Kamervragen Omtzigt over ICT-kosten putten uit kinderbijslag

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft binnen de eigen begroting gezocht naar dekking voor de voorgenomen investering. Dat is getuige het wetsvoorstel van Koolmees niet gelukt en daarom stelt de bewindsman voor om het geld elders vandaan te halen. Concreet is dit het niet indexeren van kinderbijslag in 2022 en 2023, om dan in 2024 met 0,1%-punt minder te indexeren. Dit wetsvoorstel wordt morgenavond in plenair debat behandeld in de Tweede Kamer.

Kinderbijslag na Toeslagenaffaire?

Kamerlid Omtzigt stelt in aanloop al Kamervragen over dit plan. De kritische politicus, die zich eerder heeft vastgebeten in de Toeslagenaffaire, wijst erop dat de inflatie inmiddels fors hoger is. De inflatieverwachtingen waren bij het opstellen van het wetsvoorstel relatief laag, maar dat is nu door onder andere stijgende energieprijzen flink veranderd. "Is het u opgevallen dat de inflatie in september 2021 al 2,7% bedroeg en dat dat al ver boven de verwachtingen is waarop dit wetsvoorstel gebaseerd is?", vraagt hij aan demissionair minister Koolmees.

Het wetsvoorstel levert dan ook veel meer op voor het Rijk, tweet Omtzigt. Als de inflatie op 2,7% blijft - wat volgens hem niet realistisch is - zou de voorgestelde bevriezing al na één jaar bijna het gewenste bedrag opleveren. Waarbij Omtzigt nog aan de demissionaire minister verzoekt om uit zijn vragen níet de conclusie te trekken dat hij "het een goed idee vind om de kinderbijslag uit te hollen omdat de uitvoeringsorganisaties de ICT niet op orde hebben".

Rekening houden

Omtzigt vraagt dan ook naar andere mogelijkheden, waaronder een nota van wijziging op het wetsvoorstel om rekening te houden met hogere inflatie. Verder vraagt hij ook naar een 'rem' om te voorkomen dat de beoogde bevriezing veel meer oplevert dan de 100 miljoen euro die SZW nodig heeft voor de eigen ICT. Met twee jaar niet indexeren zou meer dan het dubbele worden binnengehaald. Koolmees is in de Kamervragen ook verzocht om antwoorden aan de Tweede Kamer te geven vóór de plenaire behandeling van het wetsvoorstel, morgenavond.

In de toelichting op het wetsvoorstel stelt de demissionaire SZW-minister dat het kabinet waarde hecht aan goed functioneren uitvoeringorganisaties. "Zij zijn er voor alle burgers en staan dichtbij de burger. De kwaliteit van de dienstverlening van deze uitvoeringsorganisaties is medebepalend voor het vertrouwen in de overheid." Instanties zoals het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) moeten op wendbaarheid, continuïteit en toekomstbestendigheid verbeterd worden, en dat vraagt "een substantiële investering".

Extra investeringen in ICT

Vooruitlopend daarop heeft het kabinet besloten om vanaf 2022 structureel 100 miljoen euro extra te steken in de uitvoering bij het UWV, de SVB en het BKWI, legt Koolmees uit. "Deze extra investeringen sluiten aan op de probleemanalyse van het traject 'Werk aan uitvoering' waarmee wordt geïnvesteerd in maatwerk en vakmanschap bij UWV en SVB, voor dienstverlening aan WGA-gerechtigden en onderhoud en modernisering van ICT." Veel van de problemen met de uitvoeringsorganisaties wordt namelijk geweten aan verouderde ICT. Die oorzaak staat naast personeelstekorten en complexe wetten, regels en beleid.