden en de onmogelijkheid complexere experimenten uit te voeren.
De nationale supercomputer wordt nu vooral ingezet voor Theoretische Chemie en Materiaalkunde: (37%) en Engineering en fluid dynamics (20%). Aardwetenschappen en klimaat (12%) en Fysica (11%) zijn ook grootgebruikers, gevolgd door Astronomie (8%) ), Biowetenschappen (6%) en Medische wetenschappen (4%).
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee