'Wereldwijd chiptekort kan tot ver in 2022 aanhouden

Voor geheugenchips kan het volgens Gartner zelfs nog langer gaan duren voordat de tekorten echt voorbij zijn, mogelijk pas in 2023 of 2024. Eerder heeft het IT-onderzoeksbureau aangegeven dat het wereldwijd tekort aan chips naar verwachting tot in het tweede kwartaal van 2022 zou aanhouden. Die inschatting van mei dit jaar wordt nu dus flink bijgesteld. In diezelfde maand heeft onderzoeksdirecteur Glenn O'Donnell van Gartner-concurrent Forrester al aan AG Connect verteld dat het chiptekort een enorme tech-inflatie zal geven.

'Nog zeker 2 jaar'

De Forrester-analist voorzag eervorige maand al dat de discrepantie tussen vraag en aanbod nog wel enkele jaren aanhoudt. Eerder hebben chipproducenten Intel en IBM ook al dergelijke pessimistische geluiden laten horen. O'Donnell voorspelt dat het aanhoudende tekort voelbare gevolgen zal hebben, voor de IT-sector én daarbuiten. Hij meent dat de scheefgetrokken relatie tussen vraag en aanbod van chips nog tenminste twee jaar zal duren.

Marktvorser Gartner komt nu ook met de prognose dat de chipproblemen niet begin 2022 gaan afnemen. Het grote gebrek aan chips in afdoende hoeveelheden valt pas echt aan te pakken door de ingebruikname van nieuwe productiecapaciteit door chipfabrikanten. Grote chipbedrijven zoals Intel, TSMC en Samsung Electronics hebben aangekondigd tientallen miljarden dollars te investeren in nieuwe capaciteit en de bouw van nieuwe fabrieken. Daar is veel tijd mee gemoeid.

Inkoopmacht: auto's versus smartphones

Gartner zegt verder dat de auto-industrie ook minder inkoopmacht heeft bij halfgeleiders dan bijvoorbeeld producenten van smartphones. Er worden namelijk veel meer chips gebruikt voor de productie van smartphones dan bij auto's. Daarnaast moet de autosector bij de ontwikkeling van nieuwe modellen jaren van tevoren plannen over welke chips gebruikt gaan worden. Daardoor hebben ze minder alternatieven om uit te wijken naar andere soorten halfgeleiders in het geval van tekorten, zeggen de experts.

De auto-industrie heeft volgens de onderzoekers daardoor te maken met een "perfecte storm" omdat tijdens de coronacrisis de bestellingen van autochips op een laag pitje werden gezet, terwijl de vraag vanuit de elektronicasector juist sterk steeg. Door de pandemie was er veel meer vraag naar apparatuur voor thuiswerken zoals laptops en notebooks, waardoor chipbedrijven hun productie daarop instelden. Nu de autoverkopen weer sterk aantrekken hebben chipfabrikanten moeite om aan de grote vraag van autobouwers te kunnen voldoen.