Mensen met handicap minder vaak achter computer
Ruim acht op de tien Nederlanders hadden in 2004 een computer in huis. Bij mensen met een beperking in het bewegen, blinden en slechtzienden en doven en slechthorenden lag het percentage computerbezitters op respectievelijk 69, 73 en 76. Bij doven en slechthorenden week het percentage mensen met een internetaansluiting (68) het minst af van dat onder Nederlanders zonder handicap (ruim 70). Beduidend minder mensen met een bewegingsbeperking en blinden en slechtzienden hadden de beschikking over internet: respectievelijk 60 en 62 procent. Gehandicapten met een computer gebruiken die minder vaak dan mensen zonder lichamelijke beperkingen. Ze zitten er ook gemiddeld minder uren achter. Bij blinden en slechtzienden ligt het aantal computeruren per week slechts licht achter: 14,5 tegen ruim 15 voor niet-gehandicapten. Gehandicapten die regelmatig internetten, besteden daar gemiddeld meer uren aan dan Nederlanders zonder handicap. Dat geldt vooral voor mensen met een beperking in het bewegen en doven en slechthorenden. 'Voor deze groep gehandicapte internetters lijkt het internet een belangrijk venster naar de wereld', concludeert het CBS. (anp)